,

§1.1 Van vorstendommen tot kolonie

Welkom terug!
Geschiedenis voor BB3 & KB3!
1 / 51
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo k, g, t, mavoLeerjaar 3

In deze les zitten 51 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 70 min

Onderdelen in deze les

Welkom terug!
Geschiedenis voor BB3 & KB3!

Slide 1 - Tekstslide

Wie ben ik?
  • Meneer Duizendstra
  • 31 jaar 
  • Geboren te Amsterdam, opgegroeid in Sittard.
  • Vak: Geschiedenis, favoriete onderwerp is Sparta (Oude Grieken) of de Koude Oorlog.
  • Vorige scholen: Da Capo College Sittard, Roercollege Roermond

Slide 2 - Tekstslide

Wat heb je deze vakantie gedaan?

Slide 3 - Woordweb

Wat verwacht ik van jullie:
  • Telefoon in de telefoon tas.
  • Boeken bij je.
  • Laptop bij je. (opgeladen)
  • Pen en papier voor aantekeningen.
  • Praat niet door elkaar heen.
  • Volg de LessonUp.

Slide 4 - Tekstslide

Wat mogen jullie van mij verwachten?
  • Goede voorbereiding op de toets/PTA.
  • Uitgebreide uitleg over elk Geschiedenis thema.
  • Aarzel niet iets te vragen!
  • Mijn deur staat altijd open (luisterend oor).
  • Streng indien nodig, gezellig indien verdiend. 

Slide 5 - Tekstslide

Wat weet jij allemaal over
Indonesië?

Slide 6 - Woordweb

§1.1 Van vorstendommen tot kolonie 

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

...kan in de culturele, politieke, economische en sociale kenmerken noemen van de Indische eilanden vóór de komst van de Nederlanders

...kan ik beschrijven hoe de VOC handeldreef in Oost-Indië

...kan ik uitleggen waarom en hoe Nederland zijn macht over Oost-Indië uitbreidde

...ken ik de begrippen VOC, handelsmonopolie, modern imperialisme, KNIL, pacificatie, indirect bestuur en gouverneur-generaal
AAN HET EINDE VAN DE PARAGRAAF...

Slide 9 - Tekstslide

Klassikale uitleg

Maken opdrachten

Nakijken

Afsluiten
Tijdens deze paragraaf:

Slide 10 - Tekstslide

§1.1
Van vorstendommen tot kolonie
BASIS
A
De Indische eilanden vóór 1600
Leerdoel:
  • Je kunt culturele, economische, politieke en sociale kenmerken noemen van de Indische eilanden vóór de komst van de Nederlanders 
Begrippen:
  • Geen
B
De VOC in Oost-Indië
Leerdoel:
  • Je kunt beschrijven hoe de VOC handeldreef in Oost-Indië
Begrippen:
  • Handelsmonopolie
  • Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC)
C
De kolonie Nederlands-Indië
Leerdoel:
  • Je kunt uitleggen waarom en hoe Nederland zijn macht over Oost-Indië uitbreidde
Begrippen:
  • Indirect bestuur
  • Gouverneur-generaal
  • Indirect bestuur

  • Pacificatie
  • Koninklijk Nederlands-Indisch leger
  • Modern imperialisme

Slide 11 - Tekstslide

§1.1
Van vorstendommen tot kolonie
BASIS
A
De Indische eilanden vóór 1600
Leerdoel:
  • Je kunt culturele, economische, politieke en sociale kenmerken noemen van de Indische eilanden vóór de komst van de Nederlanders 
  • 50x zo groot als NL
  • Voor 1600 geen eenheid!
  • jagers-verzamelaars, maar ook grote landbouwsamenlevingen

Slide 12 - Tekstslide

§1.1
Van vorstendommen tot kolonie
BASIS
A
De Indische eilanden vóór 1600
Vanaf de 2e eeuw handel met Aziatische landen. Hierdoor meerdere culturele invloeden: 
  • Schrift uit India
  • Chinese munten bij handel
  • Boeddhisme en hindoeïsme --> tempels
  • Vanaf 16e eeuw Islam belangrijkste godsdienst

Slide 13 - Tekstslide

§1.1
Van vorstendommen tot kolonie
BASIS
A
De Indische eilanden vóór 1600
Koninkrijk Soenda (op Java):
  • Handelden met andere eilanden via hun havensteden zoals Jakarta en Bantam
  • 1579: veroverd door de Islamieten: stichting sultanaat Bantam

Atjeh:
  • 1520: Islamitisch sultanaat
  • Belangrijke schakel in handel tussen eilanden en vaste land
  • Handel in specerijen. => Atjeh werd rijk
  • Tempels, paleizen, sterke oorlogsvloot

Slide 14 - Tekstslide

Steen met schrift uit het koninkrijk Sriwijaya (eind 7e tot 13e eeuw) op het Indische eiland Sumatra

Slide 15 - Tekstslide

Specerijen: waarom zo populair?
  • Erg interessant, meer smaak, langere houdbaarheid, medicijn.
  • Groeien in Zuidoost-Azië.
  • Door lange route, met veel tussenhandel zijn specerijen peperduur.
  • Peper, nootmuskaat, foelie 

Slide 16 - Tekstslide

Aan de slag:
Lezen: bladzijde 10 'De Indische eilanden voor 1600'
Maken: Opdracht 1 t/m 4 op bladzijde 11

Slide 17 - Tekstslide

§1.1
Van vorstendommen tot kolonie
BASIS
B
De VOC in Oost-Indië
Leerdoel:
Je kunt beschrijven hoe de VOC handeldreef in Oost-Indië
  • Tot 1596: handel voeren met Portugezen, wat erg duur was.
  • Nederland wilde zelf een route vinden naar Azië toe om rijk te worden van specerijen. Dit lukte in 1596.

Slide 18 - Tekstslide

Lezen:
Lees het kopje 'een handelsroute vinden' op pagina 12.

Slide 19 - Tekstslide






  • Verschillende handelsroutes vanuit Azië
  • Over land en over zee...voordelen/nadelen?

Slide 20 - Tekstslide


Europese landen willen zelf winst maken


  • De Portugezen ontdekken de route naar Azië
  • Vasco da Gama maakt als eerste Europeaan de zeereis naar India (1498)
  • Portugezen houden deze Carreira da India strikt geheim. 
  • Maar ook Groot-Brittannie is de baas over veel zeeroutes.

Slide 21 - Tekstslide


Nederlanders willen dat ook!

  • Nederland weet de routes naar Oost-Azië niet. Hoe kom je hierachter?
  • Spionage!
  • Jan Huygen van Linschoten reist mee als handelaar met de Portugezen en beschrijft de reis in zijn Itinerario.

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Video

Eerste Nederlanders in Azië:
  • Cornelis de Houtman komt in 1596 als eerste Nederlander in Oost-Indië aan

  • Opbrengst net voldoende om de kosten eruit te krijgen.

  • Toch is het doel bereikt: een route via Kaap de Goede Hoop is bewezen

Slide 24 - Tekstslide

Verenigde Oostindische Compagnie (1602)
  • Nederlandse handelaren concurreren elkaar weg in Oost-Indië. Niemand maakt winst.
  • Nederlandse regering (Staten-Generaal= vergadering 7 gewesten in NL) grijpt in.
  • Compagnieën moeten samengaan in één bedrijf.
  • Hierdoor gaan ze concurrentie tegen 

Slide 25 - Tekstslide

§1.1
Van vorstendommen tot kolonie
BASIS
B
De VOC in Oost-Indië
  • 1602: oprichting Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC).
  • Doel: concurrentie voorkomen. De VOC kreeg het handelsmonopolie: Alleen schepen van de VOC mochten handel voeren. Het recht op alleenhandel.
  • Handelsposten op Java, India, China, Japan. 
  • Belangrijkste: Batavia op Java. Hier worden forten, havens, pakhuizen, woningen voor VOC-bestuurders en soldaten gebouwd. Deze plek groeit uit tot een enorme stad. Deze stad heet nu Jakarta.

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Huiswerk:
Maken: opdrachten 5 t/m 7 van pagina 13.

Slide 28 - Tekstslide

Hoe ging de VOC te werk?
  • Uitschakelen van concurrenten

  • Bouwen van handelsposten

  • Contracten met inheemse vorsten

  • Opbouwen van handelsnetwerk in Azië

  • Indien nodig: veel geweld onder de vlag van de Nederlandse staat!

Slide 29 - Tekstslide

§1.1
Van vorstendommen tot kolonie
BASIS
B
De VOC in Oost-Indië
  • VOC mocht oorlog voeren en volkeren met geweld dwingen tot samenwerking zoals bijvoorbeeld bij de Genocide van Banda (1621).
  • Gouverneur-Generaal Jan-Pieterszoon Coen moord hier het hele eiland uit om nootmuskaat.

Slide 30 - Tekstslide

Welk recht kon de VOC gebruiken om de bevolking op de Indische eilanden tot samenwerking te dwingen?
A
Het recht om een handelsmonopolie op te richten
B
Het recht om een handelsroute naar Azië te vinden
C
Het recht om handelsposten te vestigen
D
Het recht om oorlog te voeren en forten te bouwen

Slide 31 - Quizvraag

Wat was een belangrijk argument voor inwoners van de Indische eilanden om niet te willen samenwerken met de VOC?

A
De VOC wilde de bevolking bekeren tot een ander geloof
B
De VOC wilde de handel met Chinese, Portugese of Arabische handelaren verbieden
C
De VOC wilde de winst van de handel in specerijen delen met andere handelaren
D
De VOC wilde het hele eiland veroveren

Slide 32 - Quizvraag

Slide 33 - Video

Slide 34 - Video

Lezen:
Kopje Nederlands-Indië en Modern Imperalisme op pagina 14

Slide 35 - Tekstslide

Wat deed de VOC in Oost-Indië? 
VOC > grootste handelsmaatschappij ter wereld. 

Echter: halverwege de 18e eeuw > minder winst gemaakt door investeren in verkeerde specerijen maar ook: sterke concurrenten: Engeland, Portugal en Spanje. 

De VOC begon zelfs verliezen te maken.
1798: VOC gaat failliet.

Slide 36 - Tekstslide

§1.1
Van vorstendommen tot kolonie
BASIS
C
De kolonie Nederlands-Indië
Leerdoel:
Je kunt uitleggen waarom en hoe Nederland zijn macht over Oost-Indië uitbreidde
Begrippen:
  • Indirect bestuur
  • Gouverneur-generaal
  • Pacificatie
  • 1798: VOC gaat failliet. Staat neemt alle bezittingen over.
  • De gebieden van Oost-Indië wordt een kolonie: Nederlands Indië
 
  • Koninklijk Nederlands-Indisch leger
  • Modern imperialisme

Slide 37 - Tekstslide

§1.1
Van vorstendommen tot kolonie
BASIS
C
De kolonie Nederlands-Indië
1800: Modern imperialisme: Europese landen wilden zoveel mogelijk grondgebied in Azië en Afrika veroveren om een groot rijk op te bouwen.

Drie oorzaken:
  • grondstoffen voor de industrie
  • het gaf je aanzien
  • Europeanen voelden zich het beste. Vonden dat ze recht hadden om andere volken te overheersen
Dit wilde Nederland ook!

Kan jij deze spotprent uitleggen?

Slide 38 - Tekstslide

§1.1
Van vorstendommen tot kolonie
BASIS
C
De kolonie Nederlands-Indië
Nederland richt het Koninklijke Nederlands-Indisch Leger (KNIL) op. Doel: alle eilanden veroveren.
Officieren waren Nederlanders en de soldaten waren inheemse bewoners.


Nederland noemde veroveren van alle Indonesische eilanden pacificatie. Pacificatie: brengen van vrede.



Zag de inheemse bevolking dit ook zo?

Slide 39 - Tekstslide

§1.1
Van vorstendommen tot kolonie
BASIS
C
De kolonie Nederlands-Indië
Indirect bestuur: inheemse bestuurders bleven op hun plek, maar werden voortaan aangestuurd door de Nederlanders.
Gouverneur-generaal
Residenten
Regenten
Dorpshoofden

Slide 40 - Tekstslide

Huiswerk waar je al aan moet beginnen:
Maken 9 t/m 11
Lezen: pagina 14 kopjes 'Nederlands-Indië' en 'Modern Imperialisme'.

Slide 41 - Tekstslide

Slide 42 - Tekstslide

§1.1
Van vorstendommen tot kolonie
BASIS
C
De kolonie Nederlands-Indië
De Atjeh-oorlog 1873-1903:

  • Door het openen van het Suez-kanaal varen Nederlandse boten nu langs Atjeh. 
  • Piraten van Atjeh blijven Nederlandse boten plunderen, de Nederlanders lijden hierdoor veel verlies. 
  • Onder het mom van 'pacificatie' start Nederland een oorlog tegen Atjeh.
  • Deze oorlog duurt 30 jaar omdat de Nederlanders de jungle in Atjeh slecht kunnen controleren. De oorlog in Atjeh kent alleen maar verliezers.

Slide 43 - Tekstslide

Slide 44 - Tekstslide

Slide 45 - Video

1.1 C: Atjeh-oorlog en Jo van Heutsz:
  • De generaal van het KNIL die met nieuwe tactieken Atjeh wist te veroveren en hen uitmoordde.
  •  Van Heutsz gebruikte dezelfde guerrilla-tactieken als de Atjeeërs en dit werkte. Nederland had nu toegang tot alle nootmuskaat.
  • Van Heutsz werd kort na zijn overwinning benoemd tot gouverneur-generaal.
  • Van Heutsz bouwde als gouverneur-generaal scholen in Nederlands-Indië.
Good guy or bad guy?
De slager van Atjeh!

Slide 46 - Tekstslide

Welke zin past bij het indirecte bestuur in Nederlands-Indië?
A
Dorpshoofden wijzen een Gouverneur-Generaal aan
B
Nederlanders sturen regenten aan die hun eigen gebied besturen
C
Onafhankelijke Indische dorpshoofden besturen hun eigen gebied
D
Regenten geven bevelen aan Nederlandse residenten

Slide 47 - Quizvraag

Hoe werden de Indische bestuurders genoemd, die door Nederland werden benoemd?
A
Dorpshoofden
B
Gouverneur-Generaal
C
Regenten
D
Residenten

Slide 48 - Quizvraag

Gouverneur-Generaal
Regenten
Residenten
Dorpshoofden
Nederland
Indonesië

Slide 49 - Sleepvraag

Waarom heeft Nederland veel van zijn rijkdom aan van Heutsz te danken?
A
Door hem werden er scholen gebouwd die veel winst opleverde.
B
Door hem kreeg Nederland toegang tot zeer veel nootmuskaat uit Atjeh. Dit was enorm veel waard.
C
Door hem werd Atjeh voor veel geld verkocht aan de Portugezen.
D
Hij had vele schatten gevonden van Atjese piraten.

Slide 50 - Quizvraag

Begrippen uit deze les:
Cornelis Houtman
Verenigde Oost-Indische Compagnie
Handelsmonopolie
Modern-imperialisme
Koninklijk Nederlands-Indisch leger
Pacificatie
Indirect bestuur
Gouverneur-Generaal
Atjeh-oorlog
Jo van Heutsz
Voor de toets nog: indo's en racisme.

Slide 51 - Tekstslide