Ziek zijn/het ziekenhuis

Taaltrap les 14
Ziek zijn
1 / 56
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2Middelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

In deze les zitten 56 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Taaltrap les 14
Ziek zijn

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
  • oefenen
  • Filmpje kijken
  • Vragen over het filmpje beantwoorden

Slide 2 - Tekstslide

Spreken oefenen
  • Kijk naar het plaatje. 
  • Zeg wat je ziet.
  • Spreek over wat je ziet.

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Vragen over het filmpje
  • Wat zijn de klachten?
  • Wat geeft de dokter?

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Quiz
Werk samen met je groepje.
Pak 1 telefoon per groepje.

Slide 10 - Tekstslide


Wat is dit?
A
de pleister
B
de zieke
C
de thermometer
D
de pijnstiller

Slide 11 - Quizvraag

Wat is dit?
A
de pleister
B
de thermometer
C
de pijnstiller
D
de kies

Slide 12 - Quizvraag

Wat is dit?
A
de pleister
B
het verband
C
de tand
D
de thermometer

Slide 13 - Quizvraag

Wie kijkt naar jouw tanden?
A
de huisarts
B
de tandarts
C
de zuster
D
de apotheek

Slide 14 - Quizvraag

Waar koop je medicijnen?
A
Bij de apotheek
B
Bij de pijnstiller
C
Bij de thermometer
D
Bij de huisarts

Slide 15 - Quizvraag

Wat is het verkleinwoord van
'de man'?
A
het jongetje
B
het mannetje
C
het jongtje
D
het mantje

Slide 16 - Quizvraag

Mijn broertje is ... ziek.
Hij gaat altijd naar school.
A
nooit
B
soms
C
altijd
D
bijna altijd

Slide 17 - Quizvraag

Een klein boek is een ______
A
boeketje
B
boekje
C
boektje

Slide 18 - Quizvraag

Een klein huis is een _____
A
huisje
B
thuisje
C
huis

Slide 19 - Quizvraag

Een kleine vis is een _______

Slide 20 - Open vraag

Een klein oog is een ______

Slide 21 - Open vraag

Een klein kussen is een ______
A
kus
B
kussenje
C
kussen
D
kussentje

Slide 22 - Quizvraag

Een kleine kamer is een _____

Slide 23 - Open vraag

Een kleine moeder is een _____

Slide 24 - Open vraag

Een kleine school is een _______

Slide 25 - Open vraag

ziek zijn

Slide 26 - Woordweb

Slide 27 - Video

het ziekenhuis

Slide 28 - Tekstslide

de dokter

Slide 29 - Tekstslide

de dokter        de patiënt

Slide 30 - Tekstslide

de verpleegkundige               de patiënt

Slide 31 - Tekstslide

een stethoscoop

Slide 32 - Tekstslide

het onderzoek

Slide 33 - Tekstslide

bloed afnemen

Slide 34 - Tekstslide

een röntgenfoto van een gebroken been

Slide 35 - Tekstslide

gips om het gebroken been

Slide 36 - Tekstslide

het verband

Slide 37 - Tekstslide

de medicijnen

Slide 38 - Tekstslide

de injectie (vaccinatie)

Slide 39 - Tekstslide

het ziekenhuisbed

Slide 40 - Tekstslide

het infuus

Slide 41 - Tekstslide

de operatie

Slide 42 - Tekstslide

de chirurg

Slide 43 - Tekstslide

zuurstof meten

Slide 44 - Tekstslide

bloeddruk meten

Slide 45 - Tekstslide

temperatuur meten

Slide 46 - Tekstslide

fysiotherapie

Slide 47 - Tekstslide

de rolstoel

Slide 48 - Tekstslide

Wat is dit?
A
een ziekenhuis
B
een school
C
een supermarkt
D
een zwembad

Slide 49 - Quizvraag

de dokter geeft .....
A
een drankje
B
pillen
C
een vaccinatie
D
een injectie

Slide 50 - Quizvraag

Dit is een ............
A
dokter
B
patiënt
C
verpleegkundige
D
chirurg

Slide 51 - Quizvraag

dit is een ..................
A
onderzoek
B
operatie

Slide 52 - Quizvraag

Dit is een .....................
A
fysiotherapeut
B
chirurg
C
verpleegkundige
D
dokter

Slide 53 - Quizvraag

Dit is een ...............
A
vaccinatie
B
injectie
C
infuus
D
operatie

Slide 54 - Quizvraag

De dokter meet ................
A
de temperatuur
B
de zuurstof
C
de bloeddruk

Slide 55 - Quizvraag

het ziekenhuis

Slide 56 - Woordweb