2.2 Het bestuur van de stadstaat

• Geschiedenis
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 1

Herhaling

• Hoe noemen we het tijdvak dat bij dit hoofdstuk hoort?
• Wat is economie?
• De Grieken namen dingen over uit andere culturen. Noem twee voorbeelden.
• Uit welke vier groepen bestond de Griekse samenleving. Noem ze in de juiste volgorde.

2.2 Het bestuur van de stadstaat

Bladzijde 27, 28 en 29

In deze paragraaf leer je:

• hoe onderdanen werden bestuurd in een monarchie en een aristocratie
• kenmerken van het bestuur van een tiran
• hoe Atheense burgers zichzelf bestuurden 

Lezen

We lezen klassikaal de volgende stukjes van paragraaf 2.2 op bladzijde 27:

• Bestuurders en onderdanen
• Goede en slechte tirannen 

Aantekening

Paragraaf 2.2 Het bestuur van de stadstaat, blz. 27

• Politiek: heeft te maken met het bestuur van een staat.
• Monarchie: staat met een vorst.
• Aristocratie: regering van een groep belangrijke, rijke mensen.

Monarchie = staat met vorst

Aristocratie

Bestuurders van stadstaten maakten wetten. 

Dit zijn regels waar mensen zich verplicht aan moeten houden.

Soms heerste in een stadstaat een tiran: een alleenheerser die onwettig de macht heeft gegrepen. Dit noem je een tirannie.

In de Griekse wereld waren goede en slechte tirannen.

Huiswerk

Maak van paragraaf 2.2 opdracht 1 t/m 4. 

Werkboek bladzijde 30.

Informatieboek bladzijde 27.

Herhaling

• Wat is politiek?
• Wat is een monarchie?
• Wat is een aristocratie?
• Wat is een tiran?

Lezen

We lezen klassikaal het volgende stukje van paragraaf 2.2 op bladzijde 28 en 29:

• Democratie in Athene 

Aantekening

Paragraaf 2.2 Het bestuur van de stadstaat, blz. 28 en 29

• Democratie: (volksregering) bestuur waarbij het volk beslist.
• Ambtenaar: Iemand die werkt in dienst van een regering.

Wel burger:

• vrije, volwassen mannen waarvan beide ouders in Athene waren geboren.

Geen burger:

• Vrouwen
• Vreemdelingen
• Slaven

Democratie

Atheense burgers kwam 40x per jaar bij elkaar bij de agora.

Bij belangrijke beslissingen waren er minstens 6000 burgers aanwezig.

De volksvergadering besliste over het voeren van oorlog en het sluiten van vrede, over geldzaken en over het benoemen van ambtenaren.

SO paragraaf 2.1 en 2.2

Woensdag 1-12

SO paragraaf 2.1 en 2.2 (blz. 24 t/m 29).

Dit SO gaat over de hele paragraaf. 

Je leert dus alle begrippen, tijden, teksten, aantekeningen en afbeeldingen. 

Begrippenlijst staat op blz. 36 en 37.

Huiswerk

Maak van paragraaf 2.2 opdracht 5 en 7. 

Werkboek bladzijde 30 en 31.

Informatieboek bladzijde 28 en 29.