Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Werkwoordsvormen
Werkwoordsvormen
Grammatica Blok 2
1 / 28
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1
In deze les zitten
28 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
40 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Werkwoordsvormen
Grammatica Blok 2
Slide 1 - Tekstslide
Wat heb je nodig?
Het boek
Het schrift
Een pen
Een telefoon
Slide 2 - Tekstslide
Leerdoelen
Aan het eind van de les
weet
je......
wat de drie verschillende werkwoorden zijn.
hoe je de persoonsvorm kan herkennen
hoe je de tijdproef moet gebruiken.
Slide 3 - Tekstslide
Wat is ook alweer een werkwoord?
Slide 4 - Open vraag
Werkwoordsvormen
Een
werkwoord
kan verschillende vormen hebben:
de persoonsvorm (pv)
het hele werkwoord
het voltooid deelwoord (vdw)
Slide 5 - Tekstslide
De persoonsvorm (p.v)
De persoonsvorm is een
werkwoord
.
Aan de
persoonsvorm
kan je zien in welke tijd de zin staat.
Slide 6 - Tekstslide
Tegenwoordige tijd (tt) of verleden tijd(vt)?
De hond at een koekje.
A
Tegenwoordige tijd (tt)
B
Verleden tijd (vt)
Slide 7 - Quizvraag
Tegenwoordige tijd (tt) of verleden tijd(vt)?
Kom jij ook op mijn verjaardag?
A
Tegenwoordige tijd (tt)
B
Verleden tijd (vt)
Slide 8 - Quizvraag
Tegenwoordige tijd (tt) of verleden tijd(vt)?
De film begon 5 minuten later.
A
Tegenwoordige tijd (tt)
B
verleden tijd(vt)
Slide 9 - Quizvraag
Tegenwoordige tijd (tt) of verleden tijd(vt)?
Alle leerlingen gingen naar de gymzaal.
A
Tegenwoordige tijd (tt)
B
verleden tijd (vt)
Slide 10 - Quizvraag
De persoonsvorm (pv)
De persoonsvorm is
altijd
een werkwoord.
Elke zin heeft altijd
één
persoonsvorm.
Staat er maar één werkwoord in de zin? Dan is dat automatisch de persoonsvorm.
Door de zin van tijd te veranderen kan je de persoonsvorm vinden. Het werkwoord dat is veranderd is de persoonsvorm.
Slide 11 - Tekstslide
De persoonsvorm (pv)
Door de zin van tijd te veranderen kan je de persoonsvorm vinden. Het werkwoord dat is veranderd is de persoonsvorm.
Dit is de
tijdproef
.
Voorbeeld:
De hond at een koekje
Slide 12 - Tekstslide
De tijdproef
Door de zin van tijd te veranderen kan je de persoonsvorm vinden. Het werkwoord dat is veranderd is de persoonsvorm.
Voorbeeld:
De hond at een koekje = verleden tijd
De hond eet een koekje = tegenwoordige tijd
Slide 13 - Tekstslide
De tijdproef
Door de zin van tijd te veranderen kan je de persoonsvorm vinden. Het werkwoord dat is veranderd is de persoonsvorm.
Voorbeeld:
De hond at een koekje = verleden tijd
De hond eet een koekje = tegenwoordige tijd
At
is veranderd naar
eet
en dus is
at
de
persoonsvorm
.
Slide 14 - Tekstslide
Voorbeeld
Kom jij ook op mijn verjaardag? (tt)
Slide 15 - Tekstslide
Voorbeeld
Kom jij ook op mijn verjaardag? (tt)
Kwam jij ook op mijn verjaardag? (vt)
Slide 16 - Tekstslide
Voorbeeld
Kom jij ook op mijn verjaardag? (tt)
Kwam jij ook op mijn verjaardag? (vt)=
Kom
is de persoonsvorm
Slide 17 - Tekstslide
Voorbeeld
Kom jij ook op mijn verjaardag? (tt)
Kwam jij ook op mijn verjaardag? (vt)=
Kom
is de persoonsvorm
De film begon vijf minuten later. (vt)
Slide 18 - Tekstslide
Voorbeeld
Kom jij ook op mijn verjaardag? (tt)
Kwam jij ook op mijn verjaardag? (vt)=
Kom
is de persoonsvorm
De film begon vijf minuten later. (vt)
De film begint vijf minuten later. (tt)
Slide 19 - Tekstslide
Voorbeeld
Kom jij ook op mijn verjaardag? (tt)
Kwam jij ook op mijn verjaardag? (vt)=
Kom
is de persoonsvorm
De film begon vijf minuten later. (vt)
De film begint vijf minuten later. (tt)=
begon
is de persoonsvorm
Slide 20 - Tekstslide
Wat is de persoonsvorm (pv)?
Onze mentor vertelt een spannend verhaal.
Slide 21 - Open vraag
Wat is de persoonsvorm (pv)?
Ik hoorde de zoemer niet.
Slide 22 - Open vraag
Wat is de persoonsvorm (pv)?
Het eerste lesuur ging niet door.
Slide 23 - Open vraag
Maak opdracht 19 op blz. 76 in het schrift.
Klaar? Maak een foto van de antwoorden en zet ze hieronder.
timer
8:00
Slide 24 - Open vraag
Wat weet je over
de persoonsvorm?
Slide 25 - Woordweb
Huiswerk
Maak opdracht 19 op blz. 76 af.
Het huiswerk is voor dinsdag 29 sept.
Slide 26 - Tekstslide
Hele werkwoord (hw) en het voltooid deelwoord (vdw)
Het hele werkwoord
is
een werkwoord
zoals die in het
woordenboek
staat.
Voorbeelden:
Mimoun zal vanmiddag mijn broer bellen.
Ik kan me dat niet voorstellen.
Ik zou mijn broertje van school ophalen.
Slide 27 - Tekstslide
Hele werkwoord (hw) en het voltooid deelwoord (vdw)
Het hele werkwoord
is een
werkwoord
zoals die in het
woordenboek
staat.
Voorbeelden:
Mimoun zal vanmiddag mijn broer
bellen
.
Ik kan me dat niet
voorstellen
.
Ik zou mijn broertje van school
ophalen
.
Slide 28 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
Werkwoordsvormen
November 2020
- Les met
28 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1
groep 7 werkwoordcito oefenen
Maart 2023
- Les met
35 slides
nederlands
Primary Education
Spelling persoonsvorm in de vt
Juni 2019
- Les met
25 slides
Steunles spelling
Middelbare school
vmbo, mavo
Leerjaar 1
Proeftoets werkwoordspelling
November 2023
- Les met
21 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo, havo
Leerjaar 1
4-10 Hoofdstuk 1 nn pvtt en pv vt
Oktober 2021
- Les met
15 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2
Extra oefenen werkwoorden: PV-tt PV-vt en VD
Oktober 2023
- Les met
41 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 1
groep 8 werkwoord spelling cito
14 dagen geleden
- Les met
44 slides
nederlands
Primary Education
groep 8 werkwoord spelling cito
Oktober 2024
- Les met
44 slides
nederlands
Primary Education