3MWW: persoonlijkheid

3MWW: persoonlijkheid
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

Onderdelen in deze les

3MWW: persoonlijkheid

Slide 1 - Tekstslide

Bereid zijn om anderen te helpen, past bij de big-five dimensie:
A
neuroticisme
B
introversie
C
zorgvuldigheid
D
vriendelijkheid

Slide 2 - Quizvraag

Wie gevoelig is voor stress, scoort hoog op de dimensie
A
neuroticisme
B
introversie
C
zorgvuldigheid
D
vriendelijkheid

Slide 3 - Quizvraag

Het tegenovergestelde van emotionele stabiliteit is:
A
neuroticisme
B
introversie
C
zorgvuldigheid
D
vriendelijkheid

Slide 4 - Quizvraag

Kunstenaar Michaël Borremans: ‘Ik heb niet echt een sociaal leven. Dat mis ik ook niet. Mijn beste kunst maak ik als ik maanden in afzondering leef.’ Dit past bij volgende dimensie van de Big Five:
A
neuroticisme
B
introversie
C
zorgvuldigheid
D
openheid voor nieuwe ervaringen

Slide 5 - Quizvraag

Onderzoek toont aan dat we op oudere leeftijd angstiger worden voor ziektes en overlijden. Dit past bij volgende dimensie van de Big Five:
A
neuroticisme
B
introversie
C
zorgvuldigheid
D
openheid voor nieuwe ervaringen

Slide 6 - Quizvraag

Sommige mensen hebben vaak nood aan een nieuwe uitdaging en veranderen daarom dikwijls van job. Dit past bij volgende dimensie van de Big Five:
A
neuroticisme
B
introversie
C
zorgvuldigheid
D
openheid voor nieuwe ervaringen

Slide 7 - Quizvraag

In relaties vormen een rommelige en een ordelijke partner een lastige combinatie, zelfs als ze allebei dezelfde ideeën hebben over cruciale waarden zoals financiën en de kinderwens. Dit past bij:
A
neuroticisme
B
introversie
C
zorgvuldigheid
D
openheid voor nieuwe ervaringen

Slide 8 - Quizvraag

Wie graag op reis gaat om vreemde culturen te leren kennen, scoort hoog op de dimensie
A
neuroticisme
B
introversie
C
zorgvuldigheid
D
openheid voor nieuwe ervaringen

Slide 9 - Quizvraag

Wie in stressvolle situaties kalm blijft, scoort laag op de dimensie
A
neuroticisme
B
introversie
C
zorgvuldigheid
D
openheid voor nieuwe ervaringen

Slide 10 - Quizvraag

zwarte gal overheerst
A
sanguinisch
B
cholerisch
C
melancholisch
D
flegmatisch

Slide 11 - Quizvraag

slijm overheerst
A
sanguinisch
B
cholerisch
C
melancholisch
D
flegmatisch

Slide 12 - Quizvraag

Bloed overheerst
A
sanguinisch
B
cholerisch
C
melancholisch
D
flegmatisch

Slide 13 - Quizvraag

Gele gal overheerst
A
sanguinisch
B
cholerisch
C
melancholisch
D
flegmatisch

Slide 14 - Quizvraag

Wie heel sociaal is, heeft een ... temperament
A
sanguinisch
B
cholerisch
C
melancholisch
D
flegmatisch

Slide 15 - Quizvraag

Wie kalm blijft in stressvolle situaties, heeft een ... temperament
A
sanguinisch
B
cholerisch
C
melancholisch
D
flegmatisch

Slide 16 - Quizvraag

Wie snel kwaad wordt, heeft een ... temperament
A
sanguinisch
B
cholerisch
C
melancholisch
D
flegmatisch

Slide 17 - Quizvraag

Wie vaak donkere gedachten heeft, heeft een ... temperament
A
sanguinisch
B
cholerisch
C
melancholisch
D
flegmatisch

Slide 18 - Quizvraag

‘Ik ben altijd zenuwachtig wanneer ik een toets moet afleggen’, zeggen veel leerlingen net voor een examen. Dat is een voorbeeld van
A
zelfcognitie
B
zelfwaardering

Slide 19 - Quizvraag

Tara vindt het niet leuk dat ze zo gevoelig is en snel begint te huilen. Dat is een voorbeeld van
A
zelfcognitie
B
zelfwaardering

Slide 20 - Quizvraag

‘Ik ben student verpleegkunde’, past bij de
A
sociale identiteit
B
persoonlijke identiteit
C
collectieve/culturele identiteit
D
relationele identiteit

Slide 21 - Quizvraag

‘Ik ben koppig’, past bij de
A
sociale identiteit
B
persoonlijke identiteit
C
collectieve/culturele identiteit
D
relationele identiteit

Slide 22 - Quizvraag

‘Ik ben de zus van Anna’, past bij de
A
sociale identiteit
B
persoonlijke identiteit
C
collectieve/culturele identiteit
D
relationele identiteit

Slide 23 - Quizvraag

Annelies Verlinden wordt gezien als een verantwoordelijke minister van Binnenlandse Zaken.’ ‘Minister’ is een voorbeeld van de
A
sociale identiteit
B
persoonlijke identiteit
C
collectieve/culturele identiteit
D
relationele identiteit

Slide 24 - Quizvraag

‘Ik ben een Eeklonaar’, past bij de
A
sociale identiteit
B
persoonlijke identiteit
C
collectieve/culturele identiteit
D
relationele identiteit

Slide 25 - Quizvraag

Mannen hebben gemiddeld gezien een hoger zelfbeeld dan vrouwen
A
waar
B
niet waar

Slide 26 - Quizvraag

Omdat onze identiteit uit meerdere onderdelen bestaat, spreken we over een gelaagde identiteit
A
waar
B
niet waar

Slide 27 - Quizvraag

Een ander woord voor zelfcognitie is zelfconcept.
A
waar
B
niet waar

Slide 28 - Quizvraag

Welke eigenschap is minst erfelijk bepaald
A
intelligentie
B
alcoholisme
C
seksueel gedrag
D
religiositeit

Slide 29 - Quizvraag

Welke eigenschap is meest erfelijk bepaald
A
intelligentie
B
alcoholisme
C
seksueel gedrag
D
religiositeit

Slide 30 - Quizvraag