6. Lied en toneel in de middeleeuwen (paragraaf 6 en 7)

Het lied en toneel in de middeleeuwen

Paragraaf 6 en 7
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Het lied en toneel in de middeleeuwen

Paragraaf 6 en 7

Slide 1 - Tekstslide

Het lied in de middeleeuwen

Eerst mondelinge overlevering, daarna opgeschreven
Twee genres:
  1. Ballade 
  2. Elegie of klaagzang

Slide 2 - Tekstslide

Ballade:
Kenmerken:
  • verhaal wordt sprongsgewijs verteld
  • beschrijving gebeurtenissen afgewisseld met dialoog
  • veel herhalingen
  • sfeer is ernstig/somber
  • onderwerp ontleend aan sprookjes/mythologie


Slide 3 - Tekstslide

Heer Halewijn
Lees en luister mee en maak daarna de opdrachten.

Slide 4 - Tekstslide

Het verhaal van een ballade wordt sprongsgewijs verteld; de sprong bijzaken en vanzelfsprekendheden worden overgeslagen. Een sprong in ‘Heer Halewijn’ bevat bepaald geen bijzaak. Lees de sprong tussen regel 38 en regel 48 goed door en noteer wat er waarschijnlijk gebeurde.

Slide 5 - Open vraag

Beschrijf precies hoe de prinses erin slaagt Heer Halewijn te doden (regel 49-60)

Slide 6 - Open vraag

In welke sprookje/mythe/sage/legende/bijbels verhaal komen de de volgende motieven ook voor: het zich laten meelokken door gezang; het doden en ophangen van vrouwen; een hoofd op tafel zetten?

Slide 7 - Open vraag

Wat is het verschil tussen het antwoord van de broer en dat van de anderen op de vraag van het meisje?

Slide 8 - Open vraag

Elegie
Kenmerken:
Lyrisch
Aanleiding is dood van geliefd persoon
Gevoelens van smart en wanhoop

Voorbeeld
Het Egidiuslied

Slide 9 - Tekstslide

Toneel in de middeleeuwen 
  • Na de zesde eeuw verdwijnt het toneel in West-Europa;
  • onder invloed van de kerk
  • Begint rond de tiende eeuw weer terug
       in de kerk ( toneelstukjes rond kerst)

Slide 10 - Tekstslide

Het toneel in de middeleeuwen


  • Pas vanaf de veertiende eeuw schreef men weer
  • van geestelijk naar wereldlijk toneel
  • van kerk, naar kerkplein naar marktplein (wagenspelen)
  • van geestelijken en misdienaren naar burgers en
     vervolgens naar echte acteurs
  • van godsdienstige onderwerpen naar allerlei verschillende thema's

Slide 11 - Tekstslide

Verschillende soorten toneel
Geestelijk toneel
  • Mysteriespelen: bijbelse gebeurtenissen worden nagespeeld
  • Mirakelspelen: wonder door tussenkomst van Maria of andere heilige; vb.: Mariken van Nieumeghen.
  • Moraliteiten of sinnespel: een levensles of geloofswaarheid;  vb. Elckerlyck
Wereldlijk toneel
  • Vier abele spelen: Esmoreit, Gloriant, Lanseloet van Denemarken , Van de winter ende van den somer

Slide 12 - Tekstslide

Mariken van Nieumeghen
De waargebeurde en wonderbaarlijke geschiedenis van Mariken van Nieumeghen, die meer dan zeven jaar met de duivel samenwoonde en omgang met hem had.




Slide 13 - Tekstslide

Mariken van Nieumeghen
Een mirakelspel, een toneelstuk waarin een mirakel (een wonder) een grote rol speelt.
In het verhaal komen twee mirakels voor:
  • Mariken overleeft de val op de straatstenen, nadat ze van zeer hoog in de lucht naar beneden is geworpen. 
  • De ijzeren ringen komen, met hulp van een engel, op miraculeuze wijze los van haar hals en armen




Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Is Mariken een goed of een slecht persoon?

Slide 16 - Open vraag

De waarachtige ende zeer wonderlijke historie van Mariken van Nieumeghen is een mirakelspel. Wat is het belangrijkste 'mirakel' in dit verhaal?

Slide 17 - Open vraag

De duivel, Moenen, komt op aarde. Als de duivel als menselijke gedaante op aarde verschijnt, heeft hij in de ME een lichamelijk gebrek. Wat is dat hier?

Slide 18 - Open vraag

Waarom mag Mariken niet haar eigen naam houden volgens Moenen?

Slide 19 - Open vraag

Waar zien we het heilige getal 3 terugkomen in dit verhaal?

Slide 20 - Open vraag

Welk ander heilig getal speelt een rol in dit verhaal? Leg uit waar.

Slide 21 - Open vraag

Wat is het thema van dit verhaal?

Slide 22 - Open vraag

Toets middeleeuwse literatuur 16/12 (3x) 
Leerstof:
alles wat er tijdens de lessen besproken, behandeld, gezien, gelezen en getoond is!




Slide 23 - Tekstslide

Specifieker
uit het boek (blz. 11 t/m 25): 
- paragraaf 1: Historische achtergrond
- paragraaf 3: literatuur en taal
- paragraaf 4: de ridderroman
- paragraaf 5: Van den vos Reynaerde
- paragraaf 6: Het lied in de middeleeuwen
- paragraaf 7: Het middeleeuwse toneel
Bestudeer de verschillende LessonUps, je kent (in grote lijnen) de verhalen van Karel ende Elegast en Reinaert de Vos.


Slide 24 - Tekstslide