Klas 2, par 2.6: Stad in de steigers

Klas 2, par 2.6:
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 14 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Klas 2, par 2.6:

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
  1. Je weet met welke maatregelen je de stad weer aantrekkelijk kunt maken.
  2. Je begrijpt waarom de grote steden veel mensen uit de randgebieden van Nederland aantrekken.
  3. Je kunt met hulp van kaarten de veranderingen in de Nederlandse stad beschrijven.

Slide 2 - Tekstslide

Terugloop in de stad door suburbanisatie
Vanaf 1960 vertrekken veel mensen uit de stad om in de omliggende plaatsen te wonen (suburbanisatie). Deze mensen hebben het geld om te verhuizen, op een grotere plek te gaan wonen en een auto te kopen om naar de stad te forenzen (op en neer rijden tussen de woonplek en de plek van het werk. 
De mensen die niet genoeg geld hebben om te verhuizen, die blijven in de stad wonen. En dat is een probleem voor de stad, want die krijgt minder inkomsten:
De mensen die in de stad blijven wonen hebben minder geld en kunnen dus ook minder uitgeven in de winkels, uit eten gaan of op een andere manier recreëren. De stad wordt dus langzaamaan steeds armer.

Slide 3 - Tekstslide

Opknappen van de slechte wijken
Om te zorgen dat mensen niet vertrekken naar dorpen en weer in de stad willen wonen, moet de stad worden opgeknapt. Vooral de wijken die minder goed zijn (waar veel rijke mensen uit weg zijn gegaan en armere mensen zijn overgebleven) moeten worden opgeknapt.
Dit opknappen van de stad kan op 4 manieren worden gedaan:
  1. Renovatie
  2. Sanering
  3. Nieuwbouw
  4. Vinex-wijken

Slide 4 - Tekstslide

Renovatie
Bij renovatie worden huizen opgeknapt. De huizen zijn verouderd en kunnen wel wat beter worden. Wat zijn voorbeelden van renovatie?
  • Isoleren van een huis (dat je minder koude lucht binnen krijgt en je het huis dus minder hoeft op te warmen)
  • Nieuw dak, raamkozijnen of voordeur (zodat het huis of appartement er mooier en nieuwe uit ziet)
  • Scheuren in muren dicht maken
  • Vervangen van oude houten balken in huis (zodat het huis weer stevig is)

Soms wordt er slechts 1 huis gerenoveerd, maar er kan ook een heel appartementenblok of zelfs een hele woonwijk worden gerenoveerd.
Gentrificatie is een vorm van renovatie...

Slide 5 - Tekstslide

Sanering
Bij sanering worden huizen of gebouwen afgebroken en worden er nieuwe voor in de plaats gebouwd. Dit wordt vaak gedaan als de gebouwen te slecht zijn en renovatie geen optie meer is. In dat geval is het slopen de enige optie die over blijft.

Vaak worden hele woonwijk gesaneerd en wordt alles in een keer opnieuw opgebouwd. Sanering is dan ook niet door een bewoner van een huis te doen en wordt door de gemeente gedaan.

Een mooi voorbeeld van sanering is de vroegere V&D die naast school stond. Deze is een aantal jaren geleden gesloopt en op dit moment zijn ze bezig met de bouw van een nieuw centrum met flatgebouw.

Slide 6 - Tekstslide

Nieuwbouw
Op plekken die nu nog leeg zijn in de stad kunnen nieuwe gebouwen worden gebouwd. Dit zijn vaak plekken waar mensen eerst niet wilden wonen. Bijvoorbeeld in de haven of industrieterreinen die nu niet meer worden gebruikt en nu dus wel geschikt zijn om te wonen. 
Tegelijkertijd wordt ook vaak de omgeving (de straten, pleintjes en bomen en planten) mee opgeknapt, zodat de nieuwe woningen nog aantrekkelijker worden om in te wonen.

Een goed voorbeeld zijn de plannen in Nijmegen rondom de Honig-fabriek. Deze fabriek is niet meer in gebruik, dus willen ze er heel veel nieuwe appartementen en flats bouwen.
Hiernaast zie je een luchtfoto van Nijmegen en in het wit zie je de nieuwe gebouwen die de gemeente wil bouwen.

Slide 7 - Tekstslide

Vinex-wijken
Tegen de stad aan worden er soms ook nieuwe wijken gebouwd. Eigenlijk zijn de vinex-wijken ook een soort van nieuwbouw. Alleen ben je nu niet afhankelijk van de ruimte die er in de stad op lege plekken is, maar kun je een hele wijk bouwen tegen de stad aan. Net zo groot als nodig is.
Wel is belangrijk dat de wijk tegen de stad aan ligt en niet in de buurt van dorpen/de natuur. Het groen moet namelijk beschikbaar blijven om te kunnen recreëren (bijvoorbeeld te fietsen of wandelen door de natuur)

Slide 8 - Tekstslide

De compacte stad
De steden hadden toch wel door dat alleen maar uitbreiden niet goed is. Dan moet je als stad bijvoorbeeld veel meer wegen en riolen aanleggen en onderhouden. En is uitbreiden eigenlijk wel nodig als er huizen leeg staan? Daarnaast gaat uitbreiden ook ten koste van de Nederlandse natuur.

Daarom is er iets veranderd in hoe steden te werk gaan. Ze knappen de stad op met de compacte stad in gedachten. Dit betekent dat je probeert zoveel mogelijk lege plekken in de stad op te vullen en tegen de stad aan te bouwen. De 4 manieren van opknappen sluiten dus goed bij dit idee aan.

Toekomst: waarschijnlijk gaat de Nederlandse stad in de toekomst zo 'compact' worden, dat we de natuur een onderdeel laten worden van de stad...


Slide 9 - Tekstslide

Elk voordeel heeft zijn nadeel
Het opknappen van de stad haalt perfect zijn doel. De huizen en wijken worden beter, mooier, fijner om te wonen en rijke mensen gaan graag weer in deze wijken wonen. 
Maar er zit helaas ook een keerzijde aan vast. De opgeknapte huizen en wijken zullen ook duurder worden. Dit betekent dat mensen met minder inkomsten de opgeknapte of nieuwe huizen niet kunnen kopen. Sterker nog, het kan zelfs zijn dat mensen die een huis in de wijk huren hem niet meer kunnen betalen en moeten verhuizen. 
In steden waar er weinig woonplaatsen zijn (bijvoorbeeld in de Randstad) komt het dan ook regelmatig voor dat mensen geen huis in de stad meer kunnen betalen en gedwongen ergens anders in de buurt moeten wonen. 

Slide 10 - Tekstslide

Probleemwijken
Een andere reden waarom steden de stad willen opknappen, is omdat er problemen kunnen ontstaan in wijken die minder goed zijn. Zo kan er gemakkelijker criminaliteit ontstaan of voorkomen in een wijk waar veel armoede heerst.
Maar ook rondom migratie kunnen er problemen ontstaan. In Nederland willen wij graag dat mensen die uit het buitenland komen zo snel mogelijk onderdeel worden van de maatschappij (dat ze bijv. de taal spreken, een baan kunnen vinden en vrienden krijgen). Alleen is het zo dat mensen die uit het buitenland komen vaak niet veel geld hebben en daarom in een goedkope wijk gaan wonen, samen met anderen uit het buitenland die ook weinig geld hebben. Zo wonen ze en gaan ze vooral om met mensen uit het land van herkomst en leven ze dus gescheiden van andere stadsbewoners. Dit noem je segregatie.

Slide 11 - Tekstslide

Problemen moet je oplossen
Om van de probleemwijken (wijken waar veel criminaliteit of segregatie is) af te komen, moet de sfeer in de wijken veranderen. Zo helpt het als de wijk wordt opgeknapt en er ook rijkere mensen komen te wonen, maar dit is lang niet altijd genoeg. Vaak moeten er maatregelen komen. Deze maatregelen zijn gericht op 3 punten:
  1. Leefbaarheid voor kinderen. Er komen speeltuinen en sportvelden, zodat kinderen zich op een fijne manier op straat kunnen vermaken.
  2. Vergroten contact tussen volwassenen. Er komen cafe's, parken en buurthuizen waar mensen met elkaar kunnen praten. Dit helpt voor mensen uit het buitenland om sneller de Nederlandse taal te leren en helpt tegen eenzaamheid voor ouderen.
  3. Veiligheid op straat. Er komt 's nachts meer licht van straatlantaarns en er komen wijkagenten die regelmatig met jongeren in gesprek gaan.

Slide 12 - Tekstslide

Opnieuw naar de stad
Sinds 2005 vertrekken en weinig mensen uit de stad. De suburbanisatie wordt dus minder en er gaan weer volop mensen in de stad wonen. Er zijn 3 groepen die er vooral voor zorgen dat er zoveel mensen bij komen in de steden:

  1. Ex-studenten. Nadat ze klaar zijn met hun opleiding blijven studenten vaak in de stad wonen en starten ze een gezin.
  2. EU-migranten. Door nieuwe wetten in de EU kun je makkelijk naar andere landen reizen om daar te werken. Zo komen er bijv. heel veel mensen uit Polen naar Nederland en deze vinden vaak een woning in de steden.
  3. Veel jongeren trekken tegenwoordig naar de stad. Dit is de beste plek voor een baan of opleiding en er zijn veel voorzieningen om gebruik van te maken.

Slide 13 - Tekstslide

Verhuizen uit of juist naar de stad
In dit hoofdstuk wisselt het vaak of mensen juist naar de stad toe gaan, of dat ze er uit vertrekken. Het is dan ook logisch als het door elkaar gaat lopen.
In de afbeelding hiernaast staan 3 fasen voor de Nederlandse stad, de bijbehorende begrippen en de jaartallen en een pijl of mensen naar de stad toe gaan of er juist uit weg gaan.
Urbanisatie
1900.
Mensen trekken van het platteland naar de stad (urbanisatie)
Het leven op het platteland was niet goed (veel armoede en weinig kansen). In de stad komt industrie op (veel werk en kansen, ook zonder opleiding). 
De stad groeit en slokt omliggende dorpen op (agglomeratie)
Suburbanisatie
1960
Mensen trekken weg uit de stad (suburbanisatie)
Mensen hebben het geld om een auto te kopen en op en neer te reizen tussen hun woonplek en hun werk (forenzen). Ook kunnen ze fijner wonen met hun kinderen op een rustigere plek.
De stad krimpt en de dorpen groeien. Er komt een wisselwerking tussen de stad en de omliggende dorpen (stadsgewest)
Re-urbanisatie
2005
Mensen blijven in de stad of trekken er juist naartoe (re-urbanisatie)
De stad is een aantrekkelijke plek voor veel jonge mensen. Zo zijn er veel opleidingen en voorzieningen voor studenten, is er werk en blijven voormalig studenten in de stad wonen omdat de leefbaarheid goed is.
De stad groeit opnieuw.

Slide 14 - Tekstslide