Les klas 2 - bron C ch3 l'imparfait

1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Programme

- L'imparfait
- Un quiz

Slide 2 - Tekstslide

L'imparfait

Ik begrijp het stappenplan om de imparfait te maken.
Ik kan de imparfait maken.

Slide 3 - Tekstslide

0

Slide 4 - Video

Les devoirs
* Faites bron C 13, 14 & 15
* Apprenez bron D (voca A & B)

Slide 5 - Tekstslide

Met welke 3 stappen vorm je de imparfait?

Slide 6 - Open vraag

Combineer de personen met de juiste uitgangen (imparfait)
-ais
-ais
- ait
- ions
- iez
-aient
Je
Tu
il/elle/on
Nous
Vous
Ils / elles

Slide 7 - Sleepvraag

Imparfait
Je
Tu
il,elle,on
Nous

Vous
Ils, elles
voulais
voulais
voulait
voulions
vouliez
voulaient

Slide 8 - Sleepvraag

Slide 9 - Tekstslide

vertaal:
j'écoutais

Slide 10 - Open vraag

Zet in de imparfait
ils (faire)
A
ils faisait
B
ils faisais
C
ils faisaient
D
ils fairaient

Slide 11 - Quizvraag

Zet in de imparfait
nous (grandir)
A
nous grandions
B
nous grandiraient
C
nous grandiez
D
nous grandissions

Slide 12 - Quizvraag

Zet in de imparfait
il (travailler)
A
il travaillais
B
il travaillait
C
il travaillerais
D
il travaillerait

Slide 13 - Quizvraag

Zet in de imparfait
on (avoir)
A
on avais
B
on avions
C
on avait
D
on avaient

Slide 14 - Quizvraag

Zet in de imparfait
Je/j (être)
A
je sommais
B
j'était
C
j'étais
D
je serais

Slide 15 - Quizvraag

Noteer het volgende werkwoord in de imparfait: nous ..................(danser)

Slide 16 - Open vraag

vertaal Frans-Nederlands:
denk in stappen:
- van welk werkwoord komt deze stam?
- wat betekent dat werkwoord?
- wat staat hier dan in de verleden tijd?

Slide 17 - Tekstslide

Imparfait (o.v.t)

Met welke 3 stappen maak je de imparfait?


1.  je neemt de nous vorm van de présent

2. je haalt -ons van de uitgang af

3. je voegt de goede imparfait uitgang toe

Slide 18 - Tekstslide

Imparfait
aimer
stap 1: (nous) aimons
stap 2: -ons = aim
stap 3: goede uitgang
J'aimais le chocolat
Tu aimais le chocolat
Il aimait le chocolat
Nous aimions le chocolat
Vous aimiez
Ils aimaient

Slide 19 - Tekstslide

Imparfait

Je hebt 2 keer een verhaal geschreven: over voca A of B & over je idool. 

Kies 1 zelfgemaakte zin uit je verhaal en zet die in de imparfait

Slide 20 - Tekstslide

Maak zelf een zin en gebruik de imparfait correct

Slide 21 - Open vraag

Vragen tijdens het interview:
C'est qui ton idole?
Pourquoi tu l'aimes bien?  
Il/elle a quel âge?
Il/elle vient d'où?
Tu as déjà son autographe?
Tu sais tout sur ton idole?
Qu'est-ce qu'il/elle fait en ce moment?
Moi, j'aime bien Maître Gims. Toi aussi?
mai 2013- J'm tire...

Slide 22 - Tekstslide

Questions?

Slide 23 - Woordweb

Les devoirs
* Faites bron C 13, 14 & 15
* L'histoire à propos de ton idole
* Apprenez bron D (voca A & B)

Slide 24 - Tekstslide

Au revoir

Slide 25 - Tekstslide