In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 98 min
Onderdelen in deze les
Regel en wetgeving
Slide 1 - Tekstslide
Wetten
Slide 2 - Woordweb
Wat algemene wetten
Wet langdurige zorg (WLZ)
Wet maatschappelijke ondersteuning (WMO)
Zorgverzekeringswet (ZVW)
Jeugdwet
Wet geneeskundige behandel Overeenkomst (WGBO)
Algemene verordening gegevensbescherming (AVG)
Slide 3 - Tekstslide
"Dhr van der M. (58) heeft de ziekte van Parkinson. Dhr heeft hulp nodig bij het eten en zijn dagelijkse verzorging zoals wassen en aankleden. Hij heeft 24-uurszorg nodig en verblijft in een verpleeghuis. Via welke wet wordt dit geregeld?
A
WGBO
B
WKKGZ
C
WLZ
D
WVGGZ
Slide 4 - Quizvraag
"Meneer en mevrouw Sutoon zijn allebei al ver in de 80 en hebben huishoudelijke hulp nodig. Voorheen werd dit gedaan door hun dochter van 61, maar zij heeft last van een versleten heup. Binnenkort krijgt het echtpaar huishoudelijke hulp." Via welke wet wordt dit geregeld
A
WLZ
B
WMO
C
WKKGZ
D
WMCZ
Slide 5 - Quizvraag
Slide 6 - Video
Vanuit de WMO is de gemeente verantwoordelijk voor de ondersteuning van mensen die niet zelfredzaam zijn
A
Juist
B
Onjuist
Slide 7 - Quizvraag
De WLZ is alleen van toepassing als cliënten in een instelling wonen/verblijven (>24 uur)
A
juist
B
onjuist
Slide 8 - Quizvraag
Mw. J. heeft 2 maanden geleden de diagnose dementie gekregen. Welke wet regelt dat zij zo lang mogelijk thuis kan blijven wonen?
Het doel van de WMCZ is de medezeggenschap van cliënten in zorginstellingen te bevorderen. Het hebben van een cliëntenraad is verplicht.
Slide 10 - Tekstslide
Moeten volgens de WMCZ de cliëntenraden instemmen met voorgenomen besluiten van zorgaanbieders, voordat zij deze kunnen uitvoeren?
A
Ja
B
Nee
Slide 11 - Quizvraag
Zijn onderstaande stellingen over de WZD juist of onjuist?
I : De WZD geldt voor instellingen II : De WZD geldt voor de thuissituatie, logeeropvang en kleinschalig wonen
A
I is juist
B
II is juist
C
I en II zijn juist
D
I en II zijn onjuist
Slide 12 - Quizvraag
Is het volgens de WMCZ verplicht om als instelling een cliëntenraad te hebben?
A
Ja
B
Nee
Slide 13 - Quizvraag
Je werkt als verpleegkundige op een afdeling in het ziekenhuis. Jouw patiënt is gister in jouw dienst op de IC opgenomen. Je hoort van je collega's dat de patiënt mogelijk morgen weer bij jou op de afdeling komt. Mag je in het digitale dossier kijken hoe het gaat met de patiënt?
A
Ja
B
Nee
Slide 14 - Quizvraag
Je werkt als verpleegkundige in de thuiszorg. Je doet de wondzorg bij een cliënt. Omdat je twijfelt of de wond wel of niet opknapt, maak je met je telefoon een foto en stuur je die via Whatsapp naar je collega die gister voor deze cliënt heeft gezorgd. Mag dit?
A
Ja
B
Nee
Slide 15 - Quizvraag
Je bent volgens de WGBO als patiënt verplicht om je zorgverlener volledig en eerlijk op de hoogte te brengen van je problematiek
A
juist
B
onjuist
Slide 16 - Quizvraag
Mag een arts ook handelen zonder dat hij/zij toestemming heeft van de patiënt?
A
Ja
B
Nee
Slide 17 - Quizvraag
Welke wet regelt dit?
A
ZVW
B
WGBO
C
WMO
D
WKKGZ
Slide 18 - Quizvraag
De WGBO regelt dat een arts mag handelen zonder toestemming van de patiënt.
Bijvoorbeeld om iemands leven te redden of om een ernstige handicap te voorkomen.
Slide 19 - Tekstslide
Wet verplichte ggz (Wvggz)
De Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz) regelt de rechten van mensen die te maken hebben met verplichte zorg vanwege een psychische aandoening.
(vroeger BOPZ)
Slide 20 - Tekstslide
Wet zorg en dwang
De Wet zorg en dwang regelt de rechten bij onvrijwillige zorg of onvrijwillige opname van mensen met een verstandelijke beperking en mensen met een psychogeriatrische aandoening (zoals dementie).
Slide 21 - Tekstslide
Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg
Verplicht zorgaanbieders hun eigen kwaliteit te bewaken, te beheersen en te verbeteren. Zorgaanbieders zijn zorginstellingen, maar ook solistisch werkende zorgverleners.
Slide 22 - Tekstslide
Weet jij met welke wetten je te maken hebt?
Ja ik weet alle wetten die van toepassing zijn
De meeste wetten weet ik wel en daar doe ik wat mee
Ik weet wel veel wetten, maar in de praktijk doe ik er niets mee
Ik vind wetten lastig en wil er niets mee te maken hebben