2.4 kleuren maken

2.4 kleuren maken
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1,2

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

2.4 kleuren maken

Slide 1 - Tekstslide

Huiswerk af!
Lezen paragraaf 2.3 uit je boek

maak een keuze uit de volgende leerroute:

⨀ - route maken en nakijken 24 t/m 30, 31
✱ - route maken en nakijken 25, 26, 29 t/m 36




Slide 2 - Tekstslide

Wat is de spiegelwet?
A
"Letters die je in een spiegelbeeld ziet zijn omgekeerd"
B
"Hoek van inval is gelijk aan hoek van terugkaatsing"
C
"Bolle spiegels zijn groter dan holle spiegels"
D
"Een spiegel is altijd vlak"

Slide 3 - Quizvraag

Hoe luidt de spiegelwet dus?
A
i = u
B
u = t
C
i = t
D
t = u

Slide 4 - Quizvraag

Wordt in de figuur hiernaast
gebruik gemaakt
van het spiegelbeeld
of de spiegelwet?
A
De spiegelwet
B
Het spiegelbeeld
C
Weet ik niet

Slide 5 - Quizvraag

hoe heet de rode lijn op de afbeelding hiernaast .
A
loodlijn
B
rode lijn
C
normaal
D
abnormaal

Slide 6 - Quizvraag


A
1 = normaal 2 = hoek van inval 3 = hoek van terugkaatsing
B
1 = hoek van terugkaatsing 2 = hoek van inval 3 = normaal
C
1 = hoek van inval 2 = normaal 3 = hoek van terugkaatsing
D
1 = hoek van terugkaatsing 2 = normaal 3 = hoek van inval

Slide 7 - Quizvraag

De hoek van inval is 70 graden, dan is de hoek van terugkaatsing ..... graden
A
35 graden
B
70 graden
C
140 graden
D
Dat kun je niet zeggen je hebt de normaal niet

Slide 8 - Quizvraag

Om een teruggekaatste lichtstraal goed te tekenen, moet je de normaal kennen.
Wat is de normaal bij een vlakke spiegel?
De normaal is de lijn ....
A
die loodrecht op de invallende lichtstraal staat.
B
die loodrecht op de spiegel staat.
C
van je oog naar het spiegelbeeld.
D
van je oog naar het voorwerp.

Slide 9 - Quizvraag

Bij terugkaatsing van een lichtstraal op een spiegel, moet je de hoek van inval en de hoek van terugkaatsing kennen.
Welke hoek in figuur 1 is de hoek van terugkaatsing?
A
hoek 1
B
hoek 2
C
hoek 3
D
hoek 4

Slide 10 - Quizvraag

Slide 11 - Tekstslide

Leerdoelen 2.4 Kleuren maken
 Je kunt:
- uitleggen hoe een regenboog ontstaat;
- aangeven uit welke kleuren de regenboog bestaat;
- uitleggen wat een prisma doet met wit licht;
- aangeven wat de primaire kleuren zijn bij lichtmenging;
- benoemen welke kleuren ontstaan als je de primaire kleuren mengt;
- aangeven wat de basiskleuren zijn bij verfmenging;
- benoemen welke kleuren ontstaan als je de basiskleuren mengt;
- aangeven wat een filter doet met het licht dat erdoorheen gaat.



Slide 12 - Tekstslide

Spectrum van het zichtbare licht

Rood oranje geel groen blauw indigo en violet


De kleuren van de regenboog noem je het spectrum.


Slide 13 - Tekstslide

Met een prisma (driehoekig stuk glas) kun je wit licht splitsen in verschillende kleuren. 


Het zonlicht bestaat uit alle kleuren van de regenboog.


Het kleurenspectrum

Slide 14 - Tekstslide

Kleurfilters.


Het rode plastic laat alleen rood licht door. De andere kleuren worden geabsorbeerd.
Het rode plastic werkt als een kleurfilter.

Slide 15 - Tekstslide

Kleurfilters.


Kleurfilters laten één kleur 
licht door en absorberen de 
andere kleuren.


Kleurfilters zijn gekleurde 
plaatjes van doorzichtig 
Materiaal.


Slide 16 - Tekstslide

Alle kleuren die een lichtbron uitstraalt noemt men ook wel een ..?
A
Bron - spectrum
B
Regenboog kleuren
C
Spectra
D
Kleuren-spectrum

Slide 17 - Quizvraag

Welke kleur licht laat een stukje blauw glas door?
A
alle kleuren
B
alle kleuren behalve blauw
C
alleen blauw
D
geen kleuren

Slide 18 - Quizvraag

Welke kleur hoort niet bij de zeven kleuren van de regenboog?
A
Rood
B
Groen
C
Roze
D
Violet

Slide 19 - Quizvraag

wat gebeurt er met de kleuren licht die niet door een filter worden doorgelaten?
A
deze worden door de filter weerkaatst
B
deze worden door de filter geabsorbeerd
C
deze worden omgezet in de kleur van het filter
D
er gebeurt niets mee

Slide 20 - Quizvraag

Met behulp van welk object kun je wit licht splitsen in alle kleuren van de regenboog?
A
Een spectrum
B
Een prisma
C
Een geodriehoek
D
Een kleurenfilter

Slide 21 - Quizvraag

Zonlicht is wit, maar bestaat uit verschillende kleuren. Welke kleuren zijn dat?
A
zwart en wit samen
B
rood, blauw en groen
C
rood, oranje, geel groen blauw, indigo en violet
D
cyaan, magenta, geel en zwart

Slide 22 - Quizvraag

Licht mengen


Bij het mengen van licht gebruik je de kleuren rood blauw en groen. (de RGB kleuren.)
Dit noem je de primaire kleuren


  • Rood en groen geeft geel.
  • Rood en blauw geeft magenta 
  • Blauw en groen geeft cyaan 
  • Blauw, groen en rood geeft wit

Slide 23 - Tekstslide

Werking televisie

Opbouw beeldscherm

Slide 24 - Tekstslide

verschillende patronen bij lcd schermen

Slide 25 - Tekstslide

2.4 Kleuren maken
Als je in de volgende slide op de gele knop drukt dan kom je op een website waar je kleur kunt mengen

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Link

Verf mengen


De basiskleuren bij verf zijn:
Rood, blauw en geel.


Als je verf mengt wordt deze donkerder. Elke verfstof absorbeert een andere kleur, zodat er steeds minder wordt gereflecteerd. 



Rode verf mengen met groene verf wordt bruin. (bij licht wordt dit geel)

Slide 28 - Tekstslide

Inkt mengen


De basiskleuren bij inkt mengen zijn:

Cyaan
Magenta
Geel
zwart

Slide 29 - Tekstslide

Welke kleuren licht moet je mengen om geel te krijgen?
A
Rood en groen
B
Groen en blauw
C
Rood en blauw
D
Rood, groen en blauw

Slide 30 - Quizvraag

Welke kleuren licht moet je mengen om wit te krijgen?
A
Rood en groen
B
Rood, Groen en Geel
C
Rood en blauw
D
Rood, groen en blauw

Slide 31 - Quizvraag

Je kijkt door een groene kleuren
filter naar een wit shirt met rode
letters. Wat zie je?
A
een groen shirt met groene letters
B
een groen shirt met zwarte letters
C
een groen shirt met rode letters
D
een wit shirt met zwarte letters

Slide 32 - Quizvraag