BK grammaticaboekje H2 lijdend voorwerp

het lijdend voorwerp
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

het lijdend voorwerp

Slide 1 - Tekstslide

10 minuten in stilte lezen.

Slide 2 - Tekstslide

Wat weet je van het lijdend voorwerp?

Slide 3 - Open vraag

Het lijdend voorwerp ‘lijdt’, het heeft ‘pijn’ want het onderwerp doet iets.

Slide 4 - Tekstslide

Hoe vind je een lijdend voorwerp?
A
Wanneer + pv + o +r
B
Waarom/Waarvoor + pv + o +r
C
Wat/Wie + pv + o + r
D
Wat/wie + pv + r

Slide 5 - Quizvraag

Slide 6 - Tekstslide

Wat is het lijdend voorwerp?

(Deze klas)/ (kan)/ het lijdend voorwerp/ {vinden}.
A
Deze klas
B
kan
C
het lijdend voorwerp
D
vinden

Slide 7 - Quizvraag

Wat is het lijdend voorwerp?
gekeken.
Het lijdend voorwerp
We 
hebben
vanavond
een serie 

Slide 8 - Sleepvraag

Slide 9 - Tekstslide

Oefenen
4. Morgen moet je hem maar gaan helpen.
5. Wanneer knap je die fiets op?
6. Dat meisje is de knapste leerling.
7. De minister zou hem gewaarschuwd hebben.
8. De hoge waterstand heeft grote problemen veroorzaakt.



 

Slide 10 - Tekstslide

Hoe gaat het ontleden met de tekens tot nu toe?
😒🙁😐🙂😃

Slide 11 - Poll