H2.1 - Soorten krachten (les 3)

Dag allemaal! Zorg dat je bent ingelogd en je laptop op een kiertje hebt.
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Dag allemaal! Zorg dat je bent ingelogd en je laptop op een kiertje hebt.

Slide 1 - Tekstslide

Dag allemaal! Zorg dat je bent ingelogd en je laptop op een kiertje hebt.

Slide 2 - Tekstslide

H2.1 - Soorten krachten

Slide 3 - Tekstslide

Wat zijn de drie gevolgen van een kracht?

Slide 4 - Open vraag

Wat is de formule om zwaartekracht mee te berekenen?

Slide 5 - Open vraag

Wat is de formule om massa mee te berekenen?

Slide 6 - Open vraag

Zwaartekracht

Fz = m * g

Waarbij:

Fz = zwaartekracht in Newton (N)

m = massa in kilogrammen (kg)

g = (gravitatieconstante) = 9,8 N/kg
De aarde trekt dus met 9,81 Newton aan 1 kg.

Slide 7 - Tekstslide

voorbeeldsom
1) Bereken de zwaartekracht op een mens met een massa van
 60 kg.

2) Bereken de massa in gram van een baby die 23,4 newton weegt.

Slide 8 - Tekstslide

1) Bereken de zwaartekracht op een mens met een massa van
60 kg.

2) Bereken de massa in gram van een baby die 23,4 newton weegt.

Slide 9 - Open vraag

Als we een kracht gaan tekenen moeten we rekening houden met drie dingen. Welke drie dingen zijn dit?

Slide 10 - Open vraag

Krachten tekenen
Aangrijpingspunt, grootte en richting van een kracht teken je met een pijl. 

  • Aangrijpingspunt is het begin van de pijl.
  • De richting van de pijl = richting van de kracht
  • De lengte van de pijl geeft aan hoe groot de kracht is.  Bij de pijl zet je een letter F.

Slide 11 - Tekstslide

Aangrijpingspunt
Grootte van de kracht
richting

Slide 12 - Sleepvraag

Welke kracht is groter?
1 cm ≙ 20 N

1 cm ≙ 5 N

Slide 13 - Tekstslide

krachtenschaal
In een krachtentekening wordt een krachtenschaal gebruikt. Deze geeft aan hoe groot de kracht is van een vector van 1 cm.

Bijvoorbeeld: 1 cm ≙ 500 N
iedere cm stelt een kracht voor van 500 N

Slide 14 - Tekstslide

Krachtenschaal

Slide 15 - Tekstslide

Als de krachtenschaal 10 x zo groot wordt, dan wordt de pijl van de kracht
A
10 x zo klein
B
even lang
C
10 x zo groot
D
10 x zo dik

Slide 16 - Quizvraag

Opdracht
Een tesla cybertruck heeft een massa van 3103 kg
a) Bereken de zwaartekracht op de cybertruck.
b) Bereken de lengte van de pijl die werkt op de cybertruck
als 1 cm ≙ 2200 N. 

Slide 17 - Tekstslide

Een tesla cybertruck heeft een massa van 3103 kg
a) Bereken de zwaartekracht op de cybertruck.
b) Bereken de lengte van de pijl die werkt op de cybertruck
als 1 cm ≙ 2200 N.

Slide 18 - Open vraag

Zwaartekracht
Het zwaartepunt = het aangrijpingspunt van de zwaartekracht

De zwaartekracht werkt vanuit het zwaartepunt.

Slide 19 - Tekstslide

Zwaartepunt
Het punt ten opzichte waarvan de massa van dat object in evenwicht is

Slide 20 - Tekstslide

Zwaartepunt
  • Als je het zwaartepunt weet dan kun je voorspellen of een voorwerp kan omvallen.
  • Als het zwaartepunt boven het steunvlak is dan blijft het voorwerp staan
  • Steunvlak: gebied 
        tussen twee 
        steunpunten

Slide 21 - Tekstslide

experiment
pak je potlood en leg deze op je wijsvingers, de wijsfingers beweeg je vanuit de uiteinde van het potlood rustig naar het midden.

Slide 22 - Tekstslide

Ga nu zelf aan de slag
Wat? Maak alle opdrachten van H2.1 af + test jezelf

Hoe? Je bent de eerste 10 minuten stil. Daarna mag je fluisterend overleggen.

Hoe lang? Tot het einde van de les.

Klaar? Lees vast H2.2 en ga daarna voor een ander vak bezig

Slide 23 - Tekstslide

Wat is de eenheid van kracht?
A
Watt
B
Newton
C
Centimeter
D
Newton per kilogram

Slide 24 - Quizvraag

De kracht waarmee de aarde aan voorwerpen trekt heet
A
Wrijvings- kracht
B
Zwaarte- kracht
C
Magnetische- kracht
D
Span- kracht

Slide 25 - Quizvraag


Welk onderdeel hoort niet bij het tekenen van een kracht?
A
Aangrijpingspunt
B
Lengte van pijl
C
Richting van pijl
D
Dikte van pijl

Slide 26 - Quizvraag


Met welke soort vervorming
hebben we te maken
in de afbeelding?
A
Plastische vervorming
B
Brosse vervorming
C
Mechanische vervorming
D
Elastische vervorming

Slide 27 - Quizvraag