Herhaling

Welkom
Ga rustig op je plaats zitten en leg alvast je spullen op tafel.
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welkom
Ga rustig op je plaats zitten en leg alvast je spullen op tafel.

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag
Programma:
  • Wat weet je? Inloggen in LessonUp
  • Herhaling meervoudsvorming en bijvoeglijk naamwoord ( als daar behoefte aan is)
  • Nakijken werkblad werkwoordspelling
  • Aan de slag

Slide 2 - Tekstslide

Een komma staat op de plaats waar je bij het hardop lezen even een rust neemt.
A
ja/goed
B
nee/fout

Slide 3 - Quizvraag

Welk leesteken mist er in de zin?
Dat is morgen, zei Gerrit.
A
Dubbele punt
B
Aanhalingstekens
C
Komma
D
Uitroepteken

Slide 4 - Quizvraag

Welk leesteken mist er in de zin?
Piet zei 'Dat is niet een goede zin.'
A
Aanhalingstekens
B
Komma
C
Dubbele punt
D
Uitroepteken

Slide 5 - Quizvraag

Welk leesteken mist er in de zin?
Als je dat wilt moet je dat doen.
A
Aanhalingstekens
B
Komma
C
Dubbele punt
D
Uitroepteken

Slide 6 - Quizvraag

Wanneer schrijf je bij namen het tussenvoegsel met een hoofdletter?

Slide 7 - Open vraag

Herhaling meervoud en bijvoeglijke naamwoorden

Slide 8 - Tekstslide

Nakijken werkblad

Slide 9 - Tekstslide

Aan de slag
- Extra oefen in Numo: maak minimaal twee oefeningen uit de taak bijvoeglijke naamwoorden en minimaal twee oefeningen uit de taak meervouden 
- Leer de stof werkwoordspelling pp. 194-197 van je handboek en samenstellingen pp. 198-200 van je handboek.  
- Extra oefenen in Numo: maak  met minimaal twee oefeningen uit de taak werkwoordspelling en minimaal twee oefeningen uit de taak samenstellingen in Numo

Slide 10 - Tekstslide

Afsluiting en vooruitblik
Volgende les: donderdag 27/6
  • Huiswerk: Extra oefen in Numo: minimaal twee oefeningen uit de taak bijvoeglijke naamwoorden en minimaal twee oefeningen uit de taak meervouden.  Leer de stof werkwoordspelling pp. 194-197 van je handboek en samenstellingen pp. 198-200 van je handboek. Extra oefenen in Numo:  maak  met minimaal twee oefeningen uit de taak werkwoordspelling en minimaal  twee oefeningen uit de taak samenstellingen in Numo.
  • Meenemen: LAPTOP, lesboeken, schrift, etui etc.
  • Programma: Oefentoets, nakijken oefentoets, Numo

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Welkom
Ga rustig op je plaats zitten en leg alvast je etui op tafel.

OEFENTOETS!!!!

Slide 13 - Tekstslide

Vandaag
Programma:
  • Oefentoets maken
  • Nakijken oefentoets
  • Tijd over ? Oefenen in Numo

Slide 14 - Tekstslide

Afsluiting en vooruitblik
 Volgende les: donderdag 28/6
Huiswerk: - Leer  de stof cijfers en getallen   pp. 201  handboek ( je weet hoe je getallen schrijft, je weet dat je getallen  soms in cijfers en soms in letters schrijft, samenstellingen met getallen: soms aaneengeschreven, soms met een koppelteken en soms los geschreven).
- Leer de stof hoofdletters pp. 202 handboek: Je weet wanneer je een hoofdletter schrijft (bijv. eigennamen, namen met tussenvoegsels, aardrijkskundige etc.). Je kan in een zin op de juiste plekken een hoofletter invullen.
- Leer de stof leestekens pp. 204-205 van je handboek: je weet wanneer je welk leesteken je schrijft, je kan in een zin of tekst de juiste leestekens invullen, je kan uitleggen hoe een leesteken de betekenis van een zin bepaalt bijv. ik bel je, oma of ik bel je oma. Je een stuk schrijven met juiste gebruik van leestekens
- Extra oefenen in Numo
Meenemen: laptop
Programma: gelegenheid om vragen over de toets te stellen, ......?.

Slide 15 - Tekstslide

Vragen over de stof?

Slide 16 - Tekstslide

Trappen van vergelijking
stellende trap: aardig
vergrotende trap: + er aardiger
overtreffende trap: + st aardigst
LET OP DE UITZONDERINGEN PP. 193 HB!

Slide 17 - Tekstslide

Trappen van vergelijking
s-klank: knus – knusser – knust
-s, -f: doof – dover – doofst
     dwaas – dwazer – dwaast
-r :lekker – lekkerder – lekkerst

Slide 18 - Tekstslide

Trappen van vergelijking
stomme -e, -sd, -st, -isch luxe –luxer – meest luxe
onregelmatig weinig – minder – minst

Slide 19 - Tekstslide

Voorbeeld
Zet het volgende woord in meervoud en noteer de juiste spelling van het bnw en gebruik de aangegeven trap
De (realistisch, overtreffende trap) kopie
  • De meest realistische kopieën

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide