In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
4.1 - Prikkels en Gedrag
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Wat is gedrag?
A
Alles wat een mens of dier doet
B
Een verandering in de omgeving of in het lichaam
C
Opmerken van een verandering in de omgeving
D
Veranderen van gedrag na een prikkel
Slide 9 - Quizvraag
Wat is een voorbeeld van gedrag?
A
Het verteren van je eten in je darmen
B
Je hoort iemand je naam roepen
C
Het kloppen van je hart
D
Je schopt tegen een bal aan
Slide 10 - Quizvraag
Wel of geen gedrag?
Sleep de stukjes tekst naar de juiste plaats.
Geen gedrag
Wel gedrag
Een appel valt van een boom.
Een baby slaapt.
Een bliksem slaat in de grond.
Een kip legt een ei.
Een plant bloeit.
Kaya bloost wanneer ze Marc ziet
Slide 11 - Sleepvraag
1. Je ziet de bal aankomen 4. Je roept je vriend 2. Je hoort je naam roepen 5. Je schopt tegen de bal 3. Je voelt je angstig 6. Je hebt honger
Wat zijn uitwendige prikkels?
A
1, 2, 3 en 4
B
2, 3, 4 en 6
C
3 en 6
D
1 en 2
Slide 12 - Quizvraag
1. Je voelt dat je moet poepen 2. Een vogel zingt een lied 3. Een baby drinkt melk 4. Een kat ziet een muis 5. Dorst hebben 6. Verliefd gevoel
Wat zijn inwendige prikkels?
A
1, 5 en 6
B
2, 3 en 4
C
1, 2 en 4
D
2, 5 en 6
Slide 13 - Quizvraag
1. Je ruikt een vieze geur 2. Een mannetjeshond maakt een geurspoor met zijn plas 3. Een mannetjeszwaan doet een paringsdans 4. Je voelt je misselijk 5. Een tijger ziet zijn prooi
Wat is gedrag?
A
nummers 1 en 4
B
nummers 1, 3 en 4
C
nummers 2 en 3
D
nummers 2, 3 en 5
Slide 14 - Quizvraag
Een prikkel die je waarneemt met je zintuigen is een
A
inwendige prikkel
B
uitwendige prikkel
C
zintuigprikkel
D
overdreven prikkel
Slide 15 - Quizvraag
een klein stukje gedrag noem je een
A
uitwendige prikkel
B
reactie
C
inwendige prikkel
D
handeling
Slide 16 - Quizvraag
Wanneer je een dier observeert en je maakt een lijst van wat hij doet met uitleg erbij dan noem je dat een...
A
diagram
B
turflijst
C
ethogram
D
tabel
Slide 17 - Quizvraag
Wat weet je na het bekijken van een turflijst
A
hoe lang elke handeling duurt
B
of het dier zich op zijn gemak voelde
C
welke handeling het dier het vaakst doet
D
in welke volgorde het gedrag altijd gebeurt
Slide 18 - Quizvraag
Hoe heet dit?
A
Protocol
B
Ethogram
C
Tabel
D
Turflijst
Slide 19 - Quizvraag
Hoe noem je een prikkel die altijd dezelfde reactie oproept?
Slide 20 - Open vraag
Je moet lachen om een grapje van je buurjongen. Dit is een voorbeeld van een ....
A
Inwendige prikkel
B
Uitwendige prikkel
C
Sleutelprikkel
Slide 21 - Quizvraag
Je ziet de reclameborden van de pizzeria en krijgt trek. Dit is een voorbeeld van een ...
A
Inwendige prikkel
B
Uitwendige prikkel
C
Sleutelprikkel
Slide 22 - Quizvraag
Je maag gaat rommelen, je hebt trek. Dit is een voorbeeld van een ...
A
Inwendige prikkel
B
Uitwendige prikkel
C
Sleutelprikkel
Slide 23 - Quizvraag
Een baby lacht naar een gezicht. Dit is een voorbeeld van een ...
A
Inwendige prikkel
B
Uitwendige prikkel
C
Sleutelprikkel
Slide 24 - Quizvraag
Hoe noem je een prikkel die altijd dezelfde reactie oproept?
Slide 25 - Open vraag
6. Bekijk het filmpje hier rechts en schrijf op wat de sleutelprikkel is voor de babymeeuwen.
Slide 26 - Open vraag
Wat is de reactie van de babymeeuwen op de sleutelprikkel?
Slide 27 - Open vraag
Wat zou er denk je gebeuren als er geen rode vlek zit op de namaaksnavel van de onderzoeker?