Past Simple & Past Perfect (& Past Perfect Continuous)

Life Vision Unit 1.2 - SB p.10


Aim: 
  • I can correctly use the Past Perfect and the Past Perfect Continuous.
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Life Vision Unit 1.2 - SB p.10


Aim: 
  • I can correctly use the Past Perfect and the Past Perfect Continuous.

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

The Past Perfect Simple

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer?
1. Actie die is afgelopen voor een andere actie (situatie 1 & 2)
2. Hoe lang iets is bezig geweest op een moment in het verleden.


Voorbeeldzin
1. When we arrived, the film had started.
2. When he graduated, he had been in London for six years.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

past simple & past perfect

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De Past Perfect
gebeurde eerst,
daarna de Past simple
A
waar
B
niet waar

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Past Simple <> Past Perfect
Before we ____ (to go) to the party, we _____ (to go) to the cinema.
A
went / went
B
had gone / had gone
C
went / had gone
D
had gone / went

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Past simple / past perfect:
__________ (to phone) Angie before he __________ ( to go) to London?
A
Did he phone - went
B
Did he phoned - gone
C
Did he phone - had gone
D
Had he phoned - went

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Past simple / past perfect:
The storm _______ (to destroy) the sandcastle that we _______ (to build).
A
destroys - build
B
had destroyed - built
C
destroyed - had build
D
destroyed - had built

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Past Simple <> Past Perfect
After Richard _____ (to study) biology, he _____ (to study) maths.
A
studied / studied
B
had studied / had studied
C
studied / had studied
D
had studied / studied

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Past simple / past perfect:
The waiter __________ (to bring) the drink that I _______ (to order).
A
bring - order
B
had brought - ordered
C
brought - had ordered
D
brings - was ordering

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Past Simple <> Past Perfect
Before Clark _____ (to call) the police, Sue _____ (to call) the fire department.
A
called / called
B
had called / had called
C
called / had called
D
had called / called

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


  • Past Perfect Continuous

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

past simple & past perfect

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Past Perfect Continuous
Hoe?

had been + hele werkwoord + ing


Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Past Perfect Continuous
Signaalwoorden
for, since, the whole day, all day


Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer?
Een actie die in het verleden is begonnen, en die is verder gegaan na een andere actie in het verleden.

Nadruk op tijdsduur!!!
Deze actie duurde een tijdje/ was een poosje aan de gang.



Voorbeeldzin
We had been looking for the wallet for two hours when Susan found it.

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

How do you create the past perfect continuous?
A
had + been + verb-ing
B
had + been + past participle
C
had + verb-ing
D
had + being + verb

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Deega __________ for ten minutes when they interrupted her and offered her the job.
A
talked
B
had talked
C
had been talking
D
has talked

Slide 18 - Quizvraag

We use the past perfect continuous here to express that something had been happening for some time in the past before another event in the past (interrupted and offered = past simple). The sentence often contains words such as after, before, when, so, until or since. The past perfect continuous is formed with had been + a verb with the -ing ending (here: talking). When we use an adverb (here: only) in the sentence, we place it between had and been, so had only been talking.
She _________ (do) her homework for hours when her friend called.
A
had done
B
had been doing
C
did
D
has done

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Link

Deze slide heeft geen instructies