Klinische les Parkinson

1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
MentorlesHBOStudiejaar 1

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Parkinson is niet te genezen. Het gaat om het bestrijden van de symptomen en verminderen van de klachten.
Het gaat om een combinatie van medicatie, voldoende bewegen en gezonde voeding.
Dopamine agonisten = middel dat de werking van een ander geneesmiddel versterkt
Zorgvragers die deze aandoening hebben, kunnen wel medicijnen gebruiken die de stijfheid en daarmee de bewegingsarmoede verminderen. De medicijnen geven een aanvulling op het tekort aan dopamine en moeten zeer stipt ingenomen worden. Deze medicijnen hebben meestal bijwerkingen, zoals een droge mond, verwardheid en urineretentie
Het meest gebruikt zijn levodopa en dopamine-agonisten (dopaminergica).
Levadopa: vermindert het trillen, soepeler bewegen.
Het type medicijn is afhankelijk van leeftijd, ernst en soort klachten.
Meestal wordt in de beginfase levodopa of dopamine-agonisten gebruikt; later vaak beide medicijnen in combinatie met andere medicatie.
Parkinsonmedicatie kan (ernstige) bijwerkingen hebben. (droge mond, verwardheid en urineretentie)
De werking van de medicatie en ernst van de bijwerkingen verschillen per zorgvrager.
Het ‘instellen van de medicijnen’ kan vrij lang duren; het is vaak balanceren tussen werking en bijwerking.
Hersenstimulatie:
Als medicatie niet meer helpt of te veel bijwerkingen veroorzaakt, wordt tegenwoordig soms hersenstimulatie toegepast.
Dit noemt men in het algemeen deep brain stimulation (DBS).
Bij DBS worden elektroden in de hersenen ingebracht om klachten als bewegingstraagheid, beven of stijfheid, overbeweeglijkheid of onwillekeurige bewegingen te verhelpen. Ter ondersteuning wordt fysiotherapie voorgeschreven, onder andere om de spieren soepel te houden, lig- en zithoudingen aan te leren en ondersteuning te bieden bij het lopen met hulpmiddelen. Het doel van de behandeling van zorgvragers met de ziekte van Parkinson is het zo groot mogelijk houden van de zelfstandigheid.
Vanwege schaamte over alle zichtbare verschijnselen van de ziekte, hebben veel zorgvragers de neiging om zich terug te trekken en inactief te worden. Dit verergert de stijfheid van de spieren, waardoor de afhankelijkheid van de omgeving en zorgverleners alleen maar groter wordt

Leerdoelen
Aan het einde van deze les kan je de werking van de medicatie uitleggen aan een cliënt met Parkinson en kan je veilig medicatie delen!

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is Parkinson
  • Progressieve hersenaandoening
  • Dopamine tekort

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Tekstslide

De ziekte van Parkinson is een ziekte van het centrale zenuwstelsel waarbij een stoornis optreedt in de verbinding tussen de hersenen en de spieren. Elke zenuwcel geeft prikkels af en ontvangt deze , via duizenden draadjes die verbonden zijn met andere zenuwcellen. Op deze manier worden verschillende functies, o.a. balans, beweging, spierspanning, in het lichaam bestuurd. Het contact dat zenuwcellen met elkaar hebben vindt plaats met chemische stoffen , de zogenaamde neurotransmitters , die in de hersenen aangemaakt worden.
Een van die neurotransmitters is dopamine welke vooral voorkomt in de hersen gebieden die de beweging aansturen.
Mensen met Parkinson hebben steeds minder dopamine in de hersenen hetgeen de verschijnselen verklaard.

Dopamine zorgt voor
A
Het soepel laten verlopen van bewegingen
B
Automatische bewegingen
C
initiatief kunnen nemen
D
alle drie de antwoorden zijn mogelijk

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Noem eens een aantal verschijnselen van de ziekte van Parkinson.

Slide 6 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Tekstslide

Traag en verminderd bewegen: lopen met schuifelpasjes, start en stopproblemen
Tandrad fenomeen, bewegingen komen langzaam op gang, stopproblemen kunnen zich voordoen.
Rigiditeit = spierstijfheid
Tremor = trillen: rusttremor geldtelbeweging
Verlies van automatische bewegingen; armzwaai bij lopen.
Typische voorovergebogen houding
Mimiekarmoede: maskerachtig gezicht, zacht en monotone spraak, klein schrijven
Veel talgafscheiding (glimmend gezicht)
Cognitieve problemen: klachten van het geheugen, de aandacht en het denken.
Parkinson dementiesyndroom: hierbij staat niet het parkinsonisme op de voorgrond maar de cognitieve achteruitgangen
Lage bloeddruk bij positieveranderingen met name ‘s morgens en na de maaltijd
Overmatig transpireren omdat de zweetklieren verstoord raken
De klachten beginnen vaak geleidelijk, meestal aan één kant en nemen na verloop van tijd toe.
Klachten wisselen per dag, per uur.

Komt Parkinson vaker voor bij mannen of bij vrouwen?
A
Mannen
B
Vrouwen
C
Beide ongeveer hetzelfde
D
Dat is onbekend

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

L-dopa---> dopamine in hersenen

Dopamine vervanging, dus in de tablet /capsule zit dopamine.
Aandachtspunt: niet in combinatie met eiwit
30 minuten voor een maaltijd
1 uur na een maaltijd

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

medicatie
Levodopa/ Carbidopa
 Sinemet (combinatie van Levodopa met Carbidopa)
 Sinemet CR (als Sinemet maar met langzame afgifte)
 Madopar (combinatie van Levodopa met Benserazide)
 Madopar HBS (als Madopar maar met langzame afgifte)
 Madopar Dispers (als Madopar maar met versnelde en kortdurende afgifte)
 Stalevo (Sinemet in combinatie met de stof Comtan in één tablet. Bij deze
combinatie wordt de werking van de Levodopa verlengd door de toevoeging van
Comtan)

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

L-dopa pomp
Intestinale gel of vloeistof via sonde in dunne darm. 


Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bijwerkingen
Onwillekeurige bewegingen ( dyskinesie)
end -dose akinesie ( stijfheid, on-off verschijnsel)
orthostatische hypotensie ( in het begin)
anorexie/misselijkheid
hoofdpijn/hallucinaties

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

dopamine agonisten
Stimuleren de dopamine receptoren van een zenuwcel ( alsof er dopamine zou zijn)

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

dopamine agonisten, bijwerkingen
Misselijkheid ( Motillium is effectief bij deze bijwerking)
ortho statische hypotensie
hallucinaties

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Mao-remmers
blokkeert afbrekende effect van dopamine
Bijwerkingen: 
(orthostatische) hypotensie, duizeligheid;
centrale effecten: slapeloosheid, slaperigheid overdag, vermoeidheid;
autonome verschijnselen: droge mond, zweten, obstipatie, gewichtstoename;
neuromusculair: hyperreflexie, spiertrekkingen, myoklonie.

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke ziekte gaat vaak gepaard met Parkinson?
A
Dementie
B
DIS
C
Autisme
D
Schizofrenie

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hallucinaties
zien, horen, ruiken, voelen wat er niet is.

Nooit Haldol!!! 
 Eerste keuze: clozapine (onder strikte bloedbeeldcontroles van leucocytenaantal en leucocytendifferentiatie,   

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies