T6 Leren toets 1HV

T6 Leren
  • Jas uit
  • Spullen op tafel
       Leerwerkboek, schrift
  • Tas van tafel
  • Lees blz. 180 t/m ..
timer
4:00
Kennen/Kunnen
  • Je weet per Basisstof wat belangrijk is om te leren
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 10 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

T6 Leren
  • Jas uit
  • Spullen op tafel
       Leerwerkboek, schrift
  • Tas van tafel
  • Lees blz. 180 t/m ..
timer
4:00
Kennen/Kunnen
  • Je weet per Basisstof wat belangrijk is om te leren

Slide 1 - Tekstslide

Huiswerkrad
Ga vast naar Lessonup.app en gebruik deze code
Beloning
Straf
Beloningen
+1 cm2 spiekbriefje = Je mag een spiekbriefje maken voor een toets. Deze begint 1 bij 1 cm groot, per keer dat je dit verdient wordt dat 1 cm meer, tot een max van 4 bij 4 cm groot.
1/3 +0.5 = Als je deze 3 keer verdiend mag je 0,5 optellen bij een biologiecijfer naar keuze.
Snitch = Je mag een klasgenoot kiezen die ook wordt gecontroleerd. Je krijgt zelf 2 V's (3 V's levert een 1/3 +0,5 op)
Helaas = Je krijgt maar 1 V.
Straffen
45 min bijwerken= Na school kom je huiswerk maken, dit duurt 45 min of totdat je opgegeven taak af is.
Kleurplaat = Je kiest een kleurplaat, deze kleur je in en je maakt de opdracht die erbij hoort. De eerstvolgende les moet je deze inleveren. niet gedaan is 2 kruisjes.
2/1 kruisjes = Een kruisjes is een X, als je hier 3 van hebt, krijg je automatisch de 45 min bijwerken
Snitch = Je mag een klasgenoot kiezen die ook wordt gecontroleerd.
Niks! = Je krijgt geen straf

Slide 2 - Tekstslide

Algemene tips
  • De gekleurde woorden in de tekst zijn kernbegrippen. Deze moet je altijd kennen! Leer ze m.b.v. Quizlet
  • De opdrachten helpen je oefenen voor de toets, maak ze en kijk ze ook goed na! 
  • Oefen door lessonups terug te kijken, BVJ online of Biologiepagina.nl
  • De AI via studiewijzer kan je helpen stof begrijpen of oefenvragen bedenken

Slide 3 - Tekstslide

B1  Bloemen
  • Je kunt de onderdelen op afb. 1 en 3 benoemen en je kunt hun functies beschrijven.
  • Je weet dat stuifmeelkorrels mannelijke geslachtscellen zijn en eicellen vrouwelijke geslachtscellen zijn.

Slide 4 - Tekstslide

B2 bestuiving
  • Je kunt uitleggen wat er gebeurt tijdens de bestuiving. Je kunt ook uitleggen wanneer er wel en geen sprake is van bestuiving.
  • Je kunt herkennen wanneer er sprake is van zelfbestuiving of kruisbestuiving.
  • Je kunt voorbeelden van en verschillen tussen wind- en insectenbloemen opsommen en deze verschillen gebruiken om ze te herkennen.
  • Je kunt de onderdelen op afb. 5 benoemen en je kunt hun functies beschrijven.

Slide 5 - Tekstslide

B3 Bevruchting
  • Je kunt stap voor stap beschrijven wat er gebeurt na de bestuiving tot aan het moment van de bevruchting.
  • Je kunt de onderdelen op afb. 1 en 2 benoemen en je kunt hun functies beschrijven.
  • Je kunt uitleggen wat er gebeurt met een eicel en zaadbeginsel na de bevruchting.

Slide 6 - Tekstslide

B4 Fruit en zaden
  • Je kunt beschrijven hoe het vruchtbeginsel, zaadbeginsel(s) en eicel(len) in een bloem veranderen na bevruchting.
  • Je kunt bij een afbeelding van uiteenlopende vruchten herkennen uit welke bloemonderdelen de verschillende delen van de vrucht zijn ontstaan.
  • Je kunt peulvruchten en vruchten met vruchtvlees herkennen.
  • Je kunt herkennen of alleen het zaad of de complete vrucht van een plant wordt gegeten

Slide 7 - Tekstslide

B5 Ongeslachtelijke voortplanting
  • Je kunt de verschillen tussen geslachtelijke voortplanting en ongeslachtelijke voortplanting benoemen
  • Je kunt 4 vormen van ongeslachtelijke voortplanting bij planten benoemen en herkennen die natuurlijk voorkomen.
  • Je kunt 2 manieren beschrijven waarbij mensen planten vermeerderen d.m.v. ongeslachtelijke voortplanting.
  • Je kunt de voor- en nadelen benoemen die bovenstaande vormen van ongeslachtelijke voortplanting hebben.

Slide 8 - Tekstslide

B6 Geslachtelijke voortplanting
  • Je kunt uitleggen hoe geslachtscellen ontstaan.
  • Je kunt uitleggen hoe en waarom het DNA in geslachtscellen verschilt van dat van lichaamscellen.
  • Je kunt uitleggen in hoeverre het DNA van de nakomelingen van zowel geslachtelijke als ongeslachtelijke voortplanting overeenkomt met dat van de ouder(s).
  • Je begrijpt de verschillen tussen de celdelingen in afb. 1 en 2
  • Bevruchting bij dieren hoef je niet te leren!

Slide 9 - Tekstslide

Opruimdienst
Elke les 3 andere leerlingen
  • Tafels: recht en leeg
  • Stoelen: aangeschoven OF eind dag: op de tafels
  • Vloer: geen afval

Slide 10 - Tekstslide