41. Persoonsvorm en voltooid deelwoord (les 1)

Binnen = beginnen!
  • Jas uit, tas op de grond
  • Aan de slag met de opdracht op je tafel
  • Mededeling
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 11 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Binnen = beginnen!
  • Jas uit, tas op de grond
  • Aan de slag met de opdracht op je tafel
  • Mededeling

Slide 1 - Tekstslide

Vorige les
  • Herhaling 2.7 (pv, wwg, ow, lv)
  • Toets ingepland: donderdag 2 november

Ik heb mijn broer een cadeau gegeven.

Slide 2 - Tekstslide

Vandaag
  • Herhaling persoonsvorm (2.8)
  • Uitleg voltooid deelwoord (2.8)

Doelen van vandaag
  • Ik kan de persoonsvorm goed spellen.
  • Ik kan het voltooid deelwoord goed spellen.
  • Ik ken het verschil tussen de persoonsvorm
     en het voltooid deelwoord.

Slide 3 - Tekstslide

Startopdracht
Noteer de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd.
1. Jij leert voor de toets.
2. Ik praat veel te veel.
3. Hij herhaalt de stof voor de overhoring nog eens.
4. Mijn docent beantwoordt zijn mail altijd erg snel.
5. Word je daar niet moe van?

Noteer de persoonsvorm in de verleden tijd.
1. Mijn vader wandelde ’s middags altijd in het park.
2. Het vlees verbrandde toen mijn moeder zat te bellen.
3. Wij verhuisden vroeger heel vaak.
4. De kleine vogeltjes vlogen het nest uit.
5. Ik haatte gym toen ik in de brugklas zat.

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Persoonsvorm (tt)
  • Ik-vorm
  • Ik-vorm + t
  • Hele werkwoord

  • Vul het woordje "lopen" of "spieken" in.
     Hoor je een t? Dan schrijf je die ook.


Spieken
Ik spiek
Hij spiekt
Wij spieken
Vinden
Ik vind 
Hij vindt 
Wij vinden
Verhuizen
Ik verhuis
Hij verhuist
Wij verhuizen

Slide 6 - Tekstslide

Voltooid deelwoord (vd)
  • Ge-, be-, ver-, her-, ont-
  • Gebeurd, afgelopen (voltooid)
  • Eindigt op -d, -t of -en
  • Samen met een vorm van hebben, zijn of worden

  • Langermaakproef
  • KofschipX - Kofschiptaxi - Sexy fokschaap



Spieken
Ik spiek, ik spiekte, ik heb gespiekt
Verhuizen
Ik verhuis, ik verhuisde, ik ben verhuisd
Lopen
Ik loop, ik liep, ik heb gelopen

Slide 7 - Tekstslide

Persoonsvorm of voltooid deelwoord?
  • Vul het woordje "lopen" of "spieken" in in de zin
  • Je hoort welke vorm van het werkwoord je moet invullen

Hij ... (herhalen) die zin nog eens.
> Hij loopt/spiekt die zin nog eens. 
> Persoonsvorm

Hij heeft die zin nog eens ... (herhalen).
> Hij heeft die zin nog eens gelopen/gespiekt.
> Voltooid deelwoord

Opdracht 4, p.163

Slide 8 - Tekstslide

Aan de slag!
Kijk de opdrachten over pv, wwg, ow en lv na (stencil, p.7-10)
Maak opdracht 2 (boek A, p.161) en opdrachten pv/vd (stencil, p.12-13)
Je schrijft de antwoorden in je boek/op je stencil.
18 minuten
Nakijken > Leesboek of ander vak
6 minuten: zelfstandig in stilte.
Daarna: op fluistertoon overleggen.
Ik kan de persoonsvorm en het voltooid deelwoord goed spellen.

Slide 9 - Tekstslide

Terugblik
  • Herhaling persoonsvorm
  • Uitleg voltooid deelwoord

Doelen van vandaag
  • Ik ken het verschil tussen de persoonsvorm
     en het voltooid deelwoord.
  • Ik kan de persoonsvorm goed spellen.
  • Ik kan het voltooid deelwoord goed spellen.



Slide 10 - Tekstslide

Volgende les
  • Uitleg leestekens: komma


Huiswerk (schrijf het in je logboek)
  • Opdracht 2 (boek A, p.161)
  • Opdrachten pv/vd (stencil, p.12-13)

Slide 11 - Tekstslide