BVVJ 4.4 Uitscheiding

4.4 Uitscheiding
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo k, tLeerjaar 2

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

4.4 Uitscheiding

Slide 1 - Tekstslide

wat gaan we doen vandaag?
terugblik
leerdoelen Uitscheiding/ De nieren
Theorie KGT 4.4 en BK 4.5
Aan de slag
Afsluiten

Slide 2 - Tekstslide

Waarmee wordt de rechter- en linker helft van het hart gescheiden?
A
hartkleppen
B
kleppen
C
harttussenwand
D
daar zit niets

Slide 3 - Quizvraag

Sleep de onderdelen naar het hart!
Rechter-
boezem
Rechter-kamer
Linker-
boezem
Linker-kamer

Slide 4 - Sleepvraag

In de afbeelding zie je het hart met enkele bloedvaten.

Sleep de bloedvaten naar de juiste namen.
Kransslagader
Bovenste holle ader
Aorta
Longslagader
Longader

Slide 5 - Sleepvraag

Waar zitten de hartkleppen?
A
Tussen de linker - en de rechterhelft van het hart
B
Tussen het hart en de aorta en longslagader
C
Tussen de boezems en kamers in het hart
D
In de aders die naar het hart toelopen

Slide 6 - Quizvraag

De hartkleppen zorgen ervoor dat bloed
A
sneller stroomt
B
niet terugstroomt in de boezems
C
niet terugstroomt in de kamers
D
langzamer stroomt

Slide 7 - Quizvraag

hoe loopt de kleine bloedsomloop?
A
hart, longen, hart
B
hart, lichaam, hart
C
lichaam, hart
D
longen, hart

Slide 8 - Quizvraag

Werking van het hart (hartslag)

  1. Samentrekken van de boezems
  2. Samentrekken van de kamers
  3. Hartpauze 

Slide 9 - Tekstslide

Leerdoelen Uitscheiding
KGT: Je kunt de delen van de nieren en urinewegen noemen met hun kenmerken en functies.

B: Je kunt de werking van de nieren benoemen

Slide 10 - Tekstslide

welke afvalstof komt er vrij bij verbranding in je cellen?
A
zuurstof
B
koolstofdioxide
C
voedingsstoffen

Slide 11 - Quizvraag

Uitscheiding

Je bloed wordt continu vervuild: Door verbranding  komen afvalstoffen vrij. 
In wat je eet zitten schadelijke stoffen. Deze afvalstoffen moeten uit het bloed en het lichaam worden gehaald. Dat noem je uitscheiding.

Slide 12 - Tekstslide

Uitscheiding wordt gedaan door verschillende organen.
Bijvoorbeeld koolstofdioxide wordt uitgescheiden door de longen. Je zweet door je huid en in zweet zitten ook afvalstoffen. 

Slide 13 - Tekstslide

Jebloed brengt koolstofdioxide naar je longen, daar adem je het uit

De meeste andere afvalstoffen brengt je bloed naar je nieren

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

De nieren liggen rechts en links in de buikholte, vlak onder het middenrif.

De nieren halen de afvalstoffen uit je bloed en maken er urine van.


Slide 16 - Tekstslide

Nieren
Door de nierslagaders stroomt zuurstofrijk bloed naar de nieren. Hierin zitten afvalstoffen uit het hele lichaam. 

Bij de haarvaten halen de nieren de afvalstoffen uit het bloed. 

Het gezuiverde bloed stroomt via de nieraders en de onderste holle ader weer weg uit de nieren en terug naar het hart

Slide 17 - Tekstslide

Nierschors en niermerg verwijderen afvalstoffen, overtollig water en overtollige zouten uit het bloed. Samen vormen deze de urine.

In de nierbekkens wordt urine verzameld.

Slide 18 - Tekstslide

Nieren
via de urineleiders gaat de urine naar de urineblaas.

Hier wordt de urine tijdelijk opgeslagen. 

Je kunt de blaas legen via de urinebuis

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Aan de slag
maken en nakijken/ verbeteren
KGT 4/4 Uitscheiding
BK4.5 de nieren

Slide 22 - Tekstslide

Leerdoelen Uitscheiding
KGT: Je kunt de delen van de nieren en urinewegen noemen met hun kenmerken en functies.

B: Je kunt de werking van de nieren benoemen

Slide 23 - Tekstslide

Wat is uitscheiden?

Slide 24 - Open vraag

Wat wordt er NIET verwijderd door de nierschors en het niermerg?
A
Overtollig zouten en water
B
Schadelijke stoffen
C
Afvalstoffen
D
Koolstofdioxide

Slide 25 - Quizvraag

Waar wordt de urine tijdelijk opgeslagen?
A
Urineleider
B
Urinebuis
C
Urineblaas
D
Niermerg

Slide 26 - Quizvraag

Welk bloedvat bevat gezuiverd bloed?
A
Nierslagader
B
Nierader

Slide 27 - Quizvraag

waaruit bestaat urine?

Slide 28 - Open vraag

Hoe heet de buitenste laag van de nier?
A
Niermerg
B
Nierschors
C
Nierbekken
D
Geen van allen

Slide 29 - Quizvraag

Sleep de gele kaartjes naar de juiste uitleg.
Urine afvoeren naar de urineblaas
urine afvoeren uit het lichaam
urine tijdelijk opslaan
urine verzamelen
urine vormen
Urineleiders
Urinebuis
Urineblaas
Nierbekken
Nierschors- en merg

Slide 30 - Sleepvraag

Afvalstoffen en mineralen zorgen voor een donkere kleur van urine.

Welke kleur heeft je urine als je weinig water hebt gedronken?
A
Licht van kleur
B
Donker van kleur

Slide 31 - Quizvraag

De juiste volgorde van het uitscheidingsstelsel is...
A
Nieren - Blaas - Urineleider
B
Nieren - Urineleider - Blaas
C
Urineleider - Nieren - Blaas
D
Urineleider - Blaas - Nieren

Slide 32 - Quizvraag

Afsluiten
Hoe ging de les?
Huiswerk Uitscheiding/ de nieren
volgende keer: Afweer

Slide 33 - Tekstslide