2.3 Basis en Kader

2 Kader 
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 4

In deze les zitten 12 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

2 Kader 

Slide 1 - Tekstslide

 Economie 3 Kader
  • Hoofdstuk 2 Jij en je geld!
  • Terugblik 2.2 Kader  (leerdoelen)
  • Uitleg Kader paragraaf 2.3 Lenen is betalen 
  • Zelf aan de slag
Wat gaan we doen?

Slide 2 - Tekstslide

Zelf aan de slag 
Ga actief aan de slag met het kijken naar vragen die je kunt gebruiken voor het SE

Slide 3 - Tekstslide

Herhaling leerdoelen 2.2 Kader

  • Welke redenen zijn er om te sparen?
  • Wat zijn de voor-en nadelen van beleggen?
  • Welke rol hebben banken in het geldverkeer?

Slide 4 - Tekstslide

Leerdoelen 2.3

  • Waarom lenen mensen geld?
  • Wat zijn de kosten van een lening?
  • Welke soorten leningen zijn er?

Slide 5 - Tekstslide

0

Slide 6 - Video

Leenmotieven
Dit zijn redenen om te lenen

Onverwacht geldtekort
Tijdelijk geldtekort
Koop van een gebruiksgoed
Koop van een huis (hypotheek)

Slide 7 - Tekstslide

Lening terugbetalen
Als je geld hebt geleend moet je twee dingen terugbetalen
  1. Het leenbedrag (aflossen)
  2. Een vergoeding (rente)
De rente en aflossing samen betaal je 
in termijnen aan de bank. 
Alles wat je méér terugbetaalt dan je hebt
geleend, noem je de kredietkosten.

Slide 8 - Tekstslide

Kredietvormen
- Persoonlijke lening 
(aflossen in vooraf afgesproken termijnen)

- Doorlopend krediet 
(betaal je ook in maandtermijnen terug,
maar het afgeloste bedrag kun je weer opnemen)

- Salariskrediet
(tot een bepaald bedrag in het rood → hangt van je salaris af)

Slide 9 - Tekstslide

Aankoop in termijnen
Afbetaling
 Koop op afbetaling:
Je betaalt de koopprijs is termijnen af.  Je bent meteen na de koop de eigenaar van het product
Huurkoop
Lijkt op koop op afbetaling

Verschil: pas eigenaar als ALLES afbetaald is.
Lease
Huren → maandelijks bedrag betalen
GEEN eigenaar

Slide 10 - Tekstslide

Hypothecaire lening
  • Voor veel mensen de grootste lening ( 30 jaar)
  • Voor een gebouw
  • Het huis of de grond dient als onderpand

Slide 11 - Tekstslide

Kredietkosten: rekenvraag
Je leent € 4.000 met een looptijd van drie jaar en betaalt in maandtermijnen van € 130,-. Wat betaal je aan kredietkosten? 

Totale kosten 3 x 12 x €130  = € 4.680
Leenbedrag                                = € 4.000
----------------------------------------   - 
Kredietkosten                            =€      680

Slide 12 - Tekstslide