Les 2: 2.2 Organen en cellen (Planten)

• Biologie
• Speciaal Onderwijs
• Leerroute 1
• Leerroute 2

Les 2 organen van planten.

Les Planning

Herhalen les doelen vorige les

Theorie

Korte quiz

Zelfstandig werken

Voorruitblik

Les doelen

2.2.4 Je kunt de organen van planten beschrijven.

Zet bij ieder nummer het juiste orgaan

Hoe noem je een groep organen die samenwerken?

1. Orgaanstelsel
2. Groep organen
3. Organisme
4. Orgaan

Je voedsel verteren hoort bij het

1. Bloedvatenstelsel
2. Verteringsstelsel
3. Ademhalingsstelsel

Bloed door je lichaam vervoeren hoort bij het

1. Ademhalingsstelsel
2. Verteringsstelsel
3. Bloedvatenstelsel

De longen zijn een onderdeel van het

1. Ademhalingsstelsel
2. Bloedvatenstelsel
3. Verteringsstelsel

Van klein naar groot zet de woorden in de juiste volgorde: Weefsel, orgaan, cel, organisme en orgaanstelsel

Organen van een plant

Bloem

Blad (fotosynthese)

Stengel

Wortel

Wortels

• Wortels van de plant groeien onder de grond en bestaan uit drie delen:
• Hoofdwortel
• Zijwortel
• Wortelharen

Met de wortelharen neemt de plant water en voedingsstoffen op (voedingsstoffen zijn opgelost in het water).

Wortels geven ook stevigheid, zodat de plant niet omvalt. 

Let op: 

De wortels zijn organen van de plant;

Het wortelstelsel is een orgaanstelsel. 

Bouw van een blad

Nerven

Bladmoes

Bladsteel

Bladschijf

Planten

Planten slaan reserve voedsel op in hun wortels.

Paardenbloem heeft bijvoorbeeld in de winter geen bloemen. Maar de wortels met hierin de voedingsstoffen liggen nog wel onder de grond. Hierdoor kan de plant in de lente uitgroeien. 

Fotosynthese (herhaling)

Water + Koolstofdioxide + licht + bladgroenkorrels = Glucose + Zuurstof

Welke organen zie je op de afbeelding bij de plant?

Zet de namen bij de genummerde delen.

De wortels van een plant zijn

1. orgaanstelsel
2. organen

Het wortelstelsel is een

1. orgaanstelsel
2. orgaan

Bouw van een Blad

Bladsteel

Bladschijf

Nerven

Bladmoes

Zelfstandig werken

Maak Blz. 82 - 91.

Heb je een vraag? Steek je vinger op.

Ben je klaar? Laat je werk zien aan de docent.

Voorruitblik

De volgende les gaat over de microscoop.