Absolutisme

6.3 Het absolutisme
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 23 slides, met tekstslides en 4 videos.

Onderdelen in deze les

6.3 Het absolutisme

Slide 1 - Tekstslide

Kenmerkend Aspect
Het streven van vorsten naar absolute macht

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen
Je kent het begrip absolutisme
Je weet hoe de Franse koning zijn macht vergrootte. 
Je kent de kenmerken van de absolute macht van de Franse koning. 

Slide 3 - Tekstslide

Lodewijk XIV van Frankrijk (Louis XIV) 5/9 1638 — 1/9 1715)

Bekend als Lodewijk de Grote (Louis le Grand) en de Zonnekoning (Frans: le Roi-Soleil)

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Twee vragen
1. Waarom werd Lodewijk XIV de Zonnekoning genoemd
2. Hoe zag het bestuur van Lodewijk XIV eruit?

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Vraag
Welke politieke functie had het paleis Versailles?

Slide 8 - Tekstslide

5 vragen beantwoorden:
1. Beschrijf het absolutisme onder Lodewijk XIV en leg daarbij de uitspraak 'l'etat, c'est moi' uit. 
2. Welke veranderingen wat betreft het leger heeft Lodewijk doorgevoerd?
3. Welke maatregel werd er op het gebied van godsdienst ingevoerd?
4. Wat is mercantilisme?  Noem daarbij twee kenmerken.
5. Geef ook aan waardoor de Franse koning (ondanks het absolutisme) niet almachtig werd. 

Slide 9 - Tekstslide

Geschiedenis
1. Huiswerkcontrole 
Studiewijzer 
1t/m6 + 8 van 6.2 
2t/m4 van 6.3 
 Eerdere opdrachten om af te tekenen
2. Start 6.4 Wetenschappelijke Revolutie
3. Vrijdag 28/2 SO hoofdstuk 6 (+ begrippen/KA's)

Slide 10 - Tekstslide

6.4 De Wetenschappelijke Revolutie

De anatomische les van d. Tulp
(Rembrandt, 1623)

Slide 11 - Tekstslide

Kenmerkend Aspect
De wetenschappelijke revolutie

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Lesdoelen
Aan het einde van de les ken je
1. het nieuwe wereldbeeld van de 17e eeuw
2. welke ontwikkeling de wetenschap doormaakte
3. de toepassingen van de wetenschap
4. het begrip wetenschappelijke revolutie

Slide 14 - Tekstslide

2 Vragen
1. Leg uit welk verband er bestaat tussen de renaissance (5.1) en de wetenschappelijke revolutie.
2. Benoem ook het grote verschil tussen de renaissance en de wetenschappelijke revolutie.

Slide 15 - Tekstslide

Een nieuw wereldbeeld
fdfsff
ddfdf


Copernicus                                              Galileo                                               Newton

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

Wetenschappelijke ontwikkeling

1. Zelf onderzoek doen
2. Systematisch waarnemen -> experimenteren -> conclusies trekken
3. De natuur werkt niet met een doel maar volgens natuurwetten

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Toepassing van wetenschap
1. Wetenschap moet nut hebben, kan worden toegepast.
2. Ontwikkelingen in de technologie: 
- nieuwe instrumenten: thermometer, telescoop, microscoop
- Betere meetintrumenten 
- percieze zeekaarten
3. De wetenschappelijke revolutie leidde tot optimisme -> 
de mens bleek door gebruik van het verstand grote mogelijkheden te hebben

Slide 22 - Tekstslide

5 Oefenvragen 6.4
1. Geef een beschrijving van het veranderende wereldbeeld dat wordt beschreven in de tekst. (Noem tenminste 1 wetenschapper uit de 17e eeuw).
2. Welke nieuwe wetenschappelijke methode ontstond er in de 17e eeuw?
3. Natuur had geen doel, maar:.........Welk idee kregen de wetenschapper uit de 17e eeuw?
4. Geef een aantal voorbeelden van hoe wetenschap nut kan hebben. 
5. Leg uit waardoor er optimisme ontstond in de wetenschappelijke revolutie.
WB: opd 1t/m5

Slide 23 - Tekstslide