Grammatica - Lidwoord en zelfstandig naamwoord

Welkom S1F
- Pak je spullen (NN, Schrift, pen en laptop).
- Ga naar lessonup.app en voer de code in.
-Terugblik werkwoorden
-Nieuwe stof -> lidwoord en zelfstandig naamwoord
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 1

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welkom S1F
- Pak je spullen (NN, Schrift, pen en laptop).
- Ga naar lessonup.app en voer de code in.
-Terugblik werkwoorden
-Nieuwe stof -> lidwoord en zelfstandig naamwoord

Slide 1 - Tekstslide

Noteer de werkwoorden uit de zin:
Zij zingt een lied.

Slide 2 - Open vraag

Noteer de werkwoorden uit de zin:
Zij schildert een schilderij.

Slide 3 - Open vraag

Noteer alle werkwoorden uit de zin:
Ik kan het me niet voorstellen

Slide 4 - Open vraag

Lidwoord en zelfstandig naamwoord
Lidwoord en zelfstandig naamwoord

Slide 5 - Tekstslide

Leerdoelen
Je kunt een lidwoord in de zin herkennen.
Je kunt zelfstandige naamwoorden in de zin aanwijzen.

Slide 6 - Tekstslide

Woordsoorten
Woorden van een zin kan je indelen in woordsoorten.

We gaan kijken naar soorten woorden

Slide 7 - Tekstslide

Lidwoord
de (bepaald)
het (bepaald)
een (onbepaald)

Slide 8 - Tekstslide

Zelfstandig naamwoord
mensen, dieren, dingen, planten, gevoel
           
Je kan er meestal een lidwoord voor zetten: de lucht, het boek, het verdriet.
Ook kun je ze vaak in meervoud/ enkelvoud zetten en er een verkleinwoord van maken (boeken, boekje)

Slide 9 - Tekstslide

Zelfstandige naamwoorden
Namen zijn ook zelfstandige naamwoorden: Max, Disney, ,Made, Brabant, Jumbo, Dongemond College

Slide 10 - Tekstslide

Aan het werk
Blz. 204
Grammatica woordsoorten - lidwoord en zelfstandig naamwoord
5 minuten zelfstandig in stilte
Opdracht 1 t/m 5 
Niet af = huiswerk

timer
5:00

Slide 11 - Tekstslide

Hij toonde een kaart met de route van de orkaan.

Slide 12 - Tekstslide

Wat zijn de lidwoorden?
Hij toonde een kaart met de route van de orkaan.

Slide 13 - Open vraag

Wat zijn de zelfstandige naamwoorden?
Hij toonde een kaart met de route van de orkaan.

Slide 14 - Open vraag

Hij toonde een kaart met de route van de orkaan.

lw = een, de, de
zn = kaart, route, orkaan

Slide 15 - Tekstslide

De agent lacht naar een aardig persoon aan de kant.

Slide 16 - Tekstslide

Wat zijn de lidwoorden?
De agent lacht naar een aardig persoon aan de kant.

Slide 17 - Open vraag

De zelfstandige naamwoorden?
De agent lacht naar een aardig persoon aan de kant.

Slide 18 - Open vraag

De agent lacht naar een aardig persoon aan de kant.

lw = de, een, de
zn = agent, persoon, kant

Slide 19 - Tekstslide

Mevrouw Mettendaf vindt jullie knappe leerlingen.

Slide 20 - Tekstslide

De zelfstandige naamwoorden?
Mevrouw Mettendaf vindt jullie knappe leerlingen
A
Mettendaf, knappe, leerlingen
B
mevrouw, vindt, leerlingen
C
mevrouw, Mettendaf, leerlingen
D
mevrouw, Mettendaf, knappe

Slide 21 - Quizvraag

Maak een zin met één lidwoord en twee zelfstandige naamwoorden.

Slide 22 - Tekstslide