2MHA&T 5.1

Paragraaf 5.1
Hoe verkoop je je product?

1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 2

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Paragraaf 5.1
Hoe verkoop je je product?

Slide 1 - Tekstslide

Programma
Leg je huiswerk open.
Vragen over het huiswerk?

Slide 2 - Tekstslide

Programma
Informatie over de toets
Leerdoelen 5.1
Uitleg 5.1
Aan de slag met de toets
Afronding en evaluatie

Slide 3 - Tekstslide

Toets direct na de vakantie
Hoofdstuk 3&4 leren!
Maken de online oefentoetsen
Vragen over de toets?
Mail mij.

Slide 4 - Tekstslide

Leerdoelen 5.1
  1.  Je weet wat vraag en aanbod is.
  2.  Welke rol vraag en aanbod spelen op de markt.
  3. Dat anderen invloed hebben op wat je koopt.
  4.  Wat bedrijven doen om meer te verkopen.

Slide 5 - Tekstslide

Van wie komt de vraag naar producten?
A
Consumenten
B
Winkels
C
Fabrikanten
D
Producenten

Slide 6 - Quizvraag

Een product wordt duurder.
Wat is het gevolg?
A
Meer mensen kopen het product
B
Minder mensen kopen het product

Slide 7 - Quizvraag

Slide 8 - Tekstslide

De prijs stijgt.
Wat is het juiste gevolg?
A
De vraag stijgt
B
De vraag daalt

Slide 9 - Quizvraag

2 soorten markten!

Slide 10 - Tekstslide

De prijs stijgt als ...
A
De vraag harder stijgt dan het aanbod
B
De vraag even hard stijgt als het aanbod
C
Het aanbod harder stijgt dan de vraag

Slide 11 - Quizvraag

Procenten
5% van 1000=?
(5/100)x1000=50
Of procentuele stijging:
(Nieuw-Oud)/Oud:
opgave 10 blz 146;

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Herhaling 5.1:
Als de prijs stijgt, daalt de vraag.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 14 - Quizvraag

Herhaling 5.1
De markt van vraag en aanbod kun je bezoeken.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 15 - Quizvraag

Herhaling 5.1
Als het aanbod meer stijgt dan de vraag, dan daalt de prijs
A
Waar
B
Niet waar

Slide 16 - Quizvraag

"Als ik iets wil kopen en een vriend/vriendin vindt het niet mooi, dan koop ik het niet."
Mee eens
Niet mee eens
Soms wel, soms niet

Slide 17 - Poll

"Als vrienden een bepaald spel of iets anders hebben, dan wil ik het ook hebben."
"Ja, meteen
Ja, uiteindelijk wel
Soms wel, soms niet
Nee, nooit

Slide 18 - Poll

"Als een beroemd persoon of influencer iets heeft/laat zien, wil ik dat product ook hebben."
Ja, dan wil ik dat meteen hebben
Ja, dan koop ik het uiteindelijk ook
Soms wel, soms niet
Nee, dat doe ik nooit

Slide 19 - Poll

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Alles wat een bedrijf doet om meer te verkopen =
A
Omzet
B
Marketing
C
Aanbod
D
Investeren

Slide 22 - Quizvraag

Oefentoets maken hoofdstuk 3&4
Of  maak van paragraaf 5.1.
Direct na de vakantie dus de toets.
Hoe: Alleen
Tijd: tot het einde van de les
Resultaat: Je kunt de leerdoelen uitleggen van hoofstuk 3&4 en eventueel 5.1..
Klaar: ga rustig verder met het leren voor de toets.


Aan de slag!
Snap je de uitleg nog niet  helemaal?

Vinger omhoog.

Slide 23 - Tekstslide


Leer je toets goed, oa:
De begrippen van hfst 3&4
Maak de herhalingsopdrachten en eventueel nog de plusopdrachten.
Huiswerk: Geen extra huiswerk.

Wat vonden jullie van deze les?
Zijn de lesdoelen helder?
Afronding&evaluatie
Snap je onderdelen van de toets nog niet  helemaal?

Mail mij.

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Sociale invloed
Commerciële invloed
Familie, vrienden en bekenden
Vanuit bedrijven
Iets kopen omdat een klasgenoot het ook heeft
Iets kopen omdat een influencer het zegt
Iets kopen omdat een winkel hier reclame voor maakt.

Slide 30 - Sleepvraag