CI Hoofdstuk 4 blz. 92 tot en met 97 uitgeversgroep
1 / 19
Lesduur is: 60 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Wat betekent USP?
Slide 3 - Open vraag
A. Wat men van je organisatie denkt
B. Wat je wil dat men van je organisatie denkt
B. Wat je wil dat men van je organisatie denkt
A
A = Missie
B = Visie
B
A = Visie
B = Missie
C
A = Identiteit
B = Imago
D
A = Imago
B = Identiteit
Slide 4 - Quizvraag
Identiteit bevat de kernwaarden van het bedrijf, waaruit bestaan de kernwaarden?
A
Gedrag, Communicatie, Persoonlijkheid
B
Symbolen, Communicatie, Imago
C
Gedrag, Communicatie, Symbolen
D
Persoonlijkheid, Communicatie, Gedrag
Slide 5 - Quizvraag
Een voorbeeld van symboliek is
Slide 6 - Open vraag
KISS gebruik je voor het formuleren van
A
Communicatieboodschap
B
Flyer/Infographic
C
Unique Selling Point
D
Ontwerpen van huisstijl
Slide 7 - Quizvraag
Dit is een voorbeeld van een
A
Beeldmerk
B
Woordmerk
C
Vignet
D
Monogram
Slide 8 - Quizvraag
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Wat is een van de belangrijkste functies van een huisstijl?
A
Concurrentie imiteren
B
Doelgroep negeren
C
Kosten verlagen
D
Herkenbaarheid vergroten
Slide 12 - Quizvraag
Wat is een ander belangrijk doel van een huisstijl?
A
Eenheid en consistentie uitstralen
B
Snelheid benadrukken
C
Verwarring creëren
D
Onprofessioneel overkomen
Slide 13 - Quizvraag
Wat is een ander woord voor huisstijl?
A
bedrijfsimago
B
corporate identity
C
merkidentiteit
D
visuele identiteit
Slide 14 - Quizvraag
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Link
Slide 17 - Tekstslide
In welke stappen kun je een creatief proces onderverdelen?
A
Probleemherkenning, divergeren, convergeren, realiseren
B
Probleemherkenning, convergeren, monitoren, realiseren
C
Probleemherkenning, divergeren, monitoren, realiseren
D
Probleemherkenning, divergeren, diagnosticeren, convergeren
