Het voltooid deelwoord (vd)
- Begint vaak met ge-, be- of -ver.
- Staat vaak achteraan in de zin.
- Eindigt op -d, -t of -en.
- Staat met een vorm van hebben, zijn of worden in de zin.
> Linda had een mooi cadeau gekregen.
> Sven wordt door iedereen gefeliciteerd.