T1D- "être en avoir"

• Frans
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

Avoir et Être

Hoe zat het ook al weer??

bekijk de volgende 2 filmpjes van être en avoir

être=zijn

avoir = hebben

  Avoir & Être

Wat zijn deze werkwoorden?
Hoe hou je ze uit elkaar?

avoir

AVOIR = HEBBEN

maak het rijtje van "avoir",
typ in j'.... , tu...., il/elle/on ....., etc

maak het rijtje van être op dezelfde manier (met je...., tu.... etc)

wij zijn

1. vous êtes
2. nous avons
3. ils sont
4. nous sommes

jullie hebben, u heeft

1. nous avons
2. vous avez
3. vous avons
4. nous avez

zij zijn (vrouwelijk meervoud)

1. elle a
2. elles ont
3. elle est
4. elles sont

ik heb - ik ben

1. j'ai - je suis
2. je suis - j'ai
3. je ai-j'suis
4. j'suis - je ai

mijn broer is = ........ ..........

1. nous sommes
2. il est
3. ils sont
4. vous êtes

Sofie et Marianne zijn = .......... ...................

1. elles sont
2. nous sommes
3. elles ont
4. vous êtes

vertaal: wij hebben een huis

vertaal: ik ben groot

vertaal: ik ben 13 jaar

Welke vergissing maak jij altijd met être en avoir?

Les Devoirs

Faire (=maken):

D'accord, Chapitre 3 "Ça bouge":

• §3.2 "Sa passion", 

Exercices 2 – 3 – 4 – 5 – 6 – 7 – 9- 10- 11- 12-13

Apprendre (= leren):

Quizlet

• Voca 3-3 et 3-4

TIP: Blijf ook oefenen met VERBUGA.eu!!

Vóór volgende les

Au revoir ! 

À bientôt! 

Salut! 

Au revoir! 

À demain! 

À plus tard!