Zet de rechten in volgorde van belangrijk naar minst belangrijk voor jou
A. Alle mensen zijn gelijk
B. Iedereen heeft recht op leven en vrijheid
C. Niemand mag onderdrukt/gevangengehouden worden
D. Niemand mag fysiek gestraft worden
E. Iedereen heeft recht op rechtshulp
F. Niemand mag gediscrimineerd worden
G. Iedereen heeft recht op onderwijs