Taalverzorging 1F-2F oefeningen deel 2

Taalverzorging 1F-2F
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

Onderdelen in deze les

Taalverzorging 1F-2F

Slide 1 - Tekstslide

Maak een verkleinwoord van
"auto"

Slide 2 - Open vraag

Maak meervoud van
"baas"

Slide 3 - Open vraag

Vul de juiste vorm in:
De ...... beker is erg mooi. (glas)

Slide 4 - Open vraag

Vul de juiste vorm in:
De .... jongen wordt helemaal rood. (boos)

Slide 5 - Open vraag

Vul de juiste vorm in:
Meestal hebben we ... stage. (middag)

Slide 6 - Open vraag

Wat is het verkleinwoord van:
ring
A
ringje
B
ringentje
C
rinkje
D
ringetje

Slide 7 - Quizvraag

Wat is het verkleinwoord van:
koning

Slide 8 - Open vraag

Wat is het meervoud van:
pizza
A
pizzaas
B
pizza's
C
pizaas
D
pizzaatje

Slide 9 - Quizvraag

Welke woorden moeten met hoofdletter:

essa en luchia gaan op vakantie naar spanje.

Slide 10 - Open vraag

Vul de juiste vorm in:

Esmail en Tameem ... gisteren per ongeluk de auto. (beschadigen)
A
beschadigt
B
beschadigd
C
beschadigden
D
beschadigde

Slide 11 - Quizvraag

Welk werkwoord is juist:
De auto .... vorige week niet. (starten)
A
starte
B
starten
C
startten
D
startte

Slide 12 - Quizvraag

Vul de juiste vorm in:
Ik .... dat ik de toets slecht heb gemaakt. (vrezen)
A
vreezde
B
vreesde
C
vrees
D
vreest

Slide 13 - Quizvraag

Welk woord is FOUT geschreven?
A
baby'tje
B
's avonds
C
fotoos
D
pizza's

Slide 14 - Quizvraag

Welk woord is FOUT geschreven?
A
kettinkje
B
kleinigheiden
C
's middags
D
fotootje

Slide 15 - Quizvraag

Vul de juiste vorm in:
Ik heb dat nog nooit ... (doen).

Slide 16 - Open vraag

Vul de juiste vorm in:
Wij ..... gisteren niet op school. (zijn)

Slide 17 - Open vraag

Wat is de juiste verdeling in lettergrepen (poppenhuisje)
A
poppen-huisje
B
poppen-huis-je
C
pop-pen-huis-je
D
pop-pen-huisje

Slide 18 - Quizvraag

Verdeel in lettergrepen:
waterflesje

Slide 19 - Open vraag

Ik vond deze opdrachten (kies uit): heel makkelijk / makkelijk / een beetje moeilijk / heel moeilijk

Slide 20 - Open vraag