Stunde 22: Mein Haus (2)

• Duits
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Stunde 22: Mein Haus (2)

Hausaufgaben

5.3: Arbeitsblatt 4. Fall Personalpronomen

Was lernen wir heute

5.1+5.2:

Wortschatz: ik kan de namen van ruimtes en meubels benoemen en vertellen welke kleuren er aanwezig zijn.

5.3:

- Hören A2: ik kan een interview over iemands kamer begrijpen.

- Sprechen A1+: ik kan een huis en mijn slaapkamer aan iemand beschrijven.

Arbeitsblätter

1) Eerst instructie voor 5.1+5.2

2) Samen luisteren 5.3 en daarna instructie

3) Bespreken Arbeitsblatt 5.1+5.2 + Farben, Arbeitsblatt in Mevo zetten.

4) Bespreken Arbeitsblatt 5.3

Sprecht mich nach

Kombiniere die deutschen Wörter mit der richtigen Übersetzung:

geel

blauw

zwart

rood

paars

grijs

bont

wit

groen

oranje

roze

bruin

grau

weiß

gelb

blau

rosa

schwarz

bunt

braun

lila

rot

orange

grün

Welche Farbe ist der Hintergrund (= achtergrond?

1. blau
2. rosa
3. grün
4. weiß

Welche Farbe ist der Hintergrund?

1. rosa
2. rot
3. orange
4. gelb

Welche Farbe ist der Hintergrund?

1. blau
2. grün
3. schwarz
4. grau

Welche Farbe ist der Hintergrund?

1. weiß
2. braun
3. bunt
4. lila

Welche Farbe ist der Hintergrund?

1. weiß
2. blau
3. rot
4. rosa

Sprechen üben

- Neem je werkblad erbij

- Welke kleuren hebben de muren?

Hausaufgaben

5.3: Arbeitsblatt Sprechen Mein Schlafzimmer en in Mevolution de dialoog plaatsen (zie blad)

5.1+5.2 Arbeitsblatt Zimmer und Möbel in Mevolution plaatsen.

Voor iedereen:

Quizlet: Grammatik: 4e naamval persoonlijk voornaamwoord en voorzetsels