Week 37 Fictie

• Nederlands
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 1

Pak je leesboek en ga lezen.

Wat gaan we doen?

1. Lezen in het leesboek, 15 min
2. Voorkennis ophalen
3. Aan de slag met fictie!

Fictie kan bestaan uit realistisch fictie en niet-realistisch fictie.

1. niet waar
2. waar

fictie of non-fictie

1. fictie
2. non-fictie

Fictie
Wat is fictie?

1. Verzonnen verhalen
2. Biografie
3. Informatieve verhalen
4. Autobiografie

Is dit fictie of non-fictie?

1. fictie
2. non fictie

Fictie

Non-fictie

Fictie, realistisch

Fictie, onrealistisch

non-fictie

Fictie

1. Fictie:
   Verzonnen verhalen om de lezers te amuseren (vermaken).
2. Realistische fictie:
   Verzonnen verhalen, gebaseerd op de waarheid, maar er zijn zaken door de schrijver verzonnen en toegevoegd.
3. Niet realistische fictie:
   Verzonnen verhalen, niet gebaseerd op de werkelijkheid. Zoals Harry Potter.

Non-fictie

Non-fictie is niet verzonnen. Dit zijn dus waargebeurde verhalen, zonder dat er ook maar iets is toegevoegd dat is verzonnen.

Voorbeelden: nieuwsberichten, lesboeken, autobiografie (boek over het leven van iemand).

Aan de slag!

Aan de slag met Fictie, paragraaf 2, personages (blz. 72 t/m 75)

Maak opdracht 1, 2 en 3.

Klaar? Lees tekst 4  en maak opdr. 5.
(opdr. 4 hoef je niet te maken)

Wat gaan we doen?

1. Lezen in leesboek, 15 min
2. Voorkennis activeren
3. Huiswerk bespreken
4. Nieuwe kennis toevoegen
5. Aan de slag! 

Welke twee soorten personages kennen we?

Personages

Slepen

Mijn favoriete genre is:

Wat vind je een leuk onderwerp om over te lezen?

Aan de slag!

Maak opdracht 1 t/m 5 van Fictie op blz. 78 t/m 83.

Klaar? Ga rustig in je leesboek lezen.