De lidwoorden

D Grammaire et Écrire
de lidwoorden de en het
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerjaar 1

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

D Grammaire et Écrire
de lidwoorden de en het

Slide 1 - Tekstslide

le garçon                 de jongen
la fille              het meisje

Slide 2 - Tekstslide

het boek: ... livre
A
le
B
la

Slide 3 - Quizvraag

het meisje: ... fille
A
le
B
la

Slide 4 - Quizvraag

de jongen: ... garçon
A
le
B
la

Slide 5 - Quizvraag

Frankrijk: ... France
A
le
B
la

Slide 6 - Quizvraag

De lidwoorden
le / la --> l'

  • l’ami (m) = de vriend 
  • l’amie (v) = de vriendin 
  • l’hôtel (m) =  het hotel 
  • l’adresse (v) =  het adres 

Slide 7 - Tekstslide

De lidwoorden
Bij meervoud gebruik je het lidwoord les


  • les garçons = de jongens 
  • les filles = de meisjes 
  • les arbres = de bomen 
  • les hôtels = de hotels 

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Kies het juiste lidwoord:
___ tente (v) est grande!
A
le
B
la
C
l'
D
les

Slide 10 - Quizvraag

Kies het juiste lidwoord:
___ garçon (m) habite au camping.
A
le
B
la
C
l'
D
les

Slide 11 - Quizvraag

Kies het juiste lidwoord:
___ soeurs (v mv) s'appelent Léa et Julie.
A
le
B
la
C
l'
D
les

Slide 12 - Quizvraag

Kies het juiste lidwoord:
C'est ___ ami de Mehmet.
A
le
B
la
C
l'
D
les

Slide 13 - Quizvraag

un garçon                 een jongen
une fille              een meisje

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

C'est quoi?
un / une garçon

Slide 16 - Open vraag

C'est quoi?
un / une chat (m)

Slide 17 - Open vraag

C'est quoi?
un / une piscine (v)

Slide 18 - Open vraag

Wat weet je nu over de lidwoorden in het Frans?

Slide 19 - Woordweb

Des questions?

Slide 20 - Tekstslide

Au travail!
Maak oefening 16 en 17 (blz. 32). Sla de luisteroefeningen over.

Slide 21 - Tekstslide

De lidwoorden
Des questions?
Vragen? 

Slide 22 - Tekstslide