11-3-24

Today's lesson
Oefenen voor de toetsweek:
Quiz en daarna zelf oefenen
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Today's lesson
Oefenen voor de toetsweek:
Quiz en daarna zelf oefenen

Slide 1 - Tekstslide

Present perfect vs past simple

Slide 2 - Tekstslide

Present Perfect / Past Simple


I ... (enjoy) the sun last Sunday.
A
Present Perfect
B
Past Simple

Slide 3 - Quizvraag

Present Perfect / Past Simple

I ... (not - play) for three weeks now.
A
Present Perfect=haven't played
B
Past Simple=didn't play

Slide 4 - Quizvraag

Past simple & Past continuous
Twee vormen van verleden tijd:
- Past simple 
- Past continuous 

Slide 5 - Tekstslide

Past Simple / Past Continuous
I ____ (to walk) down the road when a car hit me.

A
walked
B
was walking
C
were walking
D
walk

Slide 6 - Quizvraag

past simple / past continuous
While I ...( study) my sister suddenly... ( knock) on the door.
A
was studying / knocked
B
were studying / knocked
C
studied / knocked
D
studied / was knocking.

Slide 7 - Quizvraag

Past Simple <> Past Continuous
The boy ___ (to play) in the tree when he ____ (to fall) out.
A
played / fell
B
was playing / was falling
C
was playing / fell
D
played / was falling

Slide 8 - Quizvraag

Past simple / Past continuous
I ....( break) my mirror while I ...( park) my car.
A
breaked / was parking
B
broke / was parking
C
broke / were parking
D
break / am parking.

Slide 9 - Quizvraag

In the next slides you will have to choose between the present perfect, past simple and past continuous...

Slide 10 - Tekstslide

Make correct sentences
Sleep de juiste woorden naar de zin om een goede zin te maken (present perfect, past simple / continuous)
I ______________ (make) dinner twice this week already
have
has
was
were
made
making

Slide 11 - Sleepvraag

Make correct sentences
Sleep de juiste woorden naar de zin om een goede zin te maken (present perfect, past simple / continuous)
We ______ (see) Alice in town a few days ago
have
has
was
were
seen
seeing
saw

Slide 12 - Sleepvraag

Make correct sentences
Sleep de juiste woorden naar de zin om een goede zin te maken (present perfect, past simple / continuous)
The sun _______ (shine) every day that summer.
have
has
was
were
shined
shining

Slide 13 - Sleepvraag

past simple
present perfect
past continuous

Slide 14 - Sleepvraag

Verder oefenen voor de toetsweek
Je mag kiezen tussen:
  • Worksheets: can / could OR possessive pronouns
  • Uitleg filmpje kijken op It'sLearning (met koptelefoon)
  • Grammatica oefenen op It'sLearning
  • Test yourself unit 4 maken (online boek)
  • Woordjes leren / overhoren

We sluiten straks af met een Blooket (laatste 10 min van de les).

Slide 15 - Tekstslide