Paragraaf 5.3 - De Reformatie

Herhaling paragraaf 5.1 De Renaissance
1. Wat was het grootste verschil tussen de Middeleeuwen en de Renaissance? 
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 18 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Herhaling paragraaf 5.1 De Renaissance
1. Wat was het grootste verschil tussen de Middeleeuwen en de Renaissance? 

Slide 1 - Tekstslide

Herhaling paragraaf 5.1 De Renaissance
2. Waarom kreeg de kerk minder macht tijdens de Renaissance?

Slide 2 - Tekstslide

Herhaling paragraaf 5.1 De Renaissance
3. Wat stelde het humanisme over de kerk? 

Slide 3 - Tekstslide

5.3 De reformatie
Handboek bladzijdes 62 en 63 
5.3 De Reformatie
handboek bladzijdes 62 en 63
 

Slide 4 - Tekstslide

Kenmerkend aspect
De protestantse Reformatie die de splitsing van de christelijke kerk in West-Europa tot gevolg had 


Slide 5 - Tekstslide

Humanisme
Geleerden gingen ook de oudheid bestuderen. 
 
Schrijvers en denkers noemden zich humanisten: geleerden die vanaf omstreeks 1500 klassieke teksten bestudeerden. 
Humanisten wilden de wereld verklaren op een rationele manier. 

Slide 6 - Tekstslide

Desiderius Erasmus (1466-1536)
God en het geloof moeten niet centraal staan, maar de mens zelf. Erasmus vond dat er in de kerk dingen gebeurden die niet goed waren. Hij hoopte dat de kerk dit door zijn kritiek zélf ging aanpakken.

Slide 7 - Tekstslide

Maarten Luther (1483-1546)
Duitse monnink die grote moeite had met de aflaten en levensstijl van de geestelijken. 
Veel aanhangers in Duitsland.
Johannes Calvijn (1509-1564)
Zwitserse hervormer die vond dat beelden niet in de Kerk thuishoorden. 
Veel aanhangers in Nederland

Slide 8 - Tekstslide

Uitgangspunt Katholieke kerk:

  • De kerk bepaalt de geloofsregels.
  • Geestelijkheid is nodig voor het contact tussen God en gelovige
Humanisten
      Erasmus,            Luther,                Calvijn







Erasmus: Vulgaat (Latijnse Bijbelvertaling) staat vol fouten.

Luther en Calvijn
  • Kerk is niet bezig met geloof maar met bijgeloof, rijkdom en macht.
  • Luxe leven, corruptie en rijkdom van de hoge geestelijkheid --> niet in lijn met de Bijbel 
  • Bijbel is basis van het geloof
  • Geestelijkheid is niet nodig
Kerk moet hervormd worden --> Protestantisme



Slide 9 - Tekstslide

95 stellingen - 1517 Wittenberg  

Slide 10 - Tekstslide

Katholiek:
  • Paus is leider van de kerk
  • Alle ambten in de organisatie van de kerk worden vervuld door geestelijken.
  • Geestelijken mogen niet trouwen.
  • In de kerk staat de eucharistieviering centraal.
  • Geestelijken en heiligen zijn nodig als  bemiddelaars tussen de gewone mens en God


Protestants:
  • Er is geen aparte leider van alle protestantse groepen te samen
  • Alle taken in de kerk, worden door ''gewone mensen'' vervuld. Behalve het ambt van predikant.
  • Predikanten mogen trouwen
  • In de kerkdienst staat de preek van de predikant over een Bijbeltekst centraal.
  • Geestelijken en heiligen zijn niet nodig, iedereen kan zelf zijn weg naar God vinden.
 

Slide 11 - Tekstslide

Waarom heeft Luther succes?

  • Door de uitvinding van de boekdrukkunst kunnen de teksten van Luther snel worden gekopieerd en verspreid.
  • Luther wordt gesteund én beschermd door machtige Duitse vorsten.
  • De ideeën (van eenvoud en soberheid) spreken veel arme gelovigen aan.
  • Veel gelovigen zijn het niet eens met de aflaten: Luther durft er iets van te zeggen.
  • Bijbelvertaling --> van Grieks naar Duits 

Slide 12 - Tekstslide

Reactie vanuit de katholieke kerk
  • Contrareformatie 

  • Inquisitie 

  • Protestanten werden weggezet als ketters  

  • Vermoord, gemarteld 

Slide 13 - Tekstslide

Godsdienstoorlogen in het heilige Roomse rijk
Door de opkomst van Luther kwamen er veel oorlogen tussen:
- Keizer Karel V (heilige Roomse Rijk) en koningen die katholiek zijn
- Duitse Koningen die Luther gingen steunen

Slide 14 - Tekstslide

Verspreiding en strijd
Regelmatig strijd door godsdienstige tegenstellingen
1555 Vrede van Augsburg:  Elke vorst mocht bepalen of zijn land katholiek of luthers werd. 
  • Vanaf 1562 godsdienstoorlogen in Frankrijk tussen katholieken en hugenoten.
1598 Edict van Nantes: Frankrijk werd katholiek, maar hugenoten kregen vrijheid van godsdienst. 
  • In Engeland ontstond de Anglicaanse kerk in 1534 met Hendrik VIII als hoofd.  
1563 in‘de 39 artikelen’ werd de  leer van Engelse staatskerk werd vastgelegd. 
Hendrik VIII - 6 vrouwen 

Slide 15 - Tekstslide

Henry VIII Tudor
(1491-1547)
Staatskerk 1534
Anglicaanse kerk 
Koning hoofd van de kerk --> nog steeds
Mary I Tudor
(1516-1558)
Bloody Mary
Katholiek
Elizabeth I Tudor (1533-1603)
Virgin queen
Protestant 

Slide 16 - Tekstslide

Oefenvraag
Vraag 8, opdrachtenboek bladzijde 56 

Slide 17 - Tekstslide

Huiswerk --> na de vakantie 
  • Lezen paragraaf 5.3 De Reformatie, handboek bladzijdes 62 en 63

  • Maken van paragraaf 5.3 vraag 3, 5, 6, 7 en 12, opdrachtenboek bladzijdes 52 en 53  

Slide 18 - Tekstslide