cours du 4 avril

• Frans
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1,3,6

cours du 4 avril

programme du 4 avril

- On parle 10 min ? tourne la roue et finis la phrase

- vocabulaire 5 min p. 2 

- Kahoot

- écrire lettre 1 (informelle)

devoirs

- Finis lettre 1

- apprends liste de vocabulaire p. 2 & 16

vacances de mai > Tahiti

vocabulaire p. 2 (& 16)

les adjectifs

1. quel adjectifs ne viennent PAS tous DEVANT le nom?

1. beau, joli, haut
2. fou, bon, nouveau
3. mauvais, long, dernier
4. gros, petit, veiux

2. Cette maison est ...

1. bon marché
2. bonne marché
3. bon marchée
4. bonne marchée

1. les longs et blonds cheveux
2. les blonds cheveux longs
3. les cheveux longs et blonds
4. les longs cheveux blonds

4. J'ai réservé cette
..?.. chambre ..?..

1. La chambre chère et propre.
2. La propre chambre chère.
3. La chère chambre propre.
4. La chère et propre chambre.

5. La chambre se trouve dans ...

1. un vieux hôtel.
2. un vieille hôtel.
3. un viel hôtel.

kennen SO

Geef aan in je grammatica-uitleg:

- 1 moet je uit je hoofd kennen

- 2 moet je weten, maar niet uit je hoofd leren

- 3 uit je hoofd leren + uitzonderingsvormen

- 4. moet je uit je hoofd leren

- 5 moe je uit je hoofd leren

devoirs

- Fais lettre 1 (lettre informelle)

histoire drôle

6 groepen

iedere groep maakt een wiel met Franse woorden 

- pas het volgende wiel aan

- 2x zelfstandignaamwoorden/personen, 2x bijvoeglijknaamwoord, 2x werkwoord

Daarna delen we de wielen die we gebruiken om in je groepje een grappig verhaal te schrijven 

histoire drôle

Met het groepje waar je net mee werkte:

- Je draait de wielen van zelfstandig-, bijvoeglijknaamwoord en werkwoord en maakt daar samen een kloppende zin van (je mag zoveel woorden toevoegen als je wilt). 

- Draai nogmaals voor de volgende zin, ga zo door...

- Voor het huiswerk ga je dit verhaal nog verder perfectioneren.