G1HVa - Taal - les 35 - 30-1-2024 §3 Meervouden

Welkom bij Nederlands
Todo:
  • liggen de spullen die je nodig hebt op tafel?

Op tafel heb je liggen:
  • lesboek
  • schrift
  • pen

1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 10 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

Welkom bij Nederlands
Todo:
  • liggen de spullen die je nodig hebt op tafel?

Op tafel heb je liggen:
  • lesboek
  • schrift
  • pen

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we deze les doen
  • Bespreken Meer dan Lezen §3 (blz. 24-28): opdracht10
  • Verder met (C7) Spelling §3 (blz. 248-249): Meervouden

Slide 2 - Tekstslide



Meervouden

Na het maken van C7 §3 (blz. 248) kan/weet ik:
  • meervouden op -en en -s spellen.
  • meervouden van woorden die eindigen op een klinker, correct spellen. 
Lesdoel

Slide 3 - Tekstslide

Bespreken Meer dan Lezen §3 (v.a. blz. 24): opdracht 10.

Slide 4 - Tekstslide

Taal §3 Meervouden (blz. 248)
Zelfstandige naamwoorden:
  • veel meervoud eindigend op -en

Zo maak je een meervoud op -en
Enkelvoud en -en eraan vast
Soms:
  • laatste letter verdubbelen: mug - muggen
  • een a, e, o of u weglaten: raam - ramen
  • een f veranderen in een v: bedrijf - bedrijven
  • een s veranderen in een z: huis - huizen
Zo maak je een meervoud op -s en 's
s achter enkelvoud: borstel - borstels / 
comité - comités

's achter enkelvoud
  • bij woorden op a, i, o, u of y: mama - mama's / rally - rally's, ski - ski's
  • bij afkortingen: wc's / havo's / NK's 
Let op:
Eindigt woord op 2 of 3 klinkers die samen één klank vormen => s eraan vast: 
cadeau - cadeaus / cowboy - cowboys
Vergelijk met:
hernia - hernia's / cabrio - cabrio's

Slide 5 - Tekstslide

Taal §3 Meervouden (blz. 248)
Zo maak je een meervoud van woorden op ee

  • Enkelvoud eindigt op ee => meervoud met s of met ën: chimpanee-chimpansees / zee-zeeën
Zo maak je een meervoud van woorden op ie
  • klemtoon op lettergreep met ie dan voeg je ën toe: knie-knieën / melodie-melodieën

  • klemtoon op een andere lettergreep dan voeg je s toe of n: revolutie-revoluties / porie-poriën
     

Slide 6 - Tekstslide

Opdracht 1 (blz. 249)
Waar hoort het eerste woord?

Slide 7 - Tekstslide

Wat:
Ga verder met opdracht 1 (blz. 249)

Hoe:
Je werkt samen met je buurman of buurvrouw als je naast  iemand zit. 

Klaar:
Ga verder met opdracht 2.
Ben je daar ook mee klaar, maak dan je huiswerk: C §3 SP (v.a. blz. 248): opdrachten 1 t/m 6







Hulp nodig?
Kijk naar het stoplicht

rood: stil! 
Vraag het de docent als
je het echt niet meer weet.
geel: fluisterniveau 
Voor deze opdracht overleg je zachtjes met je buurman of buurvrouw.
groen:  fluisterniveau 
Kom je er zelf echt niet uit overleg dan met je buurman/buurvrouw of vraag het de docent .


Aan het werk!
timer
30:00

Slide 8 - Tekstslide



Meervouden

Na het maken van Taal §3 (blz. 248) kan/weet ik:
  • meervouden op -en en -s spellen.
  • meervouden van woorden die eindigen op een klinker, correct spellen. 

Lesdoel

Slide 9 - Tekstslide

Huiswerk
Vrijdag 30 januari
Maken:
SP §3 (v.a. blz. 248): opdrachten 1 t/m 6 

Leren
Theorie 











Slide 10 - Tekstslide