Havo 4 periode 4 - instructie 1

1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Maar eerst... Beeld je favoriete (Disney)film uit.

Slide 2 - Open vraag

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Aan de slag!
Aan de slag!

Slide 7 - Tekstslide

Leg uit waarom je deze kop op twee manieren - letterlijk en figuurlijk - kunt opvatten?
timer
1:00

Slide 8 - Open vraag

In een beschouwing moeten zoveel mogelijk betrokkenen aan bod komen. Welke belangrijke groep Nederlanders  ontbreekt hier in de kop?

Slide 9 - Tekstslide

Welke belangrijke groep Nederlanders ontbreekt in de kop van dit artikel?
timer
1:00

Slide 10 - Open vraag

Vind jij dat de scholen zo snel mogelijk weer open moeten?
timer
1:00
A
Ja
B
Nee
C
Ik weet het niet

Slide 11 - Quizvraag

Geef nu nogmaals aan of jij vindt dat ze wel of niet of misschien open moeten, maar geef ook ten minste één argument hiervoor. (Dus: 'Wel open/niet open/misschien open, want...')
timer
1:00

Slide 12 - Open vraag

Hoe ziet denk je een 'aangepaste' heropening eruit? Oftewel: welke aanpassingen zullen scholen moeten doen om verantwoord en veilig onderwijs te kunnen geven?
timer
1:00

Slide 13 - Open vraag

In deze inleiding zitten twee vormen van beeldspraak (= niet letterlijk (dus figuurlijk) taalgebruik). Probeer er in elk geval één (maar twee mag ook) te vinden.

Slide 14 - Tekstslide

Welke woorden/zinsdelen bevatten beeldspraak?
timer
1:00

Slide 15 - Open vraag

Stel: onze school heropent binnenkort: in hoeverre zou jij dan zelf - ongewild - kunnen bijdragen aan een zogenaamde bovenregionale verspreiding van het virus?

Slide 16 - Tekstslide

In hoeverre zou jij zelf bijdragen aan de bovenregionale verspreiding van het virus?
timer
1:00

Slide 17 - Open vraag

Afsluitende instructie-opdracht: voor een havo 3-opdracht zijn we op zoek naar zo veel mogelijk Corona-nepnieuwsberichten. 
  1.  Zoek op internet naar drie van zulke berichten en plak ze in een wordbestand. Maak een top 3 van 'ergst/gevaarlijkst' (1) naar 'minst erg/minst gevaarlijk' (3). Leg de indeling van je top 3 zo goed mogelijk uit ('Ik heb ... op 1 gezet, omdat....').
  2. (optioneel) Zoek via Teams contact met een klasgenoot. Welke overeenkomsten zie je tussen de door jullie gekozen nepnieuwsberichten? En welke verschillen? Probeer samen tot een top 6 te komen en lever deze in je Nederlands-Team bij het tabblad bestanden.

    NB Als het niet lukt om samen te werken lever je na stap 1 je top 3 in via het tabblad bestanden in Teams.

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Video

Slide 20 - Tekstslide