Zomertijd en wintertijd

1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
Begrijpend lezenMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Onderstreep moeilijke woorden uit de tekst.

Slide 3 - Open vraag

Wat is de betekenis van een decennium?

Slide 4 - Open vraag

Waarom is de zomertijd ingevoerd?

Slide 5 - Open vraag

Wat is het onderwerp van de tekst?
  • Het naar voren en terug draaien van de klok

Slide 6 - Tekstslide

In regel 19-20 staat: Maar dat wordt voor een deel weer tenietgedaan doordat mensen in de ochtend vaker de verwarming aanzetten. Wat betekent tenietdoen?
A
De gevolgen van iets wegnemen
B
De ideeën van iemand afkeuren
C
De kansen van iets pakken
D
De voordelen van iets goedkeuren

Slide 7 - Quizvraag

WAAR of NIET WAAR?
In de winter
Je biologische klok loopt in het normale ritme, waardoor je minder stress hebt. Dat geldt ook voor dieren.
NIET WAAR
WAAR

Slide 8 - Sleepvraag

Wat is volgens jou de belangrijkste boodschap van deze tekst?
A
De zomertijd moet afgeschaft worden, het heeft teveel nadelen.
B
De wintertijd moet afgeschaft worden, het heeft teveel nadelen.
C
Europa wil de wintertijd afschaffen, maar kan niet kiezen.
D
Europa wil het verzetten van de klok afschaffen, NL niet

Slide 9 - Quizvraag

WAAR of NIET WAAR?
De klok wordt elk jaar in de laatste week van oktober 1 uur vooruit gezet.
NIET WAAR
WAAR

Slide 10 - Sleepvraag

In regel 36-37 staat: Een voorkeur voor de zomer- of wintertijd heeft Nederland nog niet. Wat betekent voorkeur?
A
Dat je het niet zeker weet
B
Iets wat je het liefste kiest
C
Het belangrijkste gedeelte
D
Iets wat je afkeurt

Slide 11 - Quizvraag