H4 25 Mei Arm en Rijk

1 / 49
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 49 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag / deze week
Groepjes  PO & onderwerp

 Arm en Rijk: India & Groot Britannië:
11.    Je kunt benoemen welke criteria je kunt gebruiken om landen en gebieden met elkaar te vergelijken.
12.    Je kunt benoemen welke economische indicatoren je kunt gebruiken om landen en gebieden met elkaar te vergelijken.





Slide 2 - Tekstslide

India
exploitatiekolonie

Een overzees gebiedsdeel dat dient als leverancier van goedkope grondstoffen en arbeidskrachten voor het moederland.

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Groot Britannië
Kernland = (financiële) dienstverlening, hoge lonen

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Back to India

Slide 12 - Tekstslide

Ontwikkelingskenmerken
De kwaliteit van het leven van de inwoners van een land wordt vooral bepaald door het welvaartspeil. Hoe hoger de welvaart, hoe meer het land ontwikkeld is.



Slide 13 - Tekstslide

Ontwikkelingskenmerken
Het bnp per inwoner is de meestgebruikte indicator. Er worden ook andere ontwikkelingskenmerken gebruikt, zoals de beschikbaarheid van de basisbehoeften (voedsel, onderdak, onderwijs en gezondheidszorg) of het geboortecijfer, de levensverwachting, het energieverbruik, de bevolkingsgroei en de verstedelijking.



Slide 14 - Tekstslide

BNP
Het bruto nationaal product (bnp) is de totale productie van goederen en diensten in een land in een jaar, uitgedrukt in geld.

Hiermee kan je landen vergelijken.
BNP/pp nadelen:
gemiddelde
 regionale ongelijkheid
onbetrouwbaar in arme landen
wisselkoersverschillen
koopkrachtverschillen

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Human development index (hdi)
Door een soort puntensysteem ontstaat er een totaalscore van drie kenmerken: een economisch kenmerk (bnp per inwoner), een demografisch kenmerk (de levensverwachting) en een sociaal-cultureel kenmerk (analfabetisme). Hoe dichter het getal bij 1 uitkomt, hoe beter de ontwikkeling.

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

sociale ongelijkheid

Situatie waarin bevolkingsgroepen, culturen of mensen met een bepaald geslacht, huidskleur, seksuele voorkeur, taal of ander verschil, worden gediscrimineerd op grond van de heersende normen, bijvoorbeeld in kansen op de arbeidsmarkt.

Slide 20 - Tekstslide

Snelle groei BNP (in sommige delen)

Slide 21 - Tekstslide

Superrijken, maar niet iedereen geniet mee.

Wel opkomst hoogopgeleide middenklasse.

Slide 22 - Tekstslide

Nog een indicator ontwikkeling
samenstelling van de beroepsbevolking

Procentuele verdeling van de werkende bevolking over de primaire, secundaire en tertiaire sector.

Slide 23 - Tekstslide

Ontwikkeling economie

Slide 24 - Tekstslide

Wereldsysteem /centrum-periferiemodel
centrum = gebied waar de economische en politieke macht is geconcentreerd.
periferie =gebied dat weinig politieke en economische macht heeft.
semiperiferie = gebied dat een tussenpositie inneemt tussen het centrum en de periferie.



Slide 25 - Tekstslide

Ruilvoet
ruilvoet = Verhouding tussen het prijspeil van de exportproducten en het prijspeil van de importproducten.
De ruilvoet geeft aan hoeveel goederen een land moet exporteren om een bepaalde hoeveelheid goederen te kunnen importeren.

Voor de arme landen zijn de handelsrelaties vaak nadelig

Slide 26 - Tekstslide

Van planeconomie naar markteconomie
Vanaf 2000 heeft India speciale economische zones (sez) ingesteld. In deze gebieden zijn de belastingen laag en is de infrastructuur goed. De sez moeten de aanjager zijn van India’s economische groei.

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Demografische termen
bevolkingsdichtheid = het gemiddelde aantal inwoners per vierkante kilometer (inw/km2)
bevolkingsspreiding = Verdeling van de bevolking over een bepaald gebied.
bevolkingsgroei = Toe- of afname van de bevolking door geboorte en sterfte en immigratie en emigratie

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

demografische druk

De verhouding tussen de productieve leeftijdsgroep (20 - 65 jaar) en de niet productieve groepen (0 - 20 jaar en 65+)
.

Slide 32 - Tekstslide

globalisering
Proces waarbij landen op economisch, cultureel, sociaal en politiek gebied met elkaar verbonden worden.

economische globalisering=
Globalisering waarbij de nadruk ligt op de groeiende internationale handel, de directe buitenlandse investeringen en de toegenomen betekenis van multinationals.

Slide 33 - Tekstslide

Transport
Dankzij de vooruitgang in de transporttechnologie werden de vervoermiddelen de afgelopen eeuw steeds sneller en groter.

transporttechnologie =
Moderne technieken waaronder digitale technologie, die het mogelijk maken goederen sneller, goedkoper en op grotere schaal te vervoeren en te distribueren.

Slide 34 - Tekstslide

Communicatietechologoie
Belangrijk was de ontwikkeling in de communicatietechnologie.


communicatietechnologie =
Moderne, digitale technieken die een snelle, goedkope en overal toegankelijke uitwisseling van berichten mogelijk maken.


Slide 35 - Tekstslide

Schaalvergroting
Door de schaalvergroting in de transportwereld dalen de vervoerkosten per eenheid product.

tijd-ruimtecompressie =
Proces waarbij de relatieve afstand tussen plaatsen door de moderne transport- en informatietechnologie daalt.

Slide 36 - Tekstslide

Voordelen Globalisering
meer keuze en zijn de producten goedkoper.
Wereldwijde economische groei
Werkgelegenheid in gebieden waar voorheen een gebrek was.

Slide 37 - Tekstslide

Nadelen Globalisering

Werkgelegenheid verdwenen in gebieden
Macht multinationals neemt toe.
Toename transport slecht voor milieu.
Kloof arm en rijk vergroot, tussen en binnen landen.

Slide 38 - Tekstslide

global shift = Het verschuiven van het economische zwaartepunt op de wereld.

triade =De drie macroregio’s (westerse landen) waartussen de grote handelsstromen plaatsvinden.


Slide 39 - Tekstslide

Wat zijn de onderwerpen

Slide 40 - Tekstslide

internationale arbeidsverdeling

Het verschijnsel dat landen zich toeleggen op de productie van bepaalde goederen of de levering van bepaalde diensten.






Productie => Mexico

Slide 41 - Tekstslide


6. Je weet wat de gevolgen zijn voor de herkomstgebieden van de migratie van arbeiders naar de maquiladoragebieden

Slide 42 - Open vraag

7. Je kunt de fases benoemen waarin de arbeidsmigratie plaatsvond van Mexico naar de V.S.


Eerst naar de stad, daarna Maquilodora gebieden en daarna de VS.
Selectieve migratie: 15 tot 35 jaar

Slide 43 - Tekstslide

7. Je kunt de fases benoemen waarin de arbeidsmigratie plaatsvond van Mexico naar de V.S.
 1. De eerste Mexicaanse migranten kwamen rond 1880 naar de V.S. Daar had men veel goedkope arbeidskrachten nodig voor de aanleg van de spoorlijnen.
2. Gedurende de Eerste Wereldoorlog, toen veel Amerikaanse soldaten vochten op de slagvelden in Europa, waren de Mexicaanse arbeidskrachten samen met de Amerikaanse vrouwen zelfs onmisbaar.
3. Tussen de twee wereldoorlogen in werd de migratie teruggeschroefd.
4. Pas in de Tweede Wereldoorlog werd er weer een beroep gedaan op de Mexicaanse arbeidskrachten. De Amerikaanse overheid startte met het zogenoemde braceroprogramma (bracero = seizoenarbeider in het Spaans).
5. Toen de oorlog was afgelopen, waren er minder werknemers nodig voor de oorlogsindustrie

Slide 44 - Tekstslide

8.Je kunt de gevolgen benoemen van de toetreding tot de NAFTA voor de (il)legale migratie van de Mexicanen naar de V.S.
Het blijkt nu dat de NAFTA een averechts effect heeft op de Mexicaanse arbeidsmigratie: de migratie lijkt juist toe te nemen. Dit heeft te maken met de verschillen tussen de drie landen die deelnemen aan de NAFTA: twee ontwikkelde landen en een ontwikkelingsland.
VS: Technologische voorsprong (efficiënter) & subsidies.

Slide 45 - Tekstslide

Migratieroutes door Mexico

Slide 46 - Tekstslide

9.Je weet hoe en waarom er vanuit Midden-Amerika via Mexico migratie plaatsvindt naar de V.S.
Guatemala, El Salvador en Honduras, deze drie landen hebben sinds 2006 onderling open grenzen.
Lichamelijk wordt er veel gevergd van de migranten: uitputting (te voet) , uitdroging (door woestijnen), gevaar, misdaad, misbruik.
De migranten uit Midden-Amerika zijn vooral jonge mannen die laagopgeleid en analfabeet zijn.
Alleen staande vrouwen komen vaak terecht in de prostitutie

De redenen om vanuit Midden-Amerika naar de Verenigde Staten te willen migreren, zijn vaak economisch van aard, maar ook  vanwege criminaliteit, geweld, drugs en bendeoorlogen.


Slide 47 - Tekstslide

9.Je weet hoe en waarom er vanuit Midden-Amerika via Mexico migratie plaatsvindt naar de V.S.
Beter af in de VS ?

Ze vinden niet altijd werk en leven continu in angst omdat ze illegaal zijn.

Wanneer de migranten werk hebben gevonden, verdienen ze veel meer dan in hun herkomstland

Slide 48 - Tekstslide

10.Je kunt de mogelijkheden en beperkingen van Midden-Amerikanen om de ‘Amerikaanse droom’ te realiseren benoemen.

Slide 49 - Tekstslide