Unit 4: Inventions

Unit 4: Inventions
1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

Unit 4: Inventions

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Grammar 
Past simple 
Present perfect
Modals
Present simple or present perfect
Much / Many / a (little) / (a) few

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

The Present Perfect
Voltooid Tegenwoordige Tijd

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

The Present Perfect?
Form
Have / Has + voltood deelwoord
have ==> I, You, We & they
Has ==> He, She, It

  • She has lived in Liverpool all her life
  • I have seen that film before

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Youtube video saved the radio star
A homeless man who has lived on the streets of Cleveland, USA for years, has shot to fame, after a clip of his smooth radio voice went viral on the internet. Ted Williams was filmed by a local cameraman, holding a cardboard sign that read: "I'm an ex-radio announcer who has failed on hard time". Williams is seen in the video asking for money in exchange for a quick blast of his "God-given voice". Now that the video has had millions of hits on YouTube, Williams has become an overnight sensation. 
He has spent today appearing on talk shows across America, sporting a new haircut and a smarter appearance than on the clip that made him famous.
Since his story broke, he had received numerous job offers from big broadcasting names including ESPN, MTV, ABC, CBS and CNN and The Cleveland Cavaliers
Williams has been on the streets for years and has struggled with drug and alcohol addiction for years

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Which 'present perfect' forms were you able to find?
Share your screenshot here.

Slide 6 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

The Present Perfect?
Form
Affirmative
Bij regelmatige werkwoorden maak je het voltooid deelwoord door -ed aan het hele werkwoord toe te voegen
  • She has lived in Liverpool all her life / They have  returned from the store 

Bij onregelmatige werkwoorden heeft het voltooid deelwoord een eigen vorm. Deze moet je uit je hoofd leren.
  • I've seen that film before / He's known her his whole life

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Choose the correct present perfect form to complete the sentence:

Micaela ___________her bag.
A
have lost
B
has lost
C
have lose
D
has lose

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Choose the correct word to complete the sentence:
My father ___________ a laptop
A
has buy
B
have bought
C
has bought
D
have buy

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Choose the correct word to complete the sentence:
Paul ________ you a message
A
have wrote
B
has write
C
has wrote
D
has written

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Use the words below to make the affirmative form of the present perfect.

he / to know
timer
0:30

Slide 12 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Use the words below to make the affirmative form of the present perfect.

They / to work
timer
0:30

Slide 13 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Use the words below to make the affirmative form of the present perfect.

we / to be
timer
0:30

Slide 14 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Use the words below to make the affirmative form of the present perfect.

It / to have
timer
0:30

Slide 15 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Complete the sentence. Use the verb in brackets.

Beatrice and I ______ each other since we were 2 years old.
(to know)
timer
0:20

Slide 16 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Complete the sentence. Use the verb in brackets.

You ______ this dress for more than five years. (to have)
timer
0:20

Slide 17 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Use the words below to make the affirmative form of the present perfect.

she / to play
timer
0:30

Slide 18 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Use the words below to make the affirmative form of the present perfect.

You / to like
timer
0:30

Slide 19 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

The present perfect
Interrogative

Je maakt vragen door have/has vooraan de zin te plaatsen.
  • Have you (ever) walked in snow?
    Heb je (ooit) in sneeuw gelopen?
  • Has your uncle ever been to Australia?
    Is jouw oom (ooit) in Australie geweest?

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Choose the correct present perfect form to complete the sentence:

_____ you _____ your room?
A
have - tidy
B
have - tidied
C
Has - tidy
D
Has - tidied

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Use the present perfect to ask a question with the words below.

Your father / (to) pay / the bill?
timer
0:30

Slide 22 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Use the present perfect to ask a question with the words below.

you / (to) hear / about Mary?
timer
0:30

Slide 23 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Use the present perfect to ask a question with the words below.

everybody / (to) go / home
timer
0:30

Slide 24 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Use the verb in brackets complete the sentence.
Write the full sentence

______ you ever ______ Gina? (to meet)
timer
0:40

Slide 25 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

The present perfect
Negative
Je maakt ontkennende zinnen door not achter have/has te plaatsen
  • My parents haven't / have not kept all of my schoolbooks
    Mijn ouders hebben niet al mijn schoolboeken bewaard
  • The baby hasn't / has not fallen asleep yet 
    De baby is nog niet in slaap gevallen

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Choose the correct present perfect form to complete the sentence:

He ________ a DVD player
A
has never use
B
have never used
C
has never used
D
have never use

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Use the present perfect to make a negative sentence with the words below.

She _____ not / (to) finish / her work yet
timer
0:30

Slide 28 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Use the present perfect to make a negative sentence with the words below.

She _____ never / (to) be / to Milan
timer
0:30

Slide 29 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Use the present perfect to make a negative sentence with the words below.

I _____ never / (to) visit / this museum
timer
0:30

Slide 30 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

When to use the present Perfect?
Je gebruikt de present perfect om…
… te praten over ervaringen (in iemands leven) tot nu toe.

Ik ben bij de kapper geweest

Ik heb wel eens pizza gegeten
I've been to the hairdresser

I've eaten pizza before

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

When to use the present Perfect?
Je gebruikt de present perfect om…
…te zeggen dat iets in het verleden is gebeurd en dat je daarvan nu het resultaat merkt

Alexis feels sick. She has eaten too much
They’re late because they have missed their train

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

When to use the present Perfect?
Je gebruikt de present perfect om…
… te zeggen dat iets in het verleden is begonnen en nu nog aan de gang is.


She has played the guitar since she was a teenager
They have known each other for ten years
Signaalwoorden
  • For
  • Since
  • in

Slide 33 - Tekstslide

Sarah and James have lived in London for 5 years
The Present Perfect: signaalwoorden
For: 
Gebruiken we om een bepaalde periode te praten
  • I have played soccer for ten years
Since
Gebruiken we om het over een specifieke moment te hebben / startpunt
  • I have played soccer since I was ten years old

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Choose the correct signal word.

We haven't played any games ______ yesterday
A
For
B
Since

Slide 35 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Choose the correct signal word.

He has been in my class ______ 2 years
A
for
B
since

Slide 36 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht: 
present perfect
Unit 4, lesson 1
Do exercise 9

Done? 
Click on the links and do the exercises below (hand in ex. & 2)

timer
10:00

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies