In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Video
Wet van Hardy-Weinberg (equilibrium)
(Binas 93D3)
p = dominant en q = recessief
Allelfrequentie = getal tussen 0 en 1 dat aangeeft hoe vaak bijv. het dominante allel p (Grijs) voorkomt
Als p = 0,6 wat is dan q?
q = 0,4.
hoeveel (%) witte katten zijn er dan?
Slide 2 - Tekstslide
Wat zie je hier?
Slide 3 - Tekstslide
Tekst
Fenotype of genotype?
Slide 4 - Tekstslide
Populatie of soort?
Slide 5 - Tekstslide
Tekst
Dominant?
Slide 6 - Tekstslide
Genotype op het DNA
Zwarte stip = A
Rode stip = a
AA AA Aa Aa
AA AA Aa Aa
AA AA aa aa
Slide 7 - Tekstslide
formule: p+q =1
Zwarte stip = A
Rode stip = a
AA AA Aa Aa
AA AA Aa Aa
AA AA aa aa
24 allelen in totaal: 16 A en 8 a
Slide 8 - Tekstslide
formule: p+q =1
Zwarte stip = A
Rode stip = a
AA AA Aa Aa
AA AA Aa Aa
AA AA aa aa
16 A en 8 a dus p = 16/ 24 = 0,67
Slide 9 - Tekstslide
Wat nu als we geen DNA hebben ?
A
a
A
a
Slide 10 - Tekstslide
Genfrequenties
A
a
A
AA
Aa
a
Aa
aa
Slide 11 - Tekstslide
Genfrequenties
p = dominant en q = recessief
p2 + 2pq + q2 = 1
A
a
A
AA = p2
Aa = pq
a
Aa = pq
aa = q2
Slide 12 - Tekstslide
ik snap dit
helemaal
beetje
weinig
niks
Slide 13 - Poll
Genfrequenties LHB
p = dominant en q = recessief
p2 + 2pq + q2 = 1
A
a
A
AA = p2
Aa = pq
a
Aa = pq
aa = q2
Slide 14 - Tekstslide
Genfrequenties
p2 + 2pq + q2 = 1
er zijn 2 lhb's
met rode stippen
q2 = 2/12 = 0.17
q = 0.41
A
a
A
AA = p2
Aa = pq
a
Aa = pq
aa = q2
Slide 15 - Tekstslide
Hoeveel heterozygoot?
p2 + 2pq + q2 = 1
q2 = 0.17
q = 0.41
p = ?
A
a
A
AA = p2
Aa = pq
a
Aa = pq
aa = q2
Slide 16 - Tekstslide
Hoeveel heterozygoot?
p2 + 2pq + q2 = 1
q2 = 0.17
q = 0.41
p = 0.59
2pq = 2x?x ?
A
a
A
AA = p2
Aa = pq
a
Aa = pq
aa = q2
Slide 17 - Tekstslide
Hoeveel heterozygoot?
p2 + 2pq + q2 = 1
q2 = 0.17
q = 0.41
p = 0.59
2pq = 2x 0.41x 0.59 =
0.48
narekenen: 0.412 + 0.48 + 0.592 = 1
A
a
A
AA = p2
Aa = pq
a
Aa = pq
aa = q2
Slide 18 - Tekstslide
BS6: Populatiegenetica - een voorbeeld
Bij een hagedissensoort komen twee allelen voor voor een gen in schubkleur. Het allel voor rode schubben is dominant over het allel voor oranje schubben. Er is geen sprake van een selectievoordeel op één van deze allelel en de populatie verkeert in Hardy-Weinberg evenwicht.
Deze populatie blijkt uit 272 individuen te bestaan waarvan er 158 rode schubben heeft.
Bereken op één decimaal nauwkeurig welk percentage hiervan heterozygoot is.
Werk deze opgaven op papier uit.
Maak een foto van je uitwerking
Upload de foto op de volgende slide
Slide 19 - Tekstslide
Maak een foto van je uitkomt
Slide 20 - Open vraag
Uitwerkingen oefenvraag Hardy-Weinberg
Stap 1
158 van 272 zijn rood-geschubd
158/272 = 0,581
dus p^2 + 2pq = 0,581
Stap 2
272 - 158 = 114 zijn
oranjegeschubd
q^2 = 114/272
q^2 = 0,419
q = wortel(0,419)
q = 0,647
Stap 3
p = 1 - q
p = 1 - 0,647
p = 0,353
Stap 4
heterozygoot = 2pq
2pq = 2 * 0,353 * 0,647
2pq = 0,457
dus 45,7 procent van populatie is heterozygoot
Stap 5
0,457 * 272 = 124 individuen van de 158 roodgeschubden zijn heterozygoot
124/158 * 100% = 78,5 %
van de roden zijn heterozygoot
Slide 21 - Tekstslide
Allelfrequentie - wet v. Hardy-Weinberg (Binas 93D3)