procenten en kommagetallen gesprek/presentaties

Start
Welkom bij de Presentaties
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeHBOStudiejaar 2

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

Onderdelen in deze les

Start
Welkom bij de Presentaties

Slide 1 - Tekstslide

In een klas zitten 25 leerlingen.
Er zijn 21 leerlingen aanwezig.
Hoeveel procent is dat?

A
21%
B
84%
C
16%
D
79%

Slide 2 - Quizvraag

In een klas zitten 25 leerlingen.
Er zijn 4 leerlingen afwezig.
Hoeveel procent is dat?

A
21%
B
84%
C
16%
D
79%

Slide 3 - Quizvraag

Een fiets is in de aanbieding van €800 voor €680.
Hoeveel procent korting krijg je?

A
15%
B
85%

Slide 4 - Quizvraag

Bereken 42% van 725

A
683
B
304,5
C
305
D
420,5

Slide 5 - Quizvraag

1,2 x 3,7 = 0,4 x 11,1 = 4,44
Welke strategie is hier toegepast?

A
Groter En Kleiner
B
Groter Of Kleiner
C
Distributieve eigenschap
D
Associatieve eigenschap

Slide 6 - Quizvraag

52,47 -18,81 = 53,66 -20 = 33,66
Welke strategie is hier toegepast?

A
Distributieve eigenschap
B
Associatieve eigenschap
C
Transformeren (termen veranderen)
D
Compenseren

Slide 7 - Quizvraag

Een aanbieding is 5 halen 3 betalen.
Wat is de korting in percentage?

Slide 8 - Open vraag

Bereken 5 promille van €8500,-

Slide 9 - Open vraag

5,6 + 9,2 + 13,4 =



Slide 10 - Open vraag

0,5 x 12 x 7,5 =





Slide 11 - Open vraag

De dagomzet van de Primera is € 1825 rookwaren, € 760,- kranten en tijdschriften en € 365 overige artikelen.
Welk percentage van de omzet bestaat uit rookwaren?

Slide 12 - Open vraag

Jo geeft deze maand € 86,80 uit en spaart deze maand 38% van zijn inkomsten.

Bereken de inkomsten die Jo deze maand heeft.

Slide 13 - Open vraag

Een scooter kost €500 de korting is 15%. Wat wordt het nieuwe bedrag.
Laat zien met een strookmodel.

Slide 14 - Open vraag

Een scooter kost €500 de korting is 15%. Wat wordt het nieuwe bedrag.
Laat zien met een dubbele getallenlijn.

Slide 15 - Open vraag