3.2 Welvaart, crisis en dreiging

4.2 Oorlog in Nederland en buiten Europa 
Door meneer Groenen
3.2 Welvaart, crisis en dreiging 
deel 1
1 / 51
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

In deze les zitten 51 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

4.2 Oorlog in Nederland en buiten Europa 
Door meneer Groenen
3.2 Welvaart, crisis en dreiging 
deel 1

Slide 1 - Tekstslide

1. Herhaling
2. Leervragen 3.2 (deel 1)
3. Uitleg
4. Werktijd
5. Afsluiting
Planning

Slide 2 - Tekstslide

Herhaling vorige les

Slide 3 - Tekstslide

Wat is propaganda?
A
Door gebruik van media mensen te beïnvloeden
B
Manieren om zo goed mogelijk reclame te maken
C
Op een neutrale manier nieuws verspreiden
D
Alle feiten van het nieuws

Slide 4 - Quizvraag

Waarom staat WOI ook wel bekend als een loopgravenoorlog?
A
Omdat soldaten vooral in steden en dorpen vochten.
B
Omdat het grootste deel van de oorlog werd uitgevochten vanuit loopgraven.
C
Omdat soldaten constant heen en weer moesten lopen tussen verschillende fronten.
D
Omdat er weinig gebruik werd gemaakt van moderne wapens.

Slide 5 - Quizvraag

Wanneer stopte de Eerste Wereldoorlog?
A
1914
B
1915
C
1917
D
1918

Slide 6 - Quizvraag

Leervragen
Uitleggen wat het verdrag van Versailles is
Aan het eind van de les kan je...
Uitleggen waarom de consumptie steeg
Uitleggen wat de drie straffen waren die Duitsland kreeg
Uitleggen wat dictatuur is
Uitleggen wat fascisme is

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Duitsland verliest WOI
Het Verdrag van Versailles
  • Duitsland krijgt de schuld 
  • Schadevergoeding 
  • Klein leger 
  • Afstaan grondgebied 

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Economische bloei
VS: fabrieken draaiden goed 
  • consumptie steeg (mensen kochten meer producten)
  • mensen lenen veel geld (krediet)

Slide 11 - Tekstslide

De Roerige jaren 20'
Amerika gaat een 'Gouden tijd' tegenmoet na de Eerste Wereldoorlog
  • Auto's
  • Koelkasten
  • Radio's

Rond 1925 gaat het in meerdere Europese landen goed.

Totdat de wereldcrisis aanbrak....



In de Roerige jaren 20' was het motto: ''Leef nu, betaal later''. Heel de Amerikaanse samenleving was gebaseerd op (ongezonde) leningen.

Slide 12 - Tekstslide

Dictatuur Italië 
1924: Mussolini leider Italië 
  • tegen democratie 
  • bijnaam: il duce (de leider)
  • Fascisme 

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Fascisme
Kenmerken: 
  1. één leider 
  2. Geen democratie (totalitaire samenleving)
  3. Geweld wordt verheerlijkt
  4. Nationalistisch

Slide 15 - Tekstslide

Afsluiting

Slide 16 - Tekstslide

Wat was geen afspraak in het verdrag van Versailles?
A
Klein leger
B
Duitsland wordt uit de Europese Unie gezet
C
Herstelbetalingen
D
Duitsland verliest grondgebied

Slide 17 - Quizvraag

Wie was de leider van Italie
A
Meneer Tekindemir
B
Adolf Hitler
C
Benito Mussolini
D
Jozef Stalin

Slide 18 - Quizvraag

Hoe noem je het als je geld leent bij de bang om dingen te kopen?
A
Limiet
B
Krediet
C
Belasting
D
Schuld

Slide 19 - Quizvraag

Kenmerk van fascisme
A
Nationalistisch
B
Liberaal
C
Socialistisch
D
Democratisch

Slide 20 - Quizvraag

4.1: oorlog in Europa
Werktijd!
Zelfstandig
KLAAR ?
Huiswerk! 
Maken:
  • BK: bladzijde 1 t/m 5 blz 89 t/m 91 
  • KGT: bladzijde 98 t/m 100
Hoe?
  • Alleen
  • Vraag? Steek je vinger op
Goed zo! 
Laat het zien aan de docent.  

Daarna: 5+6 daarna maak de herhaling van paragraaf 1+ 2 

Slide 21 - Tekstslide

4.2 Oorlog in Nederland en buiten Europa 
Door meneer Groenen
3.2 Welvaart, crisis en dreiging 
deel 2

Slide 22 - Tekstslide

1. Herhaling
2. Leervragen 3.2 (deel 2)
3. Uitleg
4. Werktijd
5. Afsluiting
Planning

Slide 23 - Tekstslide

Herhaling vorige les

Slide 24 - Tekstslide

Wat was geen afspraak in het verdrag van Versailles?
A
Klein leger
B
Duitsland wordt uit de Europese Unie gezet
C
Herstelbetalingen
D
Duitsland verliest grondgebied

Slide 25 - Quizvraag

Wie was de leider van Italie
A
Meneer Tekindemir
B
Adolf Hitler
C
Benito Mussolini
D
Jozef Stalin

Slide 26 - Quizvraag

Hoe noem je het als je geld leent bij de bang om dingen te kopen?
A
Limiet
B
Krediet
C
Belasting
D
Schuld

Slide 27 - Quizvraag

Kenmerk van fascisme
A
Nationalistisch
B
Liberaal
C
Socialistisch
D
Democratisch

Slide 28 - Quizvraag

Leervragen
Aan het eind van de les kan je...
Uitleggen wat de beurskrach was
Uitleggen hoe er veel werkloosheid kwam in Nederland 
Uitleggen wat Nazi Duitsland was
Uitleggen wat racisme is

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Video

De Roerige jaren 20'
Amerika gaat een 'Gouden tijd' tegenmoet na de Eerste Wereldoorlog
  • Auto's
  • Koelkasten
  • Radio's

Rond 1925 gaat het in meerdere Europese landen goed.

Totdat de wereldcrisis aanbrak....



In de Roerige jaren 20' was het motto: ''Leef nu, betaal later''. Heel de Amerikaanse samenleving was gebaseerd op (ongezonde) leningen.

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Tekstslide

Werkloosheid in Nederland
  • Werklozen kregen een uitkering
  • Amsterdamse Bos werd aangelegd door werklozen
  • Werklozen halen elke dag een stempel

Slide 37 - Tekstslide

Slide 38 - Video

Nationaalsocialisme en de economie
Kenmerken van nationaalsocialisme
  • gewelddadig
  • tegen de democratie
  • nationalistisch
  • racistisch (idee dat een mensenras beter is dan de ander), vooral tegen de Joden

Hitler laat de Duitse economie weer opknappen:
  • Snelwegen
  • Bruggen
  • Leger
Hitler leende grote bedragen geld van banken.

Slide 39 - Tekstslide

Slide 40 - Link

Hitler en de Nazipartij
De Nazipartij (nationaalsocialisten) wordt weer populair in Duitsland.

Punten van de Nazipartij:
  • Een sterk Duitsland
  • Einde van de straf uit WOI
  • Een gezond Duits ras
  • Maatregelen tegen de joden


Hitler beloofde goed  te zorgen het 'Duitse volk' .
De joden kregen de schuld van alle ellende in Duitsland.

Slide 41 - Tekstslide

Jodenhaat 
Rassenleer: 
De Joodse gelovigen zouden een Joods 'ras' vormen die een bedreiging zouden zijn voor het  Duitse 'ras'.

Start van antisemitisme.

(Dit slaat natuurlijk nergens op, maar vanwege de situatie werden mensen makkelijk overgehaald)







Antisemitisme:
Jodenhaat

Slide 42 - Tekstslide

Rassenleer.

Slide 43 - Tekstslide

Rassenleer.

Slide 44 - Tekstslide

Afsluiting

Slide 45 - Tekstslide

Waar begon de Beurskrach?
A
Duitsland
B
VS
C
Nederland
D
Frankrijk

Slide 46 - Quizvraag

Wat moesten de werklozen doen voor een uitkering?
A
Gras maaien bij de boeren
B
Ministers helpen met klusjes
C
Amsterdamse Bos aanleggen
D
De vrouwen thuis helpen met het huishouden

Slide 47 - Quizvraag

Wat is het verschil tussen fascisme en nationaalsocialisme?

Slide 48 - Open vraag

Wat is een Nazi?
A
Nationaalsocialisten
B
Communisten

Slide 49 - Quizvraag

Hoe wordt Jodenhaat ook wel genoemd?

Slide 50 - Open vraag

4.1: oorlog in Europa
Werktijd!
Zelfstandig
KLAAR ?
Huiswerk! 
Maken:
  • BK: bladzijde 
  • KGT: bladzijde 

Hoe?
  • Alleen
  • Vraag? Steek je vinger op
Goed zo! 
Laat het zien aan de docent.  

Daarna: lezen in je leesboek

Slide 51 - Tekstslide