Schrijfvaardigheid - zakelijke e-mail

Zakelijke e-mail: leerdoel
Aan het einde van deze lessen, weet je:
  •  hoe een zakelijke e-mail is opgebouwd, 
  • weet je hoe je de aanhef en de afsluiting moet doen, 
  • wat de regels zijn die horen bij een zakelijke e-mail, 
  • weet je (weer) hoe je de juiste spelling gebruikt bij het schrijven van namen 
  • kun je een duidelijke inleiding, kern en slot schrijven.
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Zakelijke e-mail: leerdoel
Aan het einde van deze lessen, weet je:
  •  hoe een zakelijke e-mail is opgebouwd, 
  • weet je hoe je de aanhef en de afsluiting moet doen, 
  • wat de regels zijn die horen bij een zakelijke e-mail, 
  • weet je (weer) hoe je de juiste spelling gebruikt bij het schrijven van namen 
  • kun je een duidelijke inleiding, kern en slot schrijven.

Slide 1 - Tekstslide

De opmaak
  • Vul de onderwerpsregel in  (kort en bondig)

  • Aanhef
  • Inleidende zin: aanleiding voor de mail
  • Kern
  • Afsluitende zin
  • Slotformule
  • Naam

Slide 2 - Tekstslide

Met welk woord begint de aanhef van een zakelijke e-mail altijd?
A
Beste
B
Geachte
C
Hallo
D
Beste of Geachte

Slide 3 - Quizvraag

Je schrijft de zakelijke e-mail aan Lars Wouters. Welke aanhef gebruik je?
A
Geachte meneer Wouters,
B
Geachte Lars Wouters,
C
Geachte heer,
D
Geachte heer Wouters,

Slide 4 - Quizvraag

Je schrijft de zakelijke e-mail aan de klantenservice van de Hema. Welke aanhef gebruik je?
A
Geachte klantenservice,
B
Geachte Hema,
C
Geachte heer, mevrouw,
D
Geachte medewerker,

Slide 5 - Quizvraag

Schrijfwijze van namen
  • Je schrijft een hoofdletter waar de naam begint
  • Dit kan de voornaam zijn, maar ook de achternaam
  • Let goed op bij de tussenvoegsels (de, van, van der, etc.)
  • In de aanhef gebruik je geen voornaam 
  • Onderaan schrijf je altijd je eigen voornaam en achternaam



Slide 6 - Tekstslide

Schrijfwijze van namen in de aanhef


Geachte mevrouw Sluis,
Geachte mevrouw Sluis - van Wiel,
Geachte mevrouw De Waag - Dekkers,
Geachte mevrouw Van Geest - van der Togt,
Geachte heer Wagemakers,
Geachte heer Van 't Lam,

Slide 7 - Tekstslide

De inleidende zin
  • In de inleidende zin vertel je altijd waarom je de e-mail schrijft.
  • Alleen als in de opdracht staat dat je jezelf moet voorstellen, dan doe je dat.
  • Hoe zou je deze mail anders kunnen beginnen?

Slide 8 - Tekstslide

Het middenstuk
  • Je zakelijke e-mail bestaat altijd uit minimaal twee alinea's in het middenstuk 
  • In deze alinea's beschrijf je de meeste verplichte punten uit de opdracht 
  • Maak gebruik van de beschrijving om de verplichte punten te verwerken 
  • Staat de info niet in de situatieomschrijving? Bedenk het dan zelf! 
  • Schrijf in eigen woorden!!!
  • Beschrijf deze punten kort en bondig 

Slide 9 - Tekstslide

Afsluitende zin
In de afsluitende zin sluit je de e-mail netjes af. Je kan hier vaak het laatste verplichte punt voor gebruiken.
  • Ik hoop spoedig van u te horen.
  • Ik ontvang graag snel een reactie.
  • Ik vraag u om binnen twee weken te reageren.

Slide 10 - Tekstslide

Slotformule en naam
Gebruik een van de twee slotformules:
  • Met vriendelijke groet,
  • Hoogachtend,

Sluit af met je voornaam en achternaam.

Slide 11 - Tekstslide

Wat heb je van deze les geleerd?

Slide 12 - Open vraag

Conventies zakelijke e-mail
  • Aan:
  • CC:
  • Onderwerp:
  • Aanhef                  (Geachte heer/mevrouw)
  • Inleiding               (Vertel de aanleiding voor je mail)
  • Kern                        (Vertel waar je e-mail over gaat)
  • Slot                          (Vertel wat je graag zou willen) 
  • Slotformule         (Met vriendelijke groet, )
  • Jouw naam    

Slide 13 - Tekstslide

Opdracht
Je leest eerst de situatiebeschrijving,
dan ga je naar de opdracht.

Slide 14 - Tekstslide

Format
Hiernaast zie je het format van de e-mail. Gebruik deze voor het maken van de opdracht. De opdracht lever je in via Teams. 

Slide 15 - Tekstslide

Situatiebeschrijving
Je hebt een toets gemaakt in de toetsweek voor het vak Burgerschap. Je vindt echter dat er vragen in de toets staan die je niet kon beantwoorden. De vragen gaan over onderwerpen die niet behandeld zijn in de lessen. Je stuurt je docent, A. van der Marel een mail waarin je je ongenoegen uit en je geeft daarin ook aan wat er volgens jou nu moet gebeuren. 

Slide 16 - Tekstslide

Opdracht
Schrijf de mail aan je docent. Lever de opdracht in via Teams.

Slide 17 - Tekstslide