Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 3,4
In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
onderdeel schoonmaken
Slide 1 - Tekstslide
Waarom schoonmaken?
Hygiëne
Veiligheid
Prettige sfeer
zorgt ervoor dat de levensduur van apparaten en meubels langer mee gaan
Slide 2 - Tekstslide
Reinheidsniveau's
Ruwschoon = ontvangsthal of berging
Huishoudelijk schoon = woonkamer, hotelkamer
Smetschoon = operatiekamer
Slide 3 - Tekstslide
Om het beste resultaat te bereiken bij schoonmaken moet je het juiste schoonmaakmiddel kiezen. Schoonmaakmiddelen kun je indelen in vier groepen:
Reinigingsmiddelen
Onderhoudsmiddelen
Desinfecteermiddelen
Oplosmiddelen
Slide 4 - Tekstslide
Schoonmaakmiddelen
- Reinigingsmiddelen: Schoonmaakmiddel die als doel heeft vuil weg te halen.
- Onderhoudsmiddelen: Schoonmaakmiddel met als doel meubelen te onderhouden. Bijv. een leren bank of houten tafel.
- Desinfectiemiddelen: Schoonmaakmiddel met als doel bacteriën te doden.
- Oplosmiddelen: Schoonmaakmiddel voor hardnekkige vuilresten. Deze gebruik je alleen als reinigingsmiddelen het vuil niet weg krijgen.
Slide 5 - Tekstslide
Schoonmaakmiddelen kun je indelen in vier groepen. Noteer deze vier groepen.
Slide 6 - Open vraag
Wat gebruik jij voor het schoonmaken van een vet fornuis?
A
Chloor
B
vetoplosser
C
Azijn
D
Glassex
Slide 7 - Quizvraag
Wat is de functie van onderhoudsmiddelen?
A
Dat materialen glanzen.
B
Dat materialen niet meer roesten.
C
Dat materialen geen bacterie meer bevatten.
D
Dat materialen een extra beschermlaagje krijgen.
Slide 8 - Quizvraag
Waar zorgen desinfecteermiddelen voor?
A
Dat alles schoon blijft
B
Dat alle vlekken worden verwijderd
C
Dat alles glanst
D
Dat de meeste micro-organismen doodgaan.
Slide 9 - Quizvraag
Verder heb je nog de keus uit synthetische en natuurlijke reinigingsmiddelen. Soda, groene zeep en schoonmaakazijn zijn voorbeelden van natuurlijke reinigingsmiddelen. Soda is een goede vetoplosser. Omdat soda bovendien geurloos is, is het een goed middel om een koelkast mee schoon te maken.
Schoonmaakazijn is een natuurlijk schoonmaakmiddel dat goed kalkaanslag verwijdert. Je kunt het gebruiken bij het lappen van de ramen of het schoonmaken van sanitair. Het is minder belastend voor het milieu dan bijvoorbeeld een synthetische sanitairreiniger.
Slide 10 - Tekstslide
Synthetische schoonmaakmiddelen
Natuurlijke schoonmaakmiddelen
Gemaakt van aardolie
Gemaakt van planten, heet ook wel ecologische schoonmaakmiddelen
Slide 11 - Sleepvraag
Groene zeep is een?
A
Natuurlijk schoonmaakmiddel
B
Synthetisch schoonmaakmiddel
Slide 12 - Quizvraag
Is chloor een milieuvriendelijk schoonmaakmiddel?
A
Ja
B
Nee
Slide 13 - Quizvraag
Oplosmiddelen zijn milieugevaarlijk?
A
Waar
B
Niet waar
Slide 14 - Quizvraag
Wat zijn voorbeelden van oplosmiddelen?
Slide 15 - Open vraag
Slide 16 - Tekstslide
Waar denk je aan als je het woord SCHOONMAAKREGEL hoort?
Slide 17 - Woordweb
Dit zijn de volgende schoonmaakregels waaraan jij je moet houden:
Werk van schoon naar vuil;
Werk van buiten naar binnen;
Werk van hoog naar laag;
Werk in een logische; werkvolgorde
Werk in een ruimte steeds linksom of rechtsom.
Slide 18 - Tekstslide
Frequentie en schoonmaakplan:
• Goede tijdsplanning maken;
• Sommigen schoonmaak werkzaamheden mogen periodiek en jaarlijks schoongemaakt worden;
• In het schoonmaakplan kun je de schoonmaakfrequentie vinden. Hierin kun je zien wat je moet schoonmaken, op welke manier en welke materialen en middelen je kan gebruiken.
Slide 19 - Tekstslide
Op welke manier je schoonmaakt hangt af van:
1. Soort ruimte dat je schoonmaakt;
2. De aard van de vervuiling;
3. Het vereiste reinigingniveau.
Slide 20 - Tekstslide
Noem drie verschillende gewoontes op waar schoonmaken afhankelijk van is:
Slide 21 - Open vraag
Een juiste schoonmaakregel is
A
Van boven naar beneden
B
Van beneden naar boven
Slide 22 - Quizvraag
Een juiste schoonmaakregel is
A
Van vuil naar schoon
B
Van schoon naar vuil
Slide 23 - Quizvraag
Welke werkzaamheden worden dagelijks gedaan in het schoonmaakplan?
A
Badkamer poetsen.
B
Luchtrooster schoonmaken.
C
WC poetsen.
D
Eettafel afvegen.
Slide 24 - Quizvraag
Wat staat er in een schoonmaakplan?
A
Wat, hoe en wanneer er gepoetst moet worden.
B
Wat, hoe, wanneer en door wie er gepoetst moet worden.
Wij gebruiken cookies om jouw gebruikerservaring te verbeteren en persoonlijke content aan te bieden. Door gebruik te maken van LessonUp ga je akkoord met ons cookiebeleid.