6.3 Bevruchting

• Biologie
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

Lezen

Pak je leesboek

6.3 Bevruchting

Vandaag

Herhalen, afronden § 6.1 en § 6.2 

Lezen, maken en leren § 6.3

Uitleg § 6.3

Werkboekje afronden

Sleep de namen van de organen van de bloem naar de juiste plaats. 

stempel

vruchtbeginsel

stijl

kelkblad

helmknop

helmdraad

bloemsteel

kroonblad

Waarom zijn kroonbladeren groot en opvallend?

1. Dat is mooi om te zien
2. Dan trappen de mensen er minder snel op
3. Dat heeft geen reden
4. Voor het aanlokken van insecten

Hoe heten de mannelijke voortplantingsorganen?

1. meeldraden
2. helmhokje
3. helmknop
4. stuifmeel

Hoe heten de vrouwelijke voortplantingsorganen?

1. zaadbeginsel
2. stampers
3. vruchtbegingsels
4. eicel

Bij een bloem met rood gekleurde kroonbladeren vindt bestuiving plaats doormiddel van ...

1. insecten
2. de wind

Bij een bloem die sterk geurt vindt de bestuiving plaats via ...

1. de wind
2. insecten

Je ziet een vlinder bij een bloem. Waarom vliegen vlinders van bloem naar bloem?

1. Om de plant te bevruchten
2. Om nectar te drinken
3. Om zaden te verspreiden

De bloem van P is ...?
De bloemen van Q zijn ...?

1. P Eenslachtig Q Tweeslachtig
2. P Tweeslachtig Q Eenslachtig
3. P Eenslachtig Q Eenslachtig
4. P Tweeslachtig Q Tweeslachtig

Wat voor bloem is dit?

1. Insectenbloem
2. Windbloem

Deze bloem is een ...

1. Insectenbloem
2. Windbloem

Aan de slag - Huiswerk 

Schrijf eerst je huiswerk in je agenda:

Afronden § 6.1 en § 6.2

Maken en leren § 6.3

Toets Thema 6 - 1 juli

Genoteerd? Dan lezen en maken § 6.3

Straks

Uitleg § 6.3 

Afronden § 6.1 tm § 6.3 

Klaar? Verder werken aan je werkboekje

Leerdoelen § 6.3

• 6.3.5 Je kunt beschrijven hoe de bevruchting bij zaadplanten verloopt.
• 6.3.6 Je kunt de veranderingen in het zaadbeginsel na bevruchting beschrijven.

 

Bevruchting

• Verloop van bevruchting 
  

•  Na bevruchting
  

In het zaadbeginsel

Eicelkern en kern van stuifmeelkorrel versmelten met elkaar.

De kern bevat chromosomen van man en vrouw.

Na de bevruchting

 Uit de bevruchte eicel ontstaat zo een kiem. 

Uit het zaadbeginsel ontstaat een 

zaad.

Elk zaad bevat een kiem. Als het zaad kiemt, groeit uit de kiem een kiemplantje.

Kieming

• Eicel > kiemplant
  
• Zaadbeginsel > Zaadhuid + lobben
  

Het resultaat : vruchten

Wat is bestuiving?

1. Als stuifmeelkorrels op de stempel komen van dezelfde soort
2. Als eicellen op de stempel terecht komen

Wat zijn kenmerken van insectenbloemen?

1. kroonbladeren fel gekleurd
2. stempel groot
3. meeldraden buiten de bloem
4. ze ruiken lekker

Hebben windbloemen veel of weinig stuifmeel?

1. weinig
2. veel

Heeft hier bestuiving plaatsgevonden?
En bevruchting?

1. wel bestuiving, geen bevruchting
2. zowel bestuiving als bevruchting
3. wel bevruchting, geen bestuiving
4. geen bestuiving, geen bevruchting

Hoe vaak is
de appel bevrucht?

1. 1
2. 2
3. 3
4. 4

Wat gebeurt er met de zaadbeginsels die niet zijn bevrucht?

1. ontwikkelen zich tot zaden
2. verschrompelen
3. die worden groter
4. die krijgen bloemen

Hoeveel stuifmeelkorrels kunnen een eicel bevruchten

1. 1
2. 2
3. 3
4. geen

In welke volgorde verloopt de geslachtelijke voortplanting bij planten?

1. bestuiving, bevruchting, ontstaan van de stuifmeelbuis
2. bestuiving, ontstaan van de stuifmeelbuis, bevruchting
3. bevruchting, bestuiving, ontstaan van de stuifmeelbuis
4. bevruchting, ontstaan van de stuifmeelbuis, bestuiving

Aan het werk!

Huiswerk: afronden  § 6.3

Klaar met al je huiswerk van thema 6?

Werkboekje afronden

Leren voor de toets 

https:

Vanaf Kroonblad tot en met het einde.