herhalingsweek part 2 BASIS 3

• Engels
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 2

les 1, 2

Goals for today

I can use the Stones from Chapter 3 

I can use the vocabulary from Chapter 3

*Leerdoelen zijn RTTI geformuleerd (in leerlingentaal).

Do you have any questions about the grammar?

 

• Both, each, every, all, none
• Vooltooid tegenwoordige tijd
• Woordvolgorde
• Tegenwooridge tijd en duurvorm tegenwoordige tijd

Tegenwoordige tijd (present simple)

eat

I

You

He/She/It

We

You

 They

duurvorm tegenwoordige tijd (present continuous)

I

You

He/She/It

We

You

 They

eat

log in lessonup

Kies tussen tegenwoordige tijd en duurvom tegenwordige tijd (present simple / present continuous)

1. My mum .......... a dinner right now.

1. is preparing
2. prepares

2. Mike and William ........ to each other very often.

1. are talking
2. talk

3. James usually ........... in the evening.

1. studies
2. is studying

4. I am sorry. I can`t pick up the phone. I ....... the dishes.

1. am doing
2. do

5. She always ......... the dog in the morning.

1. walks
2. is walking

6. Hurry up! They ....... for us in front of the hotel!

1. wait
2. are waiting

Instructie 

Log in lessonup. Close your book and leave it aside.

Vul de juiste vertaling in( NE- EN en van EN naar NL).

Let op hoofdletters en leestekens!

opdracht 1

1. The woman had short black hair and a scar on her hand.

2. The boy wore a blue scarf and a hat.

3. When do you practise your hobby?

4. Some policemen chased the car thieves.

5. The overvallers ontsnapten door de achterdeur.

6. Dieven hebben gisteravond een sportauto gestolen.

7. Pardon meneer, ik wil graag aangifte doen van een misdrijf.

Drag and drop exercise

Match the English words with their Dutch translations.

opdracht 2

lock

witness

fine

shoplifter

task

escape

burglary

wig

boete

winkeldief

taak

ontsnappen

op slot doen

overval

getuige

pruik

les 3

Goals for today

I can use the Stones from Chapter 4 

I can use the vocabulary from Chapter 4

*Leerdoelen zijn RTTI geformuleerd (in leerlingentaal).

Instructie 

Log in lessonup. Close your book and leave it aside.

Vul de juiste vertaling in( NE- EN en van EN naar NL). stones H4

Let op hoofdletters en leestekens!

opdracht 1

1. I like working with my colleagues.

2. I earn enough money to buy whatever I want.

3. What do you like to do in your free time?

4.Ik vind het leuk, omdat ik veel andere mensen ontmoet.

5. Ik ben gek op tekenen en schilderen.

6. Op dit moment ben ik op zoek naar een baan.

7. How much do you earn?

Drag and drop exercise

Match the English words with their Dutch translations.

opdracht 2

noise

dislike

taste

catch up

serve

famous

worry

working hours

beroemd

lawaai

inhalen

niet leuk vinden

bedienen

smaken

werktijden

zorgen maken

Kies het juiste woord om de zin af te maken.

Choose the correct word to complete the sentence.

opdracht 3

1. The ........... is 10 euro an hour.

1. practice
2. pay
3. adventure
4. interest

2. My favourite ............ is tennis.

1. interest
2. working hours
3. painting
4. job interview

3. My sister wants to .......... the dinner.

1. pile
2. prepare
3. apologise
4. earn

4. I don`t want to .......... my colleagues.

1. create
2. taste
3. disappoint
4. complain

5. Can you .......... how old is my friend?

1. guess
2. turn into
3. earn
4. pay

Zelfstandig aan de slag

Magister - Leermiddelen - Stepping stones  - Chapter 4 - Slim stampen - STONES / Vocabulary

Aan de slag

Nabespreking

Begrippen uit deze les

Schrijf 3 dingen op die
je deze les hebt geleerd

Stel 1 vraag over iets dat je
deze les nog niet zo goed hebt begrepen