5.1; Industrie en samenleving

Industrie en samenleving
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Industrie en samenleving

Slide 1 - Tekstslide

Lesvolgorde
  • Voorkennis
  • Uitleg 5.1 Industrie en samenleving
  • Vragen over 5.1

Slide 2 - Tekstslide

Wat weet jij over de tijd van Burgers en stoommachines?

Slide 3 - Woordweb

In deze presentatie leer je:
  • wat in de 19e eeuw veranderde in het leven van mensen
  • hoe en waardoor de productie toenam
  • wat vanaf 1870 veranderde in de industrie
  • wat veranderde in de samenleving

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Grote verandering
In de 19e eeuw; begin van een nieuwe tijd; de moderne tijd

  • Veel mensen gingen in de industrie werken
  • Handarbeid werd vervangen door machines
  • Transport veranderde

Slide 7 - Tekstslide

Industriële revolutie
= Grote verandering in (relatief) korte tijd.
Van handenarbeid naar industrie
Oorzaak: uitvinding stoommachine

Slide 8 - Tekstslide

van kleinschalige handmatige productie...
... naar grootschalige machinale productie

Slide 9 - Tekstslide

Van koets naar....
stoomtrein

Slide 10 - Tekstslide

Zeilschip werd -->
stoomschip

Slide 11 - Tekstslide

Meer productie
Het begint in Groot-Britannië. 
  • Stoommachine werd uitgevonden
  • Hiermee konden machines in beweging gezet worden
  • Die machines werden gebruik in de textielindustrie; veel sneller --> Meer produceren --> meer winst

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Begin industrialisatie
  • Industrialisatie begon in Groot Brittannië
  • Door de industrialisatie maakten de Britten veel exportproducten (producten voor andere landen)
  • Vanaf 1850 komt de industrialisatie op gang in Nederland

Slide 14 - Tekstslide

Industriële samenleving
Machines namen het werk over op het platteland
  • Minder werk --> Boeren naar de stad om werk te zoeken in de fabrieken
  • Ook gingen steeds meer mensen werken in de Dienstensector
  • Samenleving waar de meeste mensen in de industrie of de dienstensector werken --> Industriele samenleving

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Veranderingen in de industrie
  • Vanaf 1870 versneling industrialisatie.
  • Naast steenkool kwam er aardolie als energiebron.
  • Er ontstonden nieuwe industrieën, zoals de chemische industrie en de voedingsmiddelenindustrie.
  • Er werden nieuwe producten ontwikkeld, zoals kunstmest, margarine en de gloeilamp.

Slide 17 - Tekstslide

Bevolkingsgroei en urbanisatie
  • In de tijd van burgers en stoommachines grote bevolkingsgroei doordat er meer voedsel werd geproduceerd.
  • Veel mensen gingen in steden wonen, daar was werk in de fabrieken. Hierdoor breidden steden zich snel uit.

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Liverpool omstreeks 1900

Slide 20 - Tekstslide

Rijke burgerij (bourgeoisie)
  • Meeste ondernemers kwamen uit de hoge burgerij
  • Ondernemers hadden grote fabrieken met veel arbeiders. Relatie tussen ondernemer en arbeiders onpersoonlijk
  • Het ging  in de 19e eeuw alleen om winst te maken.

Slide 21 - Tekstslide

Slechte werkomstandigheden
  • In de fabrieken lange werkdagen (soms meer dan 12 uur per dag)
  • Onveilige machines (kon arm of been kwijtraken)
  • Geen veiligheidsschoenen of andere beschermdende middelen.

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Welke uitvinding was de oorzaak van de industriële revolutie

Slide 24 - Open vraag

Waar begon de industriële revolutie?
A
Verenigde Staten
B
Frankrijk
C
Nederland
D
Groot Brittannië

Slide 25 - Quizvraag

Naast de landbouwsector en de industriesector kwam er nog een derde sector. Welke?

Slide 26 - Open vraag

Wat heb je geleerd over Burgers en stoommachines?

Slide 27 - Woordweb

Huiswerk
5.1 Digitaal maken op je iPad


Slide 28 - Tekstslide