Spreken 2 - wss

Vul dit
vast in!
1 / 50
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 2

In deze les zitten 50 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Vul dit
vast in!

Slide 1 - Tekstslide

Spreken 2
Ma. 3 april - 2M1 - 6e & 7e uur
Terugblik
Planning komende periode
Les 1 - Spreken 2

Slide 2 - Tekstslide

Terugblik
Lessenseries gedaan: Lezen 3, Schrijven 3 en 4, Gefixt, Woordkunst, Fictie 2, werkwoordspelling

Boeken: Escape Room, Knalhard

Slide 3 - Tekstslide

Terugblik - GPW3
  1. Ten eerste: complimenten aan velen!
  2. Cijfers zet ik eind van de dag in Magister.
  3. Heb je een 3? Heeft te maken met plagiaat, krijgt een herkansing -->
    Tekst in eigen woorden opschrijven. 
    Krijgt één lesuur de tijd, eind van het uur inleveren. 
  4. Inhaalmoment: ... 

Slide 4 - Tekstslide

Planning komende periode

Slide 5 - Tekstslide

Planning t/m meivakantie
Aan de slag met Spreken 2

Wat ga je allemaal doen?
  • Leren van begrippen die horen bij debatteren.
  • Werken in groepjes.
  • Leren een stelling te verdedigen.
  • SO = debat voeren in je 'team' tegen een ander team. 

Slide 6 - Tekstslide

Wat kunnen jullie aan het eind van Spreken 2?
Leerdoel: Je kunt een stelling  verdedigen met behulp van feiten, je mening en argumenten.


Subdoelen zijn:
• Je leert je mening te verwoorden.
• Je leert werken naar het zoeken van feiten.
• Je leert feedback te geven op het spreekgedrag van zijn klasgenoten.
• Je leert om je te kunnen verplaatsen in een ander.
• Je leert in een groepje samen te werken aan het voorbereiden van een debat.

Slide 7 - Tekstslide

Aan de slag!
Schrijf op: 
  • Wat is een feit?
  • Wat is een mening?
  • Wat is een argument? (Denk aan voor- en tegenargumenten).
  • Wat is overtuigen?
  • Wat is objectief?
  • Wat is subjectief?
  • Wat is consensus? 

Slide 8 - Tekstslide

Op naar PLOT26!
Houd je Chromebooks nog even dicht!

Slide 9 - Tekstslide

De rollen
  • De woordvoerder vertelt aan het eind wat het groepje vindt.
  • De organisator houdt de tijd in de gaten en verdeelt de werklast.
  • De controleur checkt of iedereen de tekst heeft gelezen en filmpjes heeft bekeken. Je controleert ook of de mening duidelijk is.
  • De coach moedigt aan en zorgt dat iedereen op een lijn komt te zitten.

Slide 10 - Tekstslide

De groepjes
Volgorde = Coach, controleur, organisator, woordvoerder
  1. Cherry Mae , Marilena, Amber, Bregje
  2. Alicia, Chiara, Jaimy, Aïsa
  3. Sidi, Dean, Bram, Tyler
  4. Tasawer, Vieiro, Megan, Zoë
  5. Vichemy, Elin, Aga, Ilan
  6. Rick, Mees, Amin, Mika

Slide 11 - Tekstslide

Regels tijdens het debatteren
  1. Schrijf individueel op: welke drie regels vind jij het belangrijkst tijdens het debatteren?
  2. In tweetallen: overleg met je buurman/-vrouw. Welke regels hebben jullie gemeen? Welke niet? Kom tot een consensus over de drie belangrijkste regels als jullie het niet met elkaar eens zijn.
    Gebruik "Ik vind..., omdat...." in je overtuiging.
  3. In je groepje: welke drie regels vinden jullie als groep het belangrijkst? Overtuig het andere tweetal van je mening. Gebruik weer: "Ik vind..., omdat...." Zorg dat je consensus bereikt.

Slide 12 - Tekstslide

Exit ticket invullen
https://forms.gle/4UqQt5c8MW2YacAx6

Slide 13 - Tekstslide

Lezen in Knalhard

Slide 14 - Tekstslide

Huiswerk wo. 5/4 - 4e uur
Zoek vier filmpjes:

  • Twee filmpjes van mensen die hun mening geven over overgewicht.
  • Twee filmpjes van mensen die hun mening geven over jongeren en alcoholgebruik.
Zorg ervoor dat je de links naar deze filmpjes de volgende les bij je hebt.

Lees in Knalhard t/m blz. 

Slide 15 - Tekstslide

do. 13 apr. - 2M2 - 4e uur
Terugblik
Vooruitblik
Aan de slag!

Slide 16 - Tekstslide

Terugblik
Wat hebben we vorige les gedaan?
  • Begrippen geleerd
  • Gewerkt in groepjes
  • Geoefend met het herkennen van feiten en meningen
  • Regels voor discussiëren / debatteren besproken

Slide 17 - Tekstslide

Vooruitblik
  • Herhalen begrippen
  • Oefenen met het geven van je mening

Leerdoel --> je leert je eigen mening te geven.


Slide 18 - Tekstslide

Herhalen begrippen
  • Wat is een feit?
  • Wat is een mening?
  • Wat is een argument? (Denk aan voor- en tegenargumenten).
  • Wat is overtuigen?
  • Wat is objectief?
  • Wat is subjectief?
  • Wat is consensus?

Slide 19 - Tekstslide

Aan de slag! - PLOT26 - les 2
Je vertelt aan degene naast je kort een feit en een mening uit je zelf gevonden filmpjes over overgewicht en jongeren en alcoholgebruik.


Slide 20 - Tekstslide

Vervolg - PLOT26 - les 2
We gaan twee andere filmpjes bekijken over deze onderwerpen.

Bedenk meteen voor jezelf: heb je hier zelf een mening over? Spreek deze nog niet uit!

Slide 21 - Tekstslide

En nu...
  1. Je hebt twee filmpjes gezien over overgewicht en alcoholgebruik onder jongeren.
  2. Schrijf je eigen mening (individueel) op over de twee onderwerpen in de vorm "Ik vind..., omdat...". Kun je uit eigen ervaring putten met het vormen van argumenten?
  3.  Haal nu (individueel) twee feiten en twee meningen per onderwerp uit de filmpjes die je voor vandaag gezocht had en schrijf deze op.

Je krijgt hiervoor 5 minuten.

Slide 22 - Tekstslide

Je hebt...
Over elke onderwerp (overgewicht & alcohol onder jongeren):
  • Twee feiten.
  • De meningen uit je filmpjes.
  • Je eigen mening geformuleerd.

Formuleer nogmaals je eigen mening met twee argumenten. (2 min. de tijd)


Slide 23 - Tekstslide

Objectief of subjectief?
  1. Je gaat je mening met twee argumenten vertellen aan je buurvrouw/-man.
  2.  Je buurvrouw/-man gaat bepalen of de argumenten objectief of subjectief zijn.
  3. Daarna gaat je buurvrouw/-man een tegenargument geven.
  4. Na 3 minuten wissel je van rol.
Jullie hebben 6 minuten de tijd.

Slide 24 - Tekstslide

di. 18 apr. - 2M2 - 4e uur
  • Korte debatoefening (opfrisser)
  • Hoe gaat het debat eruitzien?
  • Debatregels
  • Beoordelingsmodel
  • Oefendebat 2x

Slide 25 - Tekstslide

Korte oefening
Wat is in de volgende zinnen de mening en wat is het argument? 
  1. Ik vind jouw schoenen mooi, omdat ze rood zijn.
  2. Meer dan 60% van de mensen krijgt stress als hun telefoon bijna leeg is, dus ik vind telefoonverslaving een serieus probleem.
  3. Ik vind niet dat je zomaar alles tegen iedereen kan zeggen, omdat je mensen heel erg kunt kwetsen.

Weet je de begrippen nog?
feit, mening, stelling, argument (voor of tegen), overtuigen, objectief, subjectief, consensus

Slide 26 - Tekstslide

Hoe gaat het debat eruitzien?
Het debat:
  • Jullie gaan 10 minuten debatteren.
  • Je gaat staan als je wat wil zeggen. 
  • Je krijgt van mij de beurt. Je wacht dus met wat zeggen, tot ik je naam heb genoemd.
  • Vind je het spannend om wat te zeggen? Zorg dat je aan het begin meteen wat zegt!

De feedbackronde:
  • De twee niet-debatterende teams letten elk op een team.
  • Die onthouden goede argumenten en letten op de non-verbale communicatie.
  • Na het debat geef je feedback aan het team (tips én tops).

Slide 27 - Tekstslide

Hoe gaat het debat eruitzien?
Tips:
  • Zorg dat je je stelling verdedigt!! Ook al sta je er dus niet helemaal achter, dan doe je alsof.
  • Zorg dat iedereen in het team alle argumenten heeft op een blaadje (je mag geen Chromebook erbij houden!).
  • Weet dat je ook je eigen teamgenoten mag aanvullen/ondersteunen. Je hoeft dus niet te wachten tot iemand van het andere team reageert.
  • Weet dat je ook vragen mag stellen aan het andere team. Bijvoorbeeld: "Hoe zou je dat dan doen?"
  • Als je reageert op een ander, zeg dan: “Ik wil reageren op …”, of “Hij/zij zegt …”, of “Ik vind …”
  • Heb je ervaring met het onderwerp? Gebruik dat! (Zie ook beoordelingsmodel). 

Slide 28 - Tekstslide

Regels
1. Luister naar elkaar.
 2. Laat elkaar uitpraten.
3. Iedereen is gelijk.
4. Probeer ieders standpunt te begrijpen.
5. Pas op voor vriendjespolitiek.
6. Blijf bij het onderwerp.
Regels
7. Weet eerlijk over de feiten.
8. Wees kritisch.
9. Zeg: "Ik vind..., omdat...".
10. Geef voorbeelden.
11. Denk aan je lichaamstaal.
12. Denk aan je stemgebruik.

Slide 29 - Tekstslide

Oefendebat 1
Stelling: Mobiele telefoons moeten voor leerlingen op het Maartens binnen school verboden zijn.

voor: Tremain, Annelie, Lily, Natalia, Hamza, Morgan
tegen: Gavin, Melle, Kaylee, Levi, Anwar, Serdar

Slide 30 - Tekstslide

Oefendebat 2
Stelling: Mobiele telefoons moeten voor leerlingen op het Maartens binnen school verboden zijn.

voor: Victoria, Mare, Chayen, Tyler, Keshav, Yrsa, Bente
tegen: Rhianne, Lente, Juul, Pepijn, Dara, Kyan, Edin

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide

do. 20 apr. - 2M2 - 4e uur
Voorbereiding SO debatteren
  • Informatie zoeken (individueel)
  • Argumenten verzamelen (in je groepje)
  • Vooruitblik SO's debatteren

Slide 33 - Tekstslide

Stellingen
1. Cyberpesten moet strafbaar gesteld worden.
Voor: team Tremain
Tegen: team Victoria
2. Ouders zijn verantwoordelijk voor het drank- en drugsgebruik van hun kinderen.
Voor: team Rhianne
Tegen: team Gavin

Slide 34 - Tekstslide

Hoe gaat het debat eruit zien?
Het debat:
  • Jullie gaan 15 minuten debatteren.
  • Je gaat staan als je wat wil zeggen. 
  • Je krijgt van mij de beurt. Je wacht dus met wat zeggen, tot ik je naam heb genoemd.
  • Vind je het spannend om wat te zeggen? Zorg dat je aan het begin meteen wat zegt!

De feedbackronde:
  • De twee niet-debatterende teams letten elk op een team.
  • Die onthouden goede argumenten en letten op de non-verbale communicatie.
  • Na het debat geef je feedback aan het team (tips én tops).

Slide 35 - Tekstslide

Bekijken beoordelingsmodel

Slide 36 - Tekstslide

Debat voorbereiden
  1. Je gaat zo in je groepje zitten.
  2. Je weet je stelling al.
  3. Je gaat met je groepje op zoek naar argumenten (persoonlijke en feiten).
  4. Zorg dat iedereen alle argumenten heeft.
  5. Maak afspraken over wie er opent en wie wat kan zeggen. 
  6. Bedenk ook met wat voor argumenten de 'tegenpartij' kan komen. Probeer ook hiervoor tegenargumenten te bedenken.

Slide 37 - Tekstslide

De rollen
  • De voorzitter (vz) praat namens de groep.
  • De tijdbewaker (tijdbew) houdt de tijd in de gaten en zorgt dat iedereen zich aan de taakverdeling houdt.
  • De notulist schrijft alle argumenten op in een met iedereen gedeeld document.

Je werkt allemaal aan het vinden van argumenten voor je stelling.

Slide 38 - Tekstslide

Groepsindeling

  1. Tremain (vz), Annelie (tijdbew.), Lily, Natalia, Hamza, Morgan (notulist)
  2. Victoria (vz), Mare (tijdbew.), Chayen, Tyler, Keshav, Yrsa, Bente (notulist)
  3. Rianne (vz), Lente (tijdbew.), Juul, Pepijn, Dara, Kyan, Edin (notulist)
  4. Gavin (vz), Melle (tijdbew.), Kaylee, Levi, Serdar, Anwar (notulist)


Slide 39 - Tekstslide

Debat voorbereiden
  1. Ga in je groepje zitten (niet met je rug naar het bord).
  2. Zoek met je groepje naar argumenten (persoonlijke en feiten).
  3. Zorg dat iedereen alle argumenten heeft.
  4. Maak afspraken over wie er opent en wie wat kan zeggen. 
  5. Bedenk ook met wat voor argumenten de 'tegenpartij' kan komen. Probeer ook hiervoor tegenargumenten te bedenken.

Slide 40 - Tekstslide

Inleveren
Lever de argumenten van je groepje in via Classroom.

Slide 41 - Tekstslide

Voor morgen
  • Zorg dat iedereen in je groepje alle argumenten op papier heeft!
  • Maak afspraken over hoe je elkaar kunt helpen. 

Slide 42 - Tekstslide

En nu...
  1. ...ga je in je groepje zitten. Zorg dat je niet met je rug naar het bord komt te zitten!
  2. Je bekijkt elkaars argumenten. Wat zijn de drie beste argumenten? Zijn het feiten of meningen?
  3. Vorm consensus.
  4. Zoek met je groepje naar meer argumenten (persoonlijke en feiten).
  5. Zorg dat iedereen alle argumenten heeft.
  6. Maak afspraken over wie er opent en wie wat kan zeggen.
  7. Bedenk ook met wat voor argumenten de 'tegenpartij' kan komen. Probeer ook hiervoor tegenargumenten te bedenken.

Slide 43 - Tekstslide

Het woord is aan...
De voorzitters!
  1. Geef de mening van het groepje en de drie belangrijkste argumenten.
  2. De andere groepjes mogen feedback geven: wat is er goed aan de argumenten en wat zou er beter kunnen?

Slide 44 - Tekstslide

Tot slot
Jullie kennen de volgende begrippen: feit, mening, argument (voor en tegen), consensus, overtuigen, subjectief en objectief 

Jullie kunnen je eigen mening geven met behulp van argumenten: feiten en meningen.

Slide 45 - Tekstslide

Voorbereiding SO debatteren
Individueel zoeken:
  1. Je gaat eerst individueel informatie zoeken bij jouw stelling.
  2. Je schrijft je eigen mening op en zoekt minimaal drie argumenten (inclusief een feit) bij je mening.
  3. Je noteert je mening + argumenten op papier.

Slide 46 - Tekstslide

Inhaal/herkansings-SO debatteren
do. 8 juni - 2M2 - 7e uur

Slide 47 - Tekstslide

Hoe gaat het debat eruit zien?
Tips:
  • Zorg dat je je stelling verdedigt!! Ook al sta je er dus niet helemaal achter, dan doe je alsof.
  • Zorg dat iedereen in het team alle argumenten heeft op een blaadje (je mag geen Chromebook erbij houden!).
  • Weet dat je ook je eigen teamgenoten mag aanvullen/ondersteunen. Je hoeft dus niet te wachten tot iemand van het andere team reageert.
  • Weet dat je ook vragen mag stellen aan het andere team. Bijvoorbeeld: "Hoe zou je dat dan doen?"
  • Als je reageert op een ander, zeg dan: “Ik wil reageren op …”, of “Hij/zij zegt …”, of “Ik vind …”
  • Heb je ervaring met het onderwerp? Gebruik dat! (Zie ook beoordelingsmodel). 

Slide 48 - Tekstslide

Regels
1. Luister naar elkaar.
 2. Laat elkaar uitpraten.
3. Iedereen is gelijk.
4. Probeer ieders standpunt te begrijpen.
5. Pas op voor vriendjespolitiek.
6. Blijf bij het onderwerp.
Regels
7. Weet eerlijk over de feiten.
8. Wees kritisch.
9. Zeg: "Ik vind..., omdat...".
10. Geef voorbeelden.
11. Denk aan je lichaamstaal.
12. Denk aan je stemgebruik.

Slide 49 - Tekstslide

SO debat
Toetsweken op het Maartens moeten vlak voor de vakanties plaatsvinden i.p.v. erna.

Voorstanders: Levi, Lily, Pepijn, Tyler
Tegenstanders: Anwar, Dara, Hamza, Kyan

Slide 50 - Tekstslide