Startrekenen rekenen met geld les 1
1 / 26
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Welke munt is het meest waard?
A
A
B
B
C
C
D
D
Slide 7 - Quizvraag
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Open vraag
Hoeveel euro heb je in totaal op ieder plaatje?
Slide 10 - Open vraag
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
€ 24,98 is afgerond?
A
€ 25,-
B
€24,50
C
€24,-
Slide 13 - Quizvraag
€ 3,78 is afgerond?
A
€ 3,50
B
€ 3,-
C
€ 4,-
Slide 14 - Quizvraag
Hoeveel is € 2,98 en € 12,15 ongeveer samen?
A
€ 14,-
B
€ 15,-
C
€ 16,-
Slide 15 - Quizvraag
€ 14,09 is afgerond?
A
€ 15,-
B
€ 14,10
C
€ 14,-
Slide 16 - Quizvraag
Slide 17 - Tekstslide
Slide 18 - Tekstslide
5,60 + 2,10
A
7,70
B
9,70
C
3,50
Slide 19 - Quizvraag
82,80 + 1,10
A
83,90
B
81,90
C
83,70
D
Slide 20 - Quizvraag
2,70 - 1,50
A
4,20
B
1,20
C
3,20
Slide 21 - Quizvraag
24,88 - 12,00
A
12,88
B
12,22
C
26,88
Slide 22 - Quizvraag
Slide 23 - Open vraag
Slide 24 - Open vraag
Je wilt 4 broodjes van €2,45 per stuk en je hebt € 10,- bij je. Heb je genoeg?
A
Ja
B
Nee
Slide 25 - Quizvraag
Je wilt een playstation spel van €49,95 en een dvd van €9,95. Je hebt €50,- bij je, heb je genoeg?
A
Ja
B
Nee
